dinsdag 31 januari 2012

De essentie van Hindoeisme: De drie fundamenten


“Zo waar bestaat alles uit materie en niet-materie.”
                                                                        - Sam Rain
Op de middelbare school wordt het Hindoeïsme gepresenteerd als een knotsgekke wereldreligie; ontelbare goden met ontelbare armen gekoppeld aan niet-westerse namen. Feitelijk kent het Westen de pure vorm van het Hindoeïsme niet; tijdens de koloniale bezetting van India was het ook propaganda om het geloof te ridiculiseren – argumenten opbouwen om aantoonbaar de bezetting als een positieve maatregel te presenteren. Resultaat: wildgroei van spiritualiteit, foutieve vertalingen en dus foutieve interpretatie.
Het hindoeïsme kent maar één God; een superwezen dat alles is. In zijn geheel heet deze God ‘Brahman’ (de beide letters a spreekt men uit als in ‘man’). Het is het alles en het niets; vormloos en daarom onvoorstelbaar. Deze essentie is verantwoordelijk voor de drie fundamenten van het Hindoeïsme: Brahma (bra-ma, a als in man), Vishnu (wisj-noe) en Mahesh (ma-heesj, a als in an, ee als in heel); Schepping, Instandhouding en Ontwikkeling.
Het principe van Brahman is dat alles geschapen wordt naar een vorm buiten het vormloze zelf, dat zichzelf in stand moet houden om uiteindelijk te ontwikkelen naar een nieuwe schepping. Volgens het Hindoeïsme bestaat alles dus uit en in God – Brahman; een immens verschil met godsdiensten die deze fundamenten personifiëren. Een schoenlepel en een mens kennen dezelfde ‘Dharm’ eigenschappen!
De ‘Dharm’ (a als in man) wordt vaak verward met het ‘bewustzijn’ of met het denken. Dharm in het principe van Brahman is een bouwsteen voor ‘vorm’ – ook door wereldvreemde guru’s manifestatie genoemd. Wanneer iets vorm krijgt is de Dharm de substantie waar deze vorm uit bestaat, omdat het voortkomt uit het vormloze. Wanneer we Brahman en Dharm conceptueel begrijpen, kunnen we ze zelfs wetenschappelijk beschouwen als ‘waar’ vanwege de criteria waaraan ze voldoen in theoretische natuurkunde.  Omdat iedere cyclus weer vele eigen cycli bevatten is het ecologisch systeem van het Brahman oneindig te noemen – we beschikken niet over de meetapparatuur om het allerkleinste of het allergrootste te meten. Echter kunnen we in het Hindoeïsme de oneindige staat wel definiëren; namelijk als oneindig en volmaakt. Volgens het Hindoeïsme zou het bereiken van dit Oneindige het doel moeten zijn – de terugkeer van vorm naar vormloos.
Als men het Hindoeïsme accepteert als waarheid, accepteert met dus belangrijke punten:
1.     Men ‘sterft’ niet, omdat men altijd een vorm kent of vormloos wordt; het ‘Zelf’ (atman) bestaat uit Dharm en is deel van het Brahman.
2.     Men accepteert dat zijn leven dienste doet als ontwikkeling van het Brahman en niet voor zelfbehoud alleen;
3.     Men respecteert alles dat is omdat het een deel van het Brahman is en tot deze vormloze toestand zal komen.
Deze fundamenten waren ook de inspiratie voor Boeddha geweest; het Boeddhisme kent ook zijn wortelen in het Hindoeïsme wat betreft opvattingen, werkwijzen en literatuur. Hoewel de Bhagavad Gita en de Ramayan de populariteit genieten qua filosofie, zijn veel mensen onbekend met de Jip en Janneke versie van het Hindoeïsme. Vooral nu op het moment dat Yoga en meditatie veelal bij mensen bekend staan als praktische methoden voor de bevordering van Geest en het lichaam is het merkbaar hoe weinig men eigenlijk over het onderwerp weet. Het Hindoeïsme is tegenwoordig een dogmatische religie dan waar het voor staat: een vrije, vormloze lifestyle met doel om zelf te ontwikkelen voor een hoger doel dan het zelf.
De mensen die het Brahman principe in hun hart sluiten, zijn daarom theoretisch betere mensen; alles en iedereen is je broeder en zuster, vader en moeder, dochter of zoon. En dat geldt ook voor je vrienden én vijanden. Wat zou de wereld dan toch Utopisch zijn!
©SamRain
Hindoeisme

maandag 30 januari 2012

Frustratie, intimidatie en sadisme: Wat is hun onderlinge relatie?


“This is me; on my most sadomasochistic moment.”
                                                                        - Bill (Kill Bill)
Agressie is een onderwerp dat zich vaak verbind aan alle ernstige conflicten in de wereld: ruzie, vechten en oorlog. Agressors praten vaak hun gedrag ‘goed’ – ze hebben vaak de redenen waar menig mens sympathie voor kan opwekken. Het ‘rood’ voor de ogen zien of ‘overgenomen’ door woeden, elke ‘anger management’ consulent heeft het gehoord of gezien en weet dat agressie eerder een gevolg is dan een oorzaak.
Frustratie, intimidatie en sadisme zijn drie stadia van agressie; naarmate een agressor successen beleeft met zijn of haar aanpak van conflicten, versterken de opvattingen tot het niveau dat men het kan zien als positief gedrag.
Frustratie is wanneer men zichzelf ziet als een relevante acteur in een situatie, maar geen controle kan uitoefenen. Feitelijk valt de persoon in kwestie zichzelf aan op geestelijk niveau om hem of haar aan te zetten tot handelen. Frustratie is normaal; het hoort in ons systeem omdat we zelfbehoud als primair doel zien. Het is de agressievorm dat zich beperkt tot het ego, veel stoornissen spruiten dan ook door frustratie; de geest vecht met het Zelf.
Intimidatie is dat als men het probleem projecteert op een andere partij. Niet het ego is het probleem, maar een ‘object’ vormt de belemmering. Er wordt een doel vastgesteld – de tegenstander moet wijken – ten koste van alles (inclusief het Zelf). Wanneer het doel behaald is, neemt de frustratie af, en daarmee de agressie. Zo worden intimiderende agressors van gewelddadig plotseling rustig en kalm; er is geen reden om agressief te zijn.
Sadisme is een stadium waarin de agressor een ‘beloning’ heeft gevonden in het afstraffen van tegenstanders. De agressor treedt op als vergelder en verwijt zijn of haar tegenstander dan ook dat zij volledig de schuld hebben van het geweld wat hen wordt aangedaan. In tegenstelling tot intimidatie dient het sadisme geen doel buiten persoonlijke gratificatie. Zwaar gefrustreerde mensen (ook dieren!) wachten op een conflict om zich voor te doen; een aantal criteria bij een tegenstander kan als ‘trekker’ fungeren om het geweld los te laten.
Hoewel frustratie, intimidatie en sadisme sterk verschillen is er een duidelijk relationeel verband te zien; allen zijn een gevolg naar aanleiding van persoonlijke opvattingen. Indirect en direct zijn het machtsmiddelen die ‘gekozen’ worden. Iedere sadist is gefrustreerd, maar niet iedere gefrustreerde is een sadist. Toch is frustratie een ‘keuze’; machteloosheid kun je namelijk accepteren of niet accepteren – en het laatste levert pas frustratie op.
Agressors hebben cognitieve gedragstherapie nodig; opvattingen lijken moeilijk te veranderen, maar het kost minder dan het leed van slachtoffers of de instelling om een agressor buiten de samenleving te houden. Vele voormalige agressors hebben afstand gedaan van hun opvattingen met behulp van therapie of zelfs religie.
Sadisten zijn niet alleen de seriemoordenaars uit your latest Saskia Noort, maar ook ogenschijnlijk ‘doodnormale’ jongens. Sterker nog, pubers zijn sadistisch / statistisch op een piek door hormonale veranderingen en sociale druk. Het aantal; ‘zinloos geweld’ delicten heeft niets te maken met ‘incidenten’; de sadist(en) is een tikkende tijdbom vol frustratie en vertekende opvattingen.
Het probleem kan verholpen worden door men geduld aan te leren, in ieder geval genoeg geduld om dialoog als machtsmiddel te kiezen.

zondag 29 januari 2012

Frustratie, intimidatie en sadisme: Waar ligt hun bron?


“Think of all the pain he caused you, all the people he hurt. NOW MAKE THAT GO INTO POWER!!!
                                                                                                - Goku (Dragzonball Z)
Agressie: of het nu gericht is aan hulpverleners of de buurman, het blijft een problematische barrière voor het concept beschaving volledig realiseerbaar te maken. Maar waar ligt toch de kern van dit geweld? Wannabe psychologen benoemen het liefst de factoren die katalyserend werken, zoals opvoeding, popmuziek of cultuur, maar missen de kern. Agressie is een machtsmiddel; het is geen resultaat, geen geestestoestand of fysiologische reactie.
Machtsvertoon is een natuurlijk verschijnsel: Gorilla’s kennen het alpha-mannetje, honden de roedelleider en bijen hun koningin. Hoewel de Darwin theorie wat betreft ‘survival of the fittest’ zeer dichtbij komt, slaat het gedragsfilosofie over. De ‘machthebber’ is niet zo zeer het meest fysieke imposante organisme in de kudde, maar diegene die de groep het meeste voordeel oplevert. De ‘leider’ kan weleenswaar een tiranniek beleid voeren, maar is de ‘leider’ omdat het recht hem of haar gegeven wordt. Als sociale organismen leven mensen ook in groepen en zijn dus verbonden aan hetzelfde principe dat geldt voor hiërarchie.
Een leider wordt gekozen om conflicten op te lossen. Conflicten vormen bijvoorbeeld door gevaar en onvoldoende middelen voor levensonderhoud; feitelijk zijn het belemmeringen waarbij een geschil ontstaat tussen twee partijen die benadeeld worden. Een conflict kan op drie manieren worden opgelost:
1.     een partij onthoudt zich van het conflict en bevoordeelt de andere partij
2.     een compromis waarbij beide partijen zich evenredig in voordeel verkeren
3.     beide partijen onthouden zich, waarbij beide partijen zich volledig in nadeel verkeren.
Leiderschap is geen fysiologische eigenschap, maar een aangeleerde vaardigheid. Echter is onze primaire overlevingsdrang en dus zelfbehoud wel pertinent aanwezig, waardoor we geforceerd zijn om leiderschap te ontwikkelen in een sociale structuur. Elke sociaalgeoriënteerde organisme heeft een mate van leiderschap in zich; al is deze volledig afhankelijk van externe invloeden hoe deze zich ontwikkelt.
Wanneer men in een situatie terechtkomt, waarbij een conflict ontstaat, is de partij in kwestie in eerste instantie ‘machteloos’. Het analyserend vermogen stelt vervolgens de opties beschikbaar in de vorm van machtsmiddelen. Omdat de partij bewust is van de consequenties, levert het behalen van ‘nadelen’ de nodige frustratie op – ons innerlijk systeem richt zich op het behalen van beloning, niet vice versa!
Frustratie is een stadium waar fysiologische veranderingen optreden; ons lichaam schakelt automagisch naar de ‘alert’-modus, een staat van paraatheid. Dit betekent een hogere hartslag, hogere spierfrequentie en zelfs de hersengolven veranderen van frequentie; waardoor we sneller, en impulsiever beslissingen nemen. Wanneer we ‘gefrustreerd’ zijn, beseffen we dat we geen controle hebben over een situatie.
Intimidatie is een agressief machtsmiddel dat dient om de andere partij ‘af te schrikken’ en zich dus te onthouden van het conflict. Door kenbaar te maken dat de andere partij zich geen oorzaak moet maken, anders volgen er fysieke consequenties kan men het voordeel behalen in het conflict. Soms kan het voorkomen dat de verbale intimidatie fase overgeslagen wordt, omdat de partij in kwestie het gevoel heeft niet gehoord te worden, en deze stap overgeslagen kan worden. Omdat het effect van toegepaste agressie nu eenmaal een sterke impact heeft op benadeelden, stuurt het een signaal af voor anderen als ‘waarschuwing’ – wat de macht van de bevoordeelde partij bevordert. Inclusief zijn of haar opvattingen; hoe onredelijk ook.

zaterdag 28 januari 2012

Het fenomeen vrouw: Alles wat men niet durft te schrijven (4)


Deel V: Een vrouw selecteren door vragen te beantwoorden
“Natuurlijke selectie werkt anders bij mensen dan bij dieren.”
                                                                                    - Sam Rain
Inderdaad, het klinkt luguber; een discriminerend beleid voeren om jouw type vrouw te selecteren. Vrouwen doen het onbewust, maar wij mannen zijn minder kieskeurig – één van de redenen waarom mannen vaker een relatie verbreken dan vrouwen. Een gezonde relatie bestaat uit twee gelijkwaardige componenten. Stel jezelf daarom de volgende vragen om jouw zogenaamde droomvrouw eens een ‘benchmark’ te geven!
Bij de ontmoeting
1.     Geeft ze je een ‘oncomfortabel’ gevoel, zoals het niet weten wat je wilde zeggen, waarop je jezelf later betrapt?
Onbewust reageert je lichaam op hormonaal niveau, alsof je lichaam zich voorbereid op seks; ze voldoet al aan een aantal criteria van jouw ideaalbeeld. Men noemt het de ‘kriebels in je buik’, maar bij ons mannen is het eerder de hartslag en het opgezwollen gevoel in de hals.
2.     Zou je haar voorstellen aan een goede vriend als deze toevallig zou passeren uit eigen initiatief?
Sociologisch hebben je vrienden en familie bepaalde verwachtingen van jou en een toekomstig partner. Hoe acceptabeler de vrouw is voor je sociaal netwerk, hoe groter de succeskans voor een geslaagde relatie.
3.     Zit ze in een moeilijke situatie op het moment dat ze toenadering zoekt? Denk daarbij aan bijvoorbeeld een relatiebreuk, schulden of rouwproces.
Wanneer vrouwen in een stresssituatie bevinden zoeken ze meestal geen ‘echte’ partner, maar een surrogaat dat hun afleidt van de problemen die er spelen. Natuurlijk spelen we ons favoriete rolmodel na; de held die de dame in nood redt van haar belagers en nog lang en gelukkig leeft. Helaas is het lot van helden altijd triest: Batman, Superman, Spiderman, Indiana Jones, Luke Skywalker en Robocop snappen dat lust en liefde twee hele verschillende dingen zijn.
Wanneer je haar een paar maanden kent
1.     Kun je haar vrienden tolereren?
Helaas, maar waar, je krijgt ze er verplicht bij. Onze vrienden zijn een reflectie van onszelf; dus als zij een paar irritante vrienden heeft betekent dat ze ook irritante trekjes kan vertonen die daar op lijken. Niemand is perfect aar als je ze allemaal het liefst in een donkere, diepe put zou willen werpen – wegwezen!
2.     Heeft ze een identiteit zonder jou?
Geen koppel ontkomt er aan: het wij. Wij is leuk, wij is heel gezellig, maar wij bestaat uit jij én haar. Isolement en een extreme aanhankelijkheid is nooit goed en vooral een benauwende partner levert een crime passionel op. Een gewurgde relatie is altijd getekend door een traumatisch einde, maar neemt jaren in beslag om echt te verstikken (er blijft niets van je over op het eind).
3.     Past ze seksueel bij je?
Ieder mens is verschillend, maar niet voor niets heten koppels een ‘match’. Seks is belangrijk; voldoet zij aan jouw libido- en andersom? Wanneer er seks plaatsvindt, scheiden zich er ook andere hormonen af; als het ware zijn het drugs die je aan elkaar verbinden. Seks is niet alleen ‘seks hebben’ – je kan er ook over praten!
Voordat je met haar het bootje instapt
1.     Denk je dat ze over 20 jaar ook leuk is?
‘Schoonheid zit van binnen’ en dit wordt ermee bedoelt. Wanneer je trouwt, ga je een verbinding aan voor lange termijn, en dan moet je het toch hebben van karaktereigenschappen.
2.     Weet 100% zeker dat er geen ‘ex’ of ander concurrent op nabije afstand zit!
Ooit krijg je een conflict. En er is niets erger dan een kaper op de kust te hebben, die weet hoe ze op haar gevoel kunnen inspelen!
Good luck!

vrijdag 27 januari 2012

Het fenomeen vrouw: Alles wat men niet durft te schrijven (3)


Deel III: Conflicten met vrouwen
“Vrouwen vechten gemeen: haren trekken, bijten en... knijpen!”
                                                                                                - Sam Rain
Als het om vrouwen gaat, staat er meestal een conflict centraal. Waar wij mannen zeggen vrouwen niet te begrijpen (en vice versa) hebben we gelijk; echter is het niet omdat we het niet kunnen, maar omdat we niet geleerd hebben hoe! Daarom een aantal conflicten, opvattingen en ondersteunende informatie om zulke conflicten te vermijden of deels onverminkt te overleven.
Stelling 1: “Wanneer vrouwen praten, vinden we dat we niet luisteren ondanks dat we drie uur lang naar het gezwets hebben geluisterd.”
Wanneer vrouwen de behoefte hebben om te praten, praten ze eigenlijk niet. Tijdens een ‘zweetsessie’ willen ze bevestiging op alle retorische vragen die ze je stellen. De vrouw wilt namelijk niet je ‘advies’ (anders vraagt ze er nadrukkelijk naar); ze wilt dat je gehoord hebt wat ze zei, haar mening over hetgeen deelt met haar opvatting over het onderwerp en dit conformeert. Er wordt dus geen informatie uitgewisseld, je hoeft dus alleen te bevestigen (je moet wel luisteren, anders lijk je ongeïnteresseerd). Vrouwen hebben dit nodig om te kunnen ventileren vanwege de geestelijke stress die ze doorstaan; zij verwacht van een partner om deze functie van magische spiegel te vervullen. Accepteer het gewoon.
Stelling 2: “Vrouwen doen over alles ongelofelijk lang – van winkelen, kleding passen, boodschappen doen en verfkleur uitzoeken.”
Wederom heeft dit te maken met bevestiging zoeken. Omdat vrouwen hun keuzes harder moeten verdedigen, denken ze ook langer na. Waar mannen wegkomen met een stoppelbaars, kan een enkele misstap voor een vrouw hysterische vormen aannemen. Ze zijn het praktisch gewend om hun keuzes uitgebreid te motiveren met alle pro’s en cons. Het is daarom handig om ze een ultimatum voor te leggen: geef ze de keus uit twee soortgelijke objecten, leer ze een ‘deadline’ aan van een paar seconden en reageer vooral niet op de vraag ‘wat vind jij?’ maar forceer de keuze. Vooral in de Appie Hein of Karwei scheelt het uren tijd.
Stelling 3: “Waarom stellen vrouwen de vraag wat-vind-jij over een onderwerp of object waar je logischerwijs niks van kan vinden?”
Over wat ze moet aantrekken, de kleur vaas of, God verbiedde het een feministisch onderwerp de wat-vind-jij is inderdaad de doodsteek van al haar vragen en het hoofdargument waarom mannen vinden dat we niet met vrouwen kunnen leven. Vrouwen denken dat mannen een verborgen hersenfuncties hebben voor dingen zoals Telekinese of Telepathie. Wanneer zij vraagt ‘wat-vind-jij’ vraagt ze niet naar jouw mening; ze vraagt je te raden naar haar mening en deze verbaal te bevestigen. Tip: body language verraadt veel!
Stelling 4: “Waarom vliegt een vrouw in brand als je niet opmerkt of ze naar de kapper is geweest of een nieuw truitje heeft?”
De Christenen noemen het Oog zo complex dat het wel goddelijk ontwerp moet zijn geweest; maar ook de evolutietheorie laat de mannelijke ogen in de steek als het op deze stelling aankomt. Wij mannen zien alleen praktische veranderen die voor ons van belang zijn. Vrouwen bewerken hun uiterlijk met een egoïstisch doel: het vissen naar complimentjes. Een compliment is een positieve bevestiging op een zichtbare handeling; en vrouwen hebben een minimale quota van deze complimenten nodig om te overleven. Soms is het erg voor de handliggend: ‘ik ga naar de kapper’ vertaald zich naar ‘ik verwacht vanavond een compliment over mijn haar’. Een andere, goedwerkende tactiek is het quota vooraf te voldoen, zodat er ruimte is voor ‘missers’ – achteraf doen werkt averechts.
Zoals je hebt kunnen lezen, zijn vrouwen net zulke egoïstische wezens als mannen. Zodra je doorhebt hoe ze werken, worden ze al een stuk minder gecompliceerd dan je altijd verteld is!

woensdag 25 januari 2012

Ik ben 3.0


“Ik streef er niet naar om vrijheid te brengen, maar alleen om de gevangenis zichtbaar te maken”
                                                                                                - P. Claudel
In den beginne schreef een mens over de mens. De mens was naakt, kende alle dieren en had zonder Lexa of eDarling een vrouw ter beschikking. Ook leefde de mens voor honderden jaren en rende de wereld rond in z’n blote piemelaris, zonder de kans om het half zeven item te worden in Alberts show op vier. Och, wat was het leven toch goed. Helaas bracht een dextrose allergie de kennis op van goed versus kwaad en dit slecht-gekwalificeerde-dr.O2-dieet betekende het einde van het Paradijs op aarde. Vrouwen, zucht!
Het ging niet zo denderend goed met de mens daarna; hoe meer er kwamen hoe meer onenigheid. De baas en bazin van de wereld hadden niet zoveel te zeggen over hun kinderen; nog voor de tijd van MTV en de actiefilms van Sylvester Stallone, betrok zich de eerste moord en de familie Nephilim bezocht als een groep bronse chimpansees de mens. Iets later waren er onzedelijke steden, zoals de Gay capital ‘Sodom’ en het prehistorische Amsterdam genaamd Gomorra, waar het gebruikelijk was om je dochters een nacht lang te laten verkrachten als een groep bashers je gasten wilden inwijden in de lokale gebruiken. Logisch genoeg, voorzag de Loodgieter van het Heelal de aarde van een gootsteen dopje en deed de kraan voluit open. Wel met beleid natuurlijk: een toffe peer mocht met zijn gezin en een Burgers Zoo eerst een bootje bouwen voor de herbevolking. Het was de eerste gedocumenteerde genocide; zelfs de babies moesten eraan geloven.
Dit is hoe de 1.0 generatie het Boek Genesis zou lezen in deze tijd, naar aanleiding van een evangeliserende Christenyup die praat over een liefhebbende God. Scheppingsverhalen zuigen – welke religie je ook kiest. Als 1.0er is het de schuld van de mens!
In het beginne was er licht, en de engelen gaven een grote party voor al het moois. In zeven dagen was de wereld af, zoals in Extreme Home Makeover, alles een eigen badkamer. Een dag kan natuurlijk ook 1000 jaar zijn, maar we weten het natuurlijk niet. Alsof het een klein gebaar was, kregen wij, de mens, man en vrouw de aarde kado met een strikje.
Omdat Lucifer meedeed met shoppen, dacht hij als lievelingetje de blauwe golfbal als kadootje te krijgen, echter tijdens de presentatie kwam hij erachter dat de begunstigde een pipo was zonder kleding en kennis. Stond nogal voor lul met zijn sieraden en trompetten aan zijn lichaam.
De grote Klaas was er niet van gediend, Luci zat met z’n chagrijnige smoel het feestje te bederven, en riep ‘m dus tot de orde. Kachel van de wijn, werd het Luci teveel, luidkeels riep hij het uit van de schande en stookte z’n Facebook vriendjes op. De grote Kaas pikte het niet; linea recta werd Luci uit z’n functie ontslagen om voor de rest van zijn leven reclamespotjes te maken voor Zalando – een oneindige straf van schaamte en een dealbraker voor het Paradijs (de Plaboy Masion van toen).
Luci zwoer raak en kreeg de mensjes zover om de regels van de grote Kaas te verbreken. Nadat het gelukt was om ze uit hun tuinhuisje te verdrijven met een leugentje en een appel, werd het zijn missie om eens en voor altijd mensen lastig te vallen.
Zo wordt Genesis uitgelegd aan 2.0ers – Luci ligt op de loer en alles is zijn schuld!
De 3.0ers snappen dat het een omstreden boek is van een collectie bestaande uit 66 boeken. Dat draait om 1 verhaal in 4 perspectieven verteld. En dat het verhaal niet Genesis is.
©SamRain
 3.0

dinsdag 24 januari 2012

Een beter milieu begint bij jezelf: Mediteren


“Want ik, wie is dat?”
                        - G. Gils
Mediteren is vaak een methode dat wordt neergekwakt in de hoek van hippies, zwervers en New Age figuurtjes; het allerliefst zijn ze zelfgeproclameerde ‘gurus’, die trots zijn om het ‘Auuuhm’ uit te blazen in een volle lotushouding in een hokje vol wierook; gesponsord door de Sociale Dienst. Mediteren is geen ‘ritueel’, noch een lifestyle attribuut; het is een vaardigheid om te leren ontspannen binnen de hersenpan, om zo rustiger te worden – en in het leven te staan.
Eigenlijk leer je al van jongs af aan om te mediteren; het ‘even tot 10 tellen’ wanneer je boos bent is bijvoorbeeld een vorm van mediteren. Dit principe werkt omdat ons lichaam twee modi kent: óf we zijn in normale modus óf we zijn alert. Wanneer we alert zijn, gaat onze hartslag omhoog en gaan onze aders wijd open staan; signalen van en naar onze hersenen verhogen tot vijfmaal in tempo en verwerken veel meer informatie dan in onze ‘normaal’ modus. Alertheid kost logischerwijs meer energie; onze hersenactiviteit verandert zelfs van frequentie naar de zogenaamde ‘Beta-golven’. In onze normaal modus valt de hersenactiviteit terug naar de ‘Theta-golven’.
Wanneer wij rusten, kennen we twee stadia: de ontspannen fase en de ‘slaap’. Op zo’n moment van rust lopen we beide af zonder er bewust controle over te hebben; we zijn nu eenmaal geen robot met een aan-en-uit-knop (en maar goed ook). Toch kunnen we bewust de ontspannen fase bereiken – en dit proces is het mediteren. Bij mediteren beheersen we de controle over rusten en maken we gebruik van de ‘Alpha’ golven; wij slapen niet, maar rusten wel. Net zoals bij elke vaardigheid, kost het enige moeite om het te beheersen, maar in een wereld waar van ons verwacht wordt om altijd alert te zijn, is meditatie een krachtig middel tegen stress en andere psychische klachten.
Mediteren vereist geen lotushouding – hoewel deze praktisch is bij het mediteren voor gevordenen. Het is ook geen vorm van ‘hallucineren’ zoals sommige hippies het doen voorkomen. Het is wel verstandig om het niet liggend uit te voeren; de kans is groot om in slaap te vallen, waardoor het doel gemist wordt. Praktisch gezien is mediteren een bewustzijnsproces zonder bewust bezig te zijn; wanneer we ‘klaar’ zijn met mediteren, denkt het lichaam ‘gerust’ te hebben en voelen we ons dus energieker en uitgerust. Een meditatie van 5 a 10 minuten wekt dit al op!
Om te mediteren, begin je als volgt:
-       zit ontspannen op een stoel op een rustige plek, met je rug los van de leuning
-       sluit je ogen of kijk naar de grond zonder te concentreren – je hoeft niet op het ‘ademen’ te letten; dat kan je lichaam uit zichzelf
-       denk aan helemaal niets en wanneer je toch aan iets denkt, denk dan weer aan niets – geluid is maar geluid en dat ene probleem is nu even niet van belang
-       probeer je bewust te worden van je stuitbeen (het onderste punt van je ruggengraat) en probeer te ‘voelen’ (dus niet in te beelden) dat er van daaruit energie gaat richting het topje van je schedel, en vandaar naar de rest van je lichaam
-       wanneer je ontspannen bent, voel je een warmte in je maagstreek; adem drie keer goed in en uit
-       open je ogen rustig en besef je dat je uitgerust bent.
Zet geen timer of wekker, wanneer je namelijk van ontspannen naar alertheid gaat, doe je een groot beroep op je lichaam wat een grote stress oplevert. Gevoelsmatig ontdek jezelf ‘hoeveel’ meditatie je nodig hebt; sommige mensen zijn na 5 minuten kwiek genoeg om de wereld weer aan te kunnen en anderen kost het soms 20 minuten om zich te kunnen ontspannen. Happy meditating!
©SamRain
Meditatie

maandag 23 januari 2012

Christelijke hulpmiddelen: De helm des Heils


“Ween ook om een dwaas, want zijn verstand is weg.”
                                                                        - Jezus Sirach
Geen voorganger zal het onderwerp voorbij gaan; de geestelijke wapenrusting is één van de vaak belichte passages uit de werken van Paulus uit het Nieuwe Testament. Men associeert de Helm des Heils als een bekende prent over ‘horen, zien en zwijgen’ – bescherm de oren, sluit de ogen en houdt de tong in toom. Maar een helm heeft niet het nut om van een gezonde discipel een doofstomme blinde dwaas te maken; het is een harnas om klappen te incasseren.
Het concept ‘Duivel’ wordt gezien als een bokkenpoot met een drietand, verantwoordelijk voor de stookkosten uit de Hel. Hoewel de ‘gevallen Engel’ allerlei beschrijvingen geniet, is die van ‘Satan’ – de tegenstander – het meest toepasselijk. Want wat geestelijk niet conform is aan de Christelijke ideologie kan dus een ‘Satan’ zijn; begeerte, zonde en afdwaling leiden af van het pad naar het Paradijs. De ‘Satan’ is dan ook geen persoon, zoals het vaak wordt gepresenteerd. Niet voor niets is de Satan de ‘heer van de lucht’ en ‘de influisteraar’; het gevecht speelt zich af in de Arena van ons denken.
Wanneer we geestelijk weerstand bieden, betekent dat we ons denken harden tegen invloeden die ons gedrag kunnen bepalen. Sommigen weren daarvan door zich te isoleren van al deze invloeden; echter is vluchten niet hetzelfde als weerstand bieden. Door ‘geloof’ effectief te gebruiken, kunnen we dit wel: de Helm des Heils staat voor het ‘Heilig Denken’, Bijbelse afspraken met onszelf om ‘kloppen’ van Satan te kunnen incasseren, om beter te kunnen verweren.
Om dit principe toe te passen is er een fundamentele afspraak nodig over alle afspraken heen: de afspraak dat iedere afspraak onfeilbaar is! Wanneer dit niet zou kunnen, zou er een zwakke plek kunnen ontstaan in de verdediging; gezien de tegenstander bulkt van millennia van ervaring, maak je dan geen schijn van kans!
De Held des Heils bestaat uit de volgende ‘materialen’:
-       God is almachtig, alwetend en oneindig;
-       Wat God zegt is de wet, de wijsheid en voor altijd;
-       Wat Hij gezegd heeft staat in Zijn Woord;
-       Als je aan God hebt overgegeven is Hij jouw bondgenoot;
-       Alles wat je aan God vraagt, krijg je;
-       God heeft het laatste woord.
Als je deze ‘materialen’ accepteert, kun je de weerstand bieden tegen rake klappen van de Satan. Geloven in God is niet voldoende, overgave betekent dat je accepteert en dus erkend zwak te zijn en de macht overdraagt aan God; Hij wordt dan jouw rechter, Wreker en Baas. Jij dient God, onvoorwaardelijk en onconditioneel. There is no such thing as a free lunch. Dit staat in zijn geheel los van het principe ‘verlossing’ – zonder verlossing kun je niet communiceren met de God van de Bijbel – Oud of Nieuw Testament stelt dit als een vereiste.
Zo werkt de Helm Des Heils:
·      bij een gedachte van kwaad, twijfel of begeerte:
‘Deze gedachte is niet van mij – Ik verbreek het in de naam van Jezus’
want:
-       ‘Alles wat u in Mijn naam vraagt zal u gegeven worden’
-       ‘Iedere knie boven, op en onder de aarde zal buigen voor de Heer’
-       ‘Ik geef jullie de kracht om duivelen uit te drijven en zieken te genezen’
-       Bied weerstand en de Duivel zal voor u vlieden’
Deel het met je broeders en zusters in geloof en liefde; plant het als een mosterzaadje in je denken!
©SamRain
 Helm des Heils

zondag 22 januari 2012

Een of meerdere? Hindoeisme uitvergroot


“Il n’y a pas de grande oeuvre qui soit dogmatique” – R.Banthes
Cultuur en religie; voor de één een lifestyle, voor de ander klinkklare onzin. Toch kan niemand ontkennen dat ieder bewust mens eraan zal moeten geloven: als je niet gelooft in een Godswezen, geloof je in wat anders. De term ‘gelovig’ zou daarom niet discriminerend mogen zijn. Het Hindoeïsme is lifestyle dat echter verschilt van de ‘mainstream’; religie en cultuur zijn zo verweven, dat men door de bomen het bos niet meer kan zien. Want is er maar één God of velen, zoals het Westen de religie classificeert?
India, het oude Hindustan, kent een rijke volksgeschiedenis; naast vele wonderlijke gebouwen, bedevaartsplaatsen en literatuur, is India het epicentrum van de Aziatische religie. Hindoeïsme, Boeddhisme, en zelfs het Taoïsme kent er zijn oorsprong – het is dan ook niet verwonderlijk dat de cultuur weinig verschilt over het continent met grote etnische verschillen. De grootste invloed komt van de Mahabharat (‘het Grote India’), een grote literatuur collectie van Veda’s (‘leefwijsheid’); van grote mythen over de Apenkoning (Hanuman) tot de beoefening van Yoga.
Wanneer men praat over het Hindoeïsme, denkt men vaak aan de afbeeldingen van achtarmige goden met bovennatuurlijke krachten ten dienste staande voor mensen. Net als de Griekse en Romeinse goden, zijn ze emotioneel betrokken en hebben menselijke trekken, en hebben hun eigen tempels voor verering. Echter is deze opvatting niet juist; het ware, pure Hindoeïsme is geheel niet dogmatisch, noch ritueel ingesteld. Want het ware, pure Hindoeïsme is monotheïstisch – al zal het merendeel van haar volgelingen dit concept niet willen begrijpen.
In Hindoeïsme kent men het woord ‘God’ eigenlijk niet; de Joodse God, JVWV, bekend als El Elohim, is de persoonswezen, een entiteit. Deze God is later ook dezelfde ‘baas’ in het Christendom en Islam, waardoor we monotheïsme zijn gaan begrijpen als een godsdienst met een bewuste entiteit, soms zelfs geassocieerd met het mannelijk geslacht door Hij, Hem en de Heer. In Hindoeïsme is God een ‘kracht’, een vorm van materie dat bewustzijn kent en waar alles in bestaat. Vanuit een theologisch standpunt is dit waardevol dat dit expliciet vermeldt is – wetenschappelijk is het namelijk logischer te benaderen dan een entiteit wonende in de ‘hemel’- en dus aannemelijker.
Deze ‘kracht’ wordt ook expliciet niet gedefinieerd door zijn kenners; de Hindoe godheid staat beschreven in een zeer bijzondere vorm: wanneer er over wordt geschreven staat er dan ook ‘Het is niet dit’ of ‘is niet dat’. Hier ligt dan ook de grondslag; alles in het Hindoeïsme is ‘manifestatie’. Dit is het tweede waardevolle standpunt vanuit theologisch standpunt, namelijk de erkenning tussen ‘stoffelijk’ en ‘niet-stoffelijk’; de wetenschap staat theoretisch achter dit concept van materie. Met manifestatie komen pas de godheden te voorschijn; het bewuste wezen toont zich in gedaante, maar als bovennatuurlijk verschijnsel. Zo zijn Indra, Vishnu en Krishna drie gedaanten, maar erkennen de reïncarnatie te zijn van de Oorsprong in stoffelijke vorm. Het idee is prachtig; want waar de God van het Westen te puur is, kan het Godswezen in Hindoeïsme zich zo vaak als het wilt manifesteren en waar het wilt. Het wezen is volledig neutraal, het dient daar waar het nodig is en nooit als egoïstisch wezen dat niets of niemand naast zich duldt. Het stelt geen eisen, maar een leerplan van keuze, de ‘Dharm’ (‘Denken’) en de ‘Karm’ (‘Handelen’) met twee resultaten: positief en negatief, maar alsnog binnen hetzelfde wezen.
Hindoeïsme heeft dus maar één God. Waar alle andere opinies vandaan komen? Dezelfde wortels als bij andere Godsdiensten wanneer deze zich verspreiden; cultuur en tradities zijn gewoonten die niet gemakkelijk vervangen worden; wat heeft immers een haas met chocolade eieren te maken met een kruisiging?
©SamRain
Hindoeisme

zaterdag 21 januari 2012

Het monster in mij


“Wij zijn altijd doorgewinterde moralisten als het om anderen gaat”
                                                                                                  – O. Welles
Ogenschijnlijk lijk ik normaal, onder een loep uitzonderlijk. Ik bezit de kwaliteiten waar anderen jaloers op kunnen worden en zo ruim om zelfs arrogant over te zijn. Ik ben slim, knap en heb een radar voor mensen. Toch zit er een productiefout die verscholen zit in mijn diepste Zijn; er leeft een monster in mij.
Het monster is angstaanjagend; zijn geschubde huid, zijn reptielachtige pupil en vlijmscherpe tanden zijn altijd aanwezig, alsof het wacht op dat ene moment van zwakte. Ergens illusseer ik dat het aan ketenen zit, gemuilkorfd is in een zwaarbeveiligde kooi. Maar het weet wel beter. Met zijn dodelijk gif consumeert het mij tot een manifestatie van hemzelf. Het monster is dodelijk; het monster is sterker dan ik.
Jarenlang heb ik het gevoed met de ingrediënten uit de winkel der Hel: woede, pijn, angst en verdriet. Als een parasiet begon het, waarna het groeide tot groter dan mijzelf. Ik dacht, als ik het monster tem en bij me houd, dan ben ik veilig; het werd mijn waker en beschermheer. Ergens was ik verheugd om dit monster te koesteren; het leefde van mijn bagage en was sterk waar ik niet sterk kon zijn. Het monster zou mij immers nooit verlaten, noch verraden als mijn onuitputtelijke bondgenoot. Maar wilde dieren laten zich nimmer temmen zoals de Siberische tijger; zijn natuur is om te bijten en zijn prooi te consumeren, maar zoals in elke vorm van intense liefde, was ik blind voor zijn honende lach en doof voor zijn duivelse grijns. Het monster was geen monster toen voor mij.
Ik zag het monster soms vluchtig in de spiegel, of achter mijn mondhoeken. Het liet een glimp zien van zichzelf in een frons of koude blik. Langzaam nam het meer terrein in en strekte het zijn leefgebied uit tot het landschap van mijn denken; het vergiftigde mijn opvattingen en at in het geniep van de vruchten der wijsheid. Dan zag het soms een kans, een moment van opportunisme, en brak zijn klauw door mijn vuist; om uit te halen naar hen dichtbij mij. Ik zou liegen als ik zei dat ik er niet van genoot; ik zou liegen als ik het vond als een ziekte in mij.
Maar het monster werd groter en hongeriger en had aan mijn vijanden niet genoeg; het knaagde aan mijn botten, hart en longen, langzaam consumeerde het mij. Het at mijn ogen en braakte uit mijn oren; het leefde door mij. Ik eens ooit onverschrokken was plotseling geketend en onderworpen door deze donkere zijde in mij. Als een toeschouwer gedwongen, zag ik hoe het monster onbezonnen te werk ging met hetgeen wat eens mijn leven en lichaam was. Het had mij geconsumeerd als een voederbak vol verse haat; met huid en haar een tere ziel verslonden.
Opgesloten, zat ik dan, ik een koude kerker binnen in mijn geest. Opgesloten door een monster zo duivels, dat eens mijn beschermer was geweest. Geen bord van genade, geen beker vol vrede; alleen de karige maden van angst was er te eten. Maar het monster maakte een grote fout: hij had me verslonden, maar was vergeten te kauwen. Ondanks alle pijn en ellende bleef een klein deel van mij behouden. Met vingers vol bloed en afgebeten benen, klom ik in het duister uit de donkere put van wanhoop. Een klein hart pompte krachtig met weinig hoop door het oerwoud van teleurstelling en leugens, scheppende water uit de bron van kracht. Maar de pijn was zo ondragelijk en de dood nabij, het einde naderde.
Plots kwam daar een engel in een gewaad van liefde en schoenen van troost; lippen van warmte en een jas van hoop. Ze zei, sta op en ga heen naar dat monster; versla het met dit zwaard. Het zwaard was gemaakt van vertrouwen. Nog steeds het monster niet verslagen; ik bevecht het nog steeds. Maar nimmer meer zal ik falen, want het is mijn vijand geworden. Het monster in mij is er nog steeds – mijn angst ervoor niet.
©SamRain
Monster in mij

vrijdag 20 januari 2012

Het begeerde Utopia waar we niets begeren


“In paradisum deducant te angeli – uitvaartsrede van de Roomsen
De perfecte maatschappij; Utopia. Verlichte mensen begeren het; een plek in de toekomst waar mensen allerlei in vrede leven als het nieuwe paradijs op aarde. In het Westen vinden we de Ik-idealogie maar verwerpelijk; ondanks dat we egocentrisch zijn, willen we absoluut niet bestempeld worden als een egoïst. Maar is jezelf arrogant vinden nu wel arrogant? Is het ego wegpoetsen niet een zeer egocentrisch standpunt?
Begeerte is een concept dat breed en abstract is, ondanks de negatieve belading die we eraan geven. Zo zouden we materieel niets moeten begeren – echter zonder materieel boeken we geen vooruitgang. Biochemisch heeft ons lichaam geen tafel of stoel nodig, maar geestelijk snakken we naar verrijking. Ons leven heeft een tijdslimiet, waardoor we het qua kwantiteit moeten stellen in 40 ‘productieve’ jaren en met onze generatieve doelstellingen pogen om de kwaliteit voor de volgende generatie te verbeteren.
Religies plaatsen het Utopia dan ook gemakswijs naar het volgende leven; een eeuwig paradijs, een andere dimensie of een einddatum op de huidige wereld zoals we haar kennen. De vereisten voor het Utopia zijn kritisch; een perfecte samenleving, vereist perfecte mensen – want als alle niet-perfecte mensen konden toetreden zou de wereld van Utopia vroeg of laat corrupteren tot een bijna-Utopia. Is een Utopia dan wel realistisch?
Perfecte mensen betekent een uniform gedrag; als er geen meningsverschil is, kan er ook geen onenigheid ontstaan. Dit zou een enkele cultuur moeten zijn met een enkele overtuiging om dit gedrag af te dwingen op sociaal-cultureel gebied. De maatschappij zou dan samenwerken om problemen op te lossen en leiders aan ethisch, moreel en pragmatische werkwijze moeten hebben. Onmogelijk is het niet, al lijken we er ver vanaf te wijken. Maar wat belemmert de mensheid dan zodanig dat een 50% Utopia geen primaire doelstelling is?
De generale mening is die van het niveau zondebok; de een ziet het kapitalisme als het kwaad, de ander een groep radicalen. Een iets minder populaire mening is die van samenzwering; de elite heerst graag over het klootjesvolk en hebben een chaostheorie uitgedacht over een decennia om het zo te houden. Als mens zijn we nu eenmaal een bedreiging van ons mens zijn; we definiëren onszelf eerder als parasitair dan levendbarende organismen; het perfecte excuus om zo door te gaan. Want kun je een panter verwijten als hij zijn prooi doodt of de Tsee Tsee-vlieg voor Malaria?
De natuur kent echter een oplossing; een groep organismen die collectief samenwerken zijn effectiever en betere overlevers dan de solisten. Dit concept kennen we al; onze maatschappij is berust op deze normen en waarden. Maar waarom passen we het niet wereldwijd toe? Kunnen we geen mensen kiezen die als een groep de wereld bewaken tegen het verval naar barbarisme? Oh wacht – dat heet de Verenigde Naties. Maar hoe kunnen we dan nog oorlog en honger kennen?
Oorlog is handel. Angst is macht. Geld is status. Kennis is voorsprong. Grondstoffen zijn middelen. Mensen zijn dieren. Dit is de sociale cultuur anno 2012 en dat is het sinds het geschreven woord. Maar hoe heeft dit zo lang in stand kunnen blijven? Omdat ideologie geen uiterste datum kent. Omdat een idee nooit sterft. En voornamelijk omdat wij mensen gewoonten slecht afleren.
Als we de ideologie veranderden naar: Kennis is handel, kennis is macht, kennis is status, voorsprong en middelen. Helaas, dan nog steeds geen Utopia op een planeet vol betweters, maar misschien wel een sprong dichterbij.
©SamRain
Utopia

donderdag 19 januari 2012

Consultancy als ambacht: Verkopen door verpakking


“Al onze kennis spruit voort uit onze waarnemingen”
                                                                                    - Leonardo Da Vinci
Een stuk karton met een strik of gedecoreerd papier; ze presenteren een object als ‘verrassing’ en ‘eisen’ een blije reactie. Het is aangeleerd gedrag; ook al vinden we het kadootje helemaal niets. De reclame wereld leeft van ons gedrag; wat heeft een cowboy met sigaretten te maken en hoe associeer je een badpak model met een sixpack bier? De verpakking bepaalt zeker de aankoop – hoewel we een boek niet ‘willen’ beoordelen op de omslag, doen we het toch. Als je als consultant het achterliggende gedrag begrijpt, kun je het effectief gebruiken in presentaties en voorstellen.
Mensen denken in objecten; een object is een ‘iets’ wat een plaats heeft in het bewustzijn:
* het heeft geen enkele relatie tot het Zelf (onbelangrijk)
* het heeft een insignificante relatie tot het Zelf (het bestaat)
* het heeft een invloedrijke relatie tot het Zelf (het is belangrijk)
* het staat onlosmakelijk verbonden tot het Zelf (het is essentieel).
Normen, persoonlijke opvattingen en ervaringen bepalen hoe mensen over een object denken; neem eens als voorbeeld de volgende objecten: geld, schoenveter, haarkleur, eten, mooie vrouw, knappe man. Merendeel zou zeggen dat geld en eten essentieel is, een aantrekkelijk persoon belangrijk is, haarkleur opmerkelijk is en een seconde in emotieloze toestand dachten over de schoenveter. De maatschappij forceert de norm en heeft grote invloed op de ervaringen van mensen – en met deze informatie maken we een object ‘aantrekkelijk’ door een bestaande associatie te koppelen aan onze insignificante boodschap. Maken de cowboy en badpakmodel al het idee een stuk duidelijker?
De westerse maatschappij kent de volgende, algemene associaties:
- sex is gelijk aan lust en staat voor een emotionele reactie; een ‘ideaalbeeld’ roept indirect lust op, het is de norm om van het ideaalbeeld opgewonden te raken
- een bril is gelijk aan hoogopgeleid en staat voor een rationele reactie. Een bril gebruiken we om te ‘lezen’ en lezen associëren we met boeken, en boeken aan kennis. Iemand met kennis is dan een autoriteit; een deskundige.
- grote hoektanden staan gelijk aan gevaarlijk en wekken angst op. Angst waarschuwt ons voor gevaar en geeft ons een onaangenaam gevoel, en we willen daar graag vanaf. Dus een oplossing nemen we dan ook graag aan.
- mode is gelijk aan status; sociaal-cultureel wordt men geacht te kleden naar ‘status’ om onze plaats in de maatschappij te definiëren. De reactie wordt opgedrongen als nieuwe norm.
Wanneer je dus een presentatie geeft, kun je kiezen om zulke associaties tactisch te gebruiken. Zoals een angstreactie proberen op te wekken, wanneer het industriële ‘probleem’ ter sprake komt of juist het rationele denken bij het aanvoeren van argumenten. Maar niet alleen de ‘alertheid’ is een doelwit. Mensen zijn gedragsmatig snel te lokken door in te spelen op hun begeerte; modellen, statussymbolen en borrels stimuleren impulsiviteit; wanneer je dus wilt dat er snel beslist wordt over een bepaald voorstel is het een kwestie van presenteren op een wijze waar begeerte wordt gestimuleerd.
Er zijn respectabele en minder respectabele methoden; wanneer je kiest voor het respectabele, ben je misschien geen snelle ‘sluiter’ maar mijn ervaring leert dat een goede reputatie je uiteindelijk verder brengt dan een slinkse. Relaties voor een lange termijn zijn gebaseerd op vertrouwen; een ambitie die iedere consultant hoog zou moeten achten. Wie een graf graaft voor een ander, valt vaak in een ravijn.

Meer lezen over het onderwerp Consultancy? Klik hier voor de inhoudsopgave van alle artikelen!

Consultancy als ambacht: Verkopen door amplificatie


“Een bloem op de puinhopen, een klaproos door al dat grauw”
                                                                                    - C. Schouwenaars
Presenteren werkt pas echt effectief, wanneer de presentator zich goed kan ‘amplificeren’. Hiermee bedoel ik dat hij of zij een deel van de boodschap versterkt in vergelijking met de rest van de informatie. Amplificeren is een vaardigheid waarbij timing en finesse essentieel zijn voor succes; maar na veel moeite en inspanning is het dan ook een uiterst effectief middel in communiceren.
Er zijn 3 belangrijke sleutels in amplificeren:
* verbale informatie: het geluidsniveau, snelheid en volgorde
* visuele informatie: beweging, kleur en conformiteit
* herkenbare informatie: identificeerbare ervaringen en opvattingen.
Verbale amplificatie
Wanneer we van geluidsniveau veranderen, worden toehoorders ‘opgeschikt’; zonder dat we het door hebben, ontwaken we een scala van neurotransmitters waardoor onze alertheid groter is dan normaal. Goede presentatoren hanteren dan ook twee geluidsniveau’s: het normale, verstaanbare niveau voor gedetailleerde informatie en het hardware niveau voor kernpunten. Door van verbale snelheid te wisselen wordt een grote hoeveelheid informatie niet ‘monotoon’ – een toehoorder raakt minder snel ‘ontspannen’ en blijft dus alert. Volgorde van informatie is tevens een onderdeel in hoe informatie wordt onthouden. Een opvatting of kernpunt, gevolgd door een geschetst beeld dat een emotie oproept en eindigend met een identificeerbare conclusie; deze volgorde forceert informatie om in het lange termijn geheugen opgeslagen te worden en een toehoorder te sturen. KEBIC is een handig ezelsbruggetje om te onthouden, wanneer je een presentatie voorbereid met cuecards of ‘slides’.
Visuele amplificatie
Vraag het aan iedere schilder; kleuren zijn een mystieke wetenschap op zichzelf. Er zijn drie primaire kleuren: rood, geel en blauw. Deze drie kleuren zijn de basis van alle andere kleuren, maar hebben nog een ‘speciale’ eigenschap: ze kunnen andere kleuren laten ‘uitsteken’. Daarnaast reageren mensen ook op kleuren; rood is een bekend voorbeeld om alertheid op te wekken, terwijl blauw juist ontspannend werkt. Goede presentatoren bewegen met hun lichaam (onder het mom van body language) echter is het pure feit dat beweging ons pupilreflex overuren laat draaien. Onbewust verrichten we dus inspanning, en onbewust zijn we alerter. Goochelaars maken dankbaar gebruik van dit automatisme; waarom wandelen die assistentes rond en waarom maken ze van die gekke bewegingen met hun vingers? Onze ‘focus’ werkt als een ‘hersenspier’ die wordt aangeroepen door het autonome zenuwstelsel. Conforme beelden stellen ons gerust; wanneer we steeds nieuwe beelden ontvangen die desastreus verschillen, vertrouwen we bron van de informatie niet meer. Te veel wisselende beelden overbelaadt onze hersenen en genereren een ‘paniekaanval’; onbewust zijn we zo alert dat we informatie op visueel gebied als gevaar gaan zien. Daarom zijn ‘huisstijlen’ en logo’s belangrijk om informatie als betrouwbaar over te laten komen.
Herkenbare informatie
Een voorbeeld schetst een identificeerbare situatie; zonder identificatie heeft een toehoorder geen sympathie voor de boodschap. Mensen koppelen informatie aan informatie, maar het uitgangspunt is dat ze het aan zichzelf koppelen. Wanneer informatie niet te koppelen aan onszelf, dan wordt de informatie irrelevant. Daarnaast onthouden onze hersenen eerder een situatie dan een regel tekst van 10 woorden; er is zelfs een speciale hersenfunctie voor: het episodisch geheugen!

Meer lezen over Consultancy? Klik hier voor meer de inhoudsopgave van alle artikelen!
©SamRain
Amplificeren

woensdag 18 januari 2012

Consultancy als ambacht: Verkopen door overredingskracht


“Een juist moment verleent een klein geschenk bijzondere waarde.”
                                                                                                - Menandros
Iedere consultant ‘verkoopt’ immateriële producten; kennis is immers een vorm van intellectueel eigendom dat wordt ‘geleased’ door bedrijven. Het nadeel van immateriële producten is dat ze geenszins ‘tastbaar’ zijn; een consultant moet een beeld schetsen van een oplossing en daarbij staat óf valt zijn of haar ‘verkoop’. Gelukkig is er een wapen ten hande voor consultants: overredingskracht.
 Wanneer mensen overtuigd worden van een opvatting is dit niet afkomstig van een enkele factor. Mensen zijn behoorlijk schuw wanneer iets afwijkt van hun eerdere opvattingen; het vereist dan ook een goed voorbereid repetoire om mensen te synchroniseren aan de route welke je voor ogen hebt. Communicatie is daarom een zeer interessant onderwerp voor consultants; het is toegepaste psychologie met meer spanning én praktisch in hun vakgebied.
Communicatie kent vele zijden; echter is de basis voldoende om goed te leren overtuigen. Dit is het model dat je vast al kende:
 ‘Don’t shoot the messenger’ is een bekend spreekwoord; echter speelt de boodschapper een cruciale rol wanneer het gaat om overredingskracht. Mensen moeten eerst ‘open’staan voor suggestie, wilt men de boodschap accepteren. Vaak onbewust rekenen we af op de criteria die we stellen aan de boodschapper: reputatie, sociale status, leeftijd, geslacht, deskundigheid, uiterlijk, karakter en stereotype. Hoewel mensen vaak zich de illusie maken dat ze niet discrimineren, weten ze diep van binnen dat ze eenmaal zo ‘hardwired’ zijn. Voor consultants gelden dan ook de ‘volgende’ kenmerken, willen ze een overtuigende rol spelen in de directiekamer:
-       De reputatie van deskundigheid; men betaald voor een ‘expert’ dus men verwacht een expert. Consultants zijn daarom ‘gespecialiseerd’ in een bepaald kennisgebied, zorg dat deze specialisatie bekend is bij de ‘ontvangende’ partij.
-       Uiterlijk speelt een rol; wel eens afgevraagd waarom zoveel consultants in pak rondlopen? De meeste omdat ze denken dat het ‘beleefd’ is, echter zorgt formaliteit voor autoriteit. Wanneer mensen de stimulus krijgen om formeel te reageren nemen ze veel duidelijker een gedragshouding aan; ze worden of dominant of onderwerpend (en beide zijn nog steeds gelijkwaardig wanneer het gaat om te overtuigen)
-       Verbaliteit is het medium waarin de boodschap wordt overgebracht. Een mededeling levert andere reacties op dan het stellen van vragen. Sommige consultants zijn agressiever in een dialoog, anderen nemen een passievere houding aan. Helaas houden de meeste consultants van hun eigen geluid; het gebruik van de verbale boodschap is bedoelt om opvattingen te ‘implanteren’, om uiteindelijk een beslissing te sturen
-       Identificatie is voor mensen belangrijk om open te staan voor suggestie. Het is daarom vaak effectiever om stereotyperend over te komen; als je gedrag ‘herkenbaar’ is, zullen mensen je dan ook eerder vertrouwen dan wanneer je ver buiten de boot ligt.
-       Presentatie met behulp van ‘eye-catchers’ zijn uiterst effectief. Ondanks dat onze hersenen overstroomt worden met visuele informatie, onthouden we alleen uitzonderlijke situaties zoals bewegingen, kleuren of afwijkende objecten. Wanneer mensen de focus hebben op een ‘object’ staan ze opener voor suggestie.
Hypnose werkt ook ongeveer op dezelfde manier; houd wel rekening mee dat niet ieder mens ‘redelijk’ is, en dat overredingskracht dan ook niet overal succesvol is.

Meer lezen over Consultancy? Klik hier voor de inhoudsopgave van alle artikelen!
©SamRain
Verkopen

Het fenomeen vrouw: Alles wat men niet durft te schrijven


Deel II: Vrouwelijke Stereotypen
“Most woman are not so young as they are painted”
                                                                        - M. Beerbohm
Waar het vorige artikel was gewijd aan vergelijkingen en misvattingen, gaat het in dit artikel over stereotypen waar de ‘westerse’ vrouw als basis is genomen. Het klinkt misschien plat, maar zowel mannen en vrouwen zijn écht in te delen in hokjes; ieder individu verschilt zeker met anderen, maar de gemeenschappelijke factoren forceren eenmaal een soortgelijk gedrag. Een stereotype is per definitie niet slecht; gedrag is afhankelijk van fysiologie, leeftijd, omstandigheden, milieu en opvattingen. We gaan daarom uit van de gezonde, westerse vrouw in de leeftijdscategorie van 22-35 jaar uit een modaal gezin die niet blootgesteld is aan grote trauma’s of stoornissen heeft ontwikkeld.
Het zelfbeeld van een vrouw is afhankelijk van haar ideaal beeld: of ze voldoet er ruimschoots aan, staat gelijk of stelt zich eronder. Dit beeld wordt gecreëerd door de cultuur en maatschappij waar zij zich in bevind, versterkt door het aantal volgers van dit beeld. Wil je weten wat dit ‘zogenaamde’ beeld is voor de meeste vrouwen? Weet je het zeker want het is rauw en rechtdoor zee? Okee, daar komt het:
Vrouwen anno 2011 moeten eruit zien als een Hollywood pornoster: borsten, billen moeten proportioneel groter zijn dan de taille, het haar moet lang zijn en de huid volkomen gaaf. Lichaamsbeharing is uit den boze en zij moeten gewillig zijn een grote variëteit van sexuele handelingen te verrichten om recreationele sex spannend en opwindend te houden. Vrouwen moeten zich in relatie tot andere vrouwen kleden qua norm gesteld door een gezichtsloze autoriteit om hun status te behouden, cosmetisch aanpassen om naast de norm een individuele ‘touch’ te hebben met behulp van make-up. De moderne vrouw is onafhankelijk van de andere sekse: een eigen carrière, eigen vermogen, eigen auto en gaat zelfs op vakantie. Een moderne vrouw wilt jong moeder zijn, om ‘jong’ de arbeidsmarkt te betreden. Daarnaast moet de vrouw nog altijd zorgzaam zijn voor de kinderen, hun partners bevredigen om niet alleen achter te blijven. Oh, en een academische graad is ook een pré.
Dit beeld is (echt waar) de realiteit van de meesten, al willen ze het liever niet toegeven. Natuurlijk is het niet wat mannen van ze vereisen; het is echter wel de gemeenschappelijke opvatting die er vooral in de puberteit ingestampt worden. Voor mannen geldt dit net zo; echter beheersen mannen de maatschappij nu eenmaal meer (en gaat deze serie over vrouwen). Een beeld is niet goed of slecht, het is een abstract ‘iets’ waar we op reageren.
Er zijn 3 mogelijke reacties op het eerdere genoemde beeld, namelijk:
* acceptatie: het ideaalbeeld omarmen en het als streefpunt gebruiken
* rebellie: het ideaalbeeld verwerpen, deels dan wel in het geheel
* ontkennen: het ideaalbeeld niet durven te zien, maar wel bewust te zijn.
De reactie op het ideaalbeeld heeft niets te maken met geluksgevoel, iemand kan in constante euforie leven en het ideaal volledig verwerpen. Echter is de reactie wel een indicator op het gedrag.
Willen en kunnen zijn twee hele verschillende dingen. Meestal is de reactie op het ideaalbeeld een reflectie in hoeverre vrouwen eraan voldoen:
* acceptatie: vrouwen die in twee of meer aspecten (uiterlijk, afhankelijkheid en sexualiteit zijn de overheersende in het gegeven ideaalbeeld) ruim voldoende scoren of de wil hebben om te scoren;
* rebellie: vrouwen die, vanuit ouderlijke opvattingen, twee of meer aspecten in het ideaalbeeld zien botsen met hun culturele status;
* ontkennen: vrouwen die vinden dat ze niet voldoen aan twee of meer aspecten, maar het wel zouden willen als ze het konden – echter accepteren ze het lot zoals deze is uitgedeeld; ze voldoen namelijk wel aan minimaal twee aspecten, echter vinden ze deze onbewust ondergeschikt aan hun ‘zwakheden’.

Uit de reflectie worden er vier stereotypen zichtbaar:
- het feestbeest / gezelschapsdier (acceptatie, voldoet aan ideaalbeeld)
- de carriere vrouw / de deskundige (rebellie, verwerpt ideaalbeeld)
- de ‘girl-next-door’ / de collega (ontkenning, voldoet deels aan het ideaalbeeld)
- de outcast / de lelijkerd (wilt voldoen, maar voldoet niet)
Nu zijn stereotypen voor vrouwen aangeven een pijnlijke kwestie; confrontatie gaat ieder mens uit de weg (man en vrouw). Heb dan ook geen bedenkingen, want voor mannen geldt precies hetzelfde, het ideaalbeeld verschilt alleen. Ieder stereotype stelt haar eigen wensen en omdat ze afhankelijk is van opvattingen is het stereotype niet een vastgenageld concept. Vrouwen kunnen net als mannen veranderen; hun ervaringen bepalen de koers. Hoewel vrouwen soms ‘meerdere’ kanten kent, is er altijd een dominante kant.
De Outcast / De Lelijkers
De O/L wil graag prinses Fiona zijn, maar haalde nooit de schoonheidsprijs. Overgewicht, sexuele passiviteit, middelmatige cijfers en een enkele vriendin (misery needs company) waren al de reden voor haar onzichtbare leven. Deze vrouw zit vol opgepropte pijn, vanwege afwijzing.
Kenmerken: dit lijkt op de ‘rebellerende’ vrouw, maar schijn bedriegt! Haar kleding is ‘opvallend’ niet modieus, meestal donker of vloekend fel. De wereld is voor haar een donkere plek vol ellende en pijn, welke ze verhult met haar even ‘donkere’ kant, zoals bizarre hobby’s en opvattingen.
Wilt: zal het nooit zeggen maar droomt écht van Brad Pitt (porno droom)
Zoekt: andere outcast om samen te klagen over de wereld en te verstoppen in een schelpje. Dierenliefhebber in het extreem: mensen zijn stom!
In bed: omdat ze zich ‘verplicht’ voelt, verwacht geen ‘Kim Holland’ praktijken.
De ‘Girl-Next-Door’/De Collega
Zij is spontaan, aardig en behulpzaam. Haar leven is goed, ze geeft het relatief niet slecht en weet eigenlijk nooit wat ze wilt – ze is op zoek naar ‘haar’ plekje in de wereld en schrijnt niet om dan eens wat ‘nieuws’ te proberen (pottenbakken, schilderen, koken). Ze heeft een goede opleiding genoten en een modaal inkomen, want ze heeft de discipline van een werkpaard met de elegantie van een zwaan. ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’ is haar motto.
Kenmerken: de alledaagse vrouw die haar inkopen doet bij de H&M, nooit zou betalen voor een LV (maar graag krijgt...). Ze heeft een warm karakter en heeft altijd tijd (en is op tijd). Echter wilt ze altijd compenseren ten koste van haar zelf; een identiteitscrisis is haar niet onbekend omdat ze nu eenmaal iedereen wilt ‘pleasen’. Huisdieren zijn ‘ok’, maar liever niet.
Wilt: vindt Brad Pitt te glad, maar heeft wel wat met die ene ‘soap-ster’
Zoekt: spontaan, zelfverzekerde partner met zekerheid voor haar lange termijnplannen. Het type om mee te gaan dineren en te wandelen.
In bed: ze is naast een emotionele tijdbom, ook een sexbom; alleen net als haar ware aard, verschuilt ze ook dit aspect voor de wereld.
De Carrière Vrouw / De Deskundige
De bitchy, maar hoogopgeleide vrouw. Ze haat mannen; in plaats van vrouwen gaat ze de competitie met hen aan. Haar bewijzingsdrang drijft haar (en anderen) tot waanzin – ze heeft altijd gelijk en denkt alles te weten. Andere vrouwen zijn maar naïeve matrasjes; zij weet hoe ze met haar vrouwelijkheid het echte ‘zwakke’ geslacht te exposeren. Een Living-Apart-Together relatie zou haar voorkeur hebben, maar een relatie met een onderdanige man vindt ze prima. Zolang hij maar weet wie er de baas is! Huisdieren, misschien 1, max. 2.
Wilt: een ‘Lex Luthor’; established, vermogend en vals (zoals haar zelf)
Zoekt: een onderdanige accessoire, ze domineert het podium alleen
In bed: zeer dominant, met het idee om aan haar ‘eigen’ trekken te komen. Verwacht geen hartverwarmende knuffel uit spontaniteit.
Het Feestbeest / Gezelschapsdier
Zij wilt erop uit en vooral gezien worden. Ze is impulsief en een ongeleid projectiel? Toekomst? Dat zien we dan wel! Mannen genoeg, vind ze en trekt het liefst stad en land door om per dag te leven. Toch is ze heel onzeker; overal zoekt ze bevestiging: tasjes, schoenen, kleding, extensions, nepwimpers, borstvergroting, zo lang de blikken maar op haar gevestigd zijn! Huisdieren die in een kom of tasje passen.
Wilt: een ‘surf dude’ om samen een romantische film na te spelen
Zoekt: een metrosexuele, maar vermogen telt meer, man om goed op de foto te staan
In bed: ze zucht en kreunt voor een Oscar-nominatie, tenzij ze in een goede bui is, na het shoppen. Het is voornamelijk acteerwerk, maar je hebt dan ook de pornoproductie die je verwachtte.

maandag 16 januari 2012

Het fenomeen vrouw: Alles wat men niet durft te schrijven


Deel I: Mannen en vrouwen in vergelijking
“Ce sexe à qui tu dois ta mère”
                                    - G. Legouvé
Deze serie schrijfsels zijn niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek van een stel oude, impotente grijze mannen uit de tijd waar het fenomeen vrouw gedoemd was tot het aanrecht. Ook is het niet de mening van een über feministische, self-made Woman of the Year (is ook niet erg objectief). En het allerergste is waarschijnlijk dat ze niet bedoelt zijn voor vrouwen (hoewel ze er wél wat van kunnen opsteken). Wees daarom gewaarschuwd voor een zeer hoog gehalte van seksisme, stereotypering en andere sleutelwoorden voor pas-op-lange-tenen. Het doel is niet het oproepen van discussie, maar een handleiding voor mannen: ken uw vijand.
Vrouwen zijn een fenomeen. Talloze studies, boeken en tv-shows besteden er hun inhoud aan; bekende titels zijn zelfs verbaal gemeengoed geworden, zoals ‘Mannen komen van Mars, Vrouwen van Venus’. Met 2/3 van de wereldbevolking zijn vrouwen de grootste, onbegrepen groep sinds de mensheid, geen enkele andere groepering kent onderdrukking tot op de dag van vandaag zoals de Vrouw. Toch kan niemand ontkennen dat Zij de kroon van de Schepping is; al zouden mannen het kunnen, wij zien liever af van de levensproductie in ons lichaam.
De eerste merkwaardigheid is dat we vrouwen typeren als van het andere/zwakkere ‘geslacht’. Niet alleen is dit een biologisch verkeerde term, maar een misvatting dat er voor zorgt dat we vrouwen als een andere levensvorm zien. De andere sekse heeft weliswaar hele andere fenotypische en fysiologische eigenschappen, maar man en vrouw verschillen minder van elkaar dan men wilt geloven. De geschiedenis, het heden en de toekomst bepalen onze opvattingen, en daarom ons gedrag ten opzichte van vrouwen. Biopsychologen geven namelijk graag de schuld hormonen, psychologen op experimenteel vlak geven het vingertje op cultuur en maatschappij en de rest vertrouwd op de autoriteit van de modewereld (een industrie van mannen die de vrouw niet als lustobject zien).
Lang, lang geleden kreeg een slimme man een idee: laten we een rolverdeling maken; vanaf dat moment werd de man de jager en de vrouw de klusjes-allrounder. De slimme man vertelde de vrouw dat zij ondergeschikt was en zo werd de vrouw millennia lang gezien als een accessoire / nodig kwaad. Dit denkbeeld bestaat nog steeds, waardoor het fenomeen vrouw zich heeft moeten assimileren tot wat ze nu is. Laat je echter niet bedotten; diep van binnen is ze net zo narcistisch en haatdragend als jij. En denk vooral niet dat Zij het zwakke geslacht is, dat zal je op een dag eens vies tegenvallen.
In plaats van de verschillen te benoemen, wil ik het voor de verandering hebben over de overeenkomsten. Het zal snel duidelijk worden dat vrouwen net als mannen denken; en deze kennis zal je helpen ze te begrijpen of je te behoeden voor schadelijke relaties. Precies; je wordt een betere ‘jager’.
De twaalf belangrijkste overeenkomsten
-       Penisnijd: net zoals mannen, concurreren vrouwen zich suf. Ze vergelijken elkaar en afhankelijk van het ‘ideaal beeld’ maken ze excuses en geven zichzelf een ‘cijfer’. Een gemiddelde vrouw reageert, net zoals jij op een gespierd mannenmodel, op een ‘porn look’ coverbabe. ‘Das nep’, ‘Zo ordi’, ‘Ik ben tevreden met mezelf’ – Herkenbaar?
-       Bovenlichaamfixatie: zoals mannen kijken naar de voorgevel, kijkt zij naar je armen en schouders. Siliconen zijn net als jouw biceps; te overdreven en nep, werken zelden lustopwekkend. Alsof een vrouw met plastic ballonnen van cup M je in extase brengen.
-       Agressie: vrouwen zijn net zo agressief als mannen – hoewel de meeste gevechten tussen man en vrouw ‘oneerlijk’ zijn, doen ze er psychologisch niet onder. Als je ooit ruzie hebt gehad in een relatie, waar je haar niet kwetst maar krenkt, zul je het beamen (absoluut vermijden).
-       Sex Drive: vrouwen hebben een libido gelijk aan mannen; het grote verschil is de mogelijke consequentie voor hun lichaam; namelijk zwangerschap. Het neemt echter niet weg dat vrouwen net zoveel behoefte hebben aan sex als mannen.
-       Mama Syndroom: vanaf onze jeugd gaan mensen competitie aan met hun ouders; jij met je vader, zij met haar moeder. Daarom trekken mannen meer naar hun moeder toe op emotioneel gebied en vrouwen naar hun vader. Zo ‘selecteren’ we onze partners, door de criteria die we dan vaststellen.
-       Rolmodel: het omgekeerde van het Mama syndroom; mensen assimileren vanaf hun jeugd informatie om hun individu te vormen. Zoals jouw vader, jouw favoriete beroepsdroom en superheld jouw rolmodellen waren, zo vormt zij het hare van haar moeder, haar toekomstige rol en succesvolle vrouw.
-       Ego: mensen creëren een zelfbeeld. Ieder mens stelt criteria aan zichzelf en onze individuele geestelijke vorming blijft iedere levenservaring groeien. Naarmate mannen en vrouwen bewust worden van henzelf, worden ze ook bewuster van hun omgeving; de mening van anderen over de mens heeft dan ook een grote impact op hun individu.
-       Sexuele Discriminatie: net als mannen, discrimineren vrouwen de andere sekse: uiterlijk, innerlijk, gedrag, potentie en status spelen een grote rol voor beiden. Weliswaar stellen vrouwen andere criteria, maar dat komt met name door hun opvattingen over het ‘ideaal’. Een vrouw kijkt eerder naar Brad Pitt dan naar Ron Brandsteder, net zoals jij kijkt naar Angelina Jolie in plaats van Loretta Schrijver.
-       Status: vrouwen competeren met vrouwen, hoe beter ze zijn in de vergelijking hoe hoger hun aanzien wordt. Vrouwen gaan daarom voor de ‘porn look’ en mannen pakken die extra grote dumbell in de sportschool.
-       Frustratie: vrouwen raken net zoals mannen gefrustreerd wanneer ze niet de macht hebben over een situatie; mensen zijn control freaks. Waar zij geleerd hebben om hysterische geluiden te maken en te huilen, zo slaan mannen het liefst een gat in de gipsmuur: machtsvertoon.
-       Groepvorming: net zoals mannen hebben vrouwen hun eigen ‘club’ van eigen sekse. Ooit wel eens een vrouw ‘alleen’ gezien in een discotheek? En zou je als man zijnde alleen naar een discotheek gaan? Net als vrouwen zoeken mannen metgezellen / lotgenoten echter met eigenschappen die ze zelf ambiëren of missen. Mensen hebben het van nature in zich: compenseren.
-       Voortplanting: mensen willen zich voortplanten. Het leven is eindig en de mens wilt van nature iets van zichzelf achterlaten. Hoewel mannen het zo lang mogelijk ontkennen, hebben zij dezelfde ‘kriebels’ als vrouwen. Zoals alle moeders weten, zijn er twee seksen nodig voor een voortplanting, en ze zullen hun kroost bij hun volwassenheid –zoon of dochter- zeggen dat het hoog tijd wordt voor kleinkinderen.
Vind je nog steeds dat vrouwen zoveel verschillen met mannen? Natuurlijk zijn er enorme fysiologische verschillen, zoals de testosteron / oestrogeen verhouding, de menstruatie en groeispurt, maar de gedragsmotivatie is veelal te wijten aan de opvoeding en culturele opvattingen. Heel typisch dan ook is het benoemen van de misvattingen die de westerse man heeft van het fenomeen vrouw:
-       vrouwen kunnen ‘beter’ multi-taksen (mensen kunnen niet multitasken zonder fysiologische afwijking in de hersenkwabben)
-       vrouwen hebben een ‘hogere’ pijngrens (vrouwen hebben net als mannen een wilskracht om een hoger doel te behalen naar belang van eigen voordeel)
-       vrouwen zijn fysiologisch ‘zwakker’ (spiermassa is niet hetzelfde als kracht – en elke vechtsporter zal beamen dat kracht maar een kwart is van het verhaal)
-       vrouwen hebben een tasjes/schoenen fetish (ze verzamelen status symbolen, zoals mannen dit hebben met sport en auto’s)
-       vrouwen zijn meer georganiseerd (‘let niet op de troep’ of verander eens het ‘schema’ – het zijn persoonlijkheidstrekken)
-       vrouwen houden niet van porno (ze kijken niet naar piemels en tieten, maar lezen over ‘sterke armen om haar heen’ – tip: zie de boekenkast of salontafel met magazines)
-       vrouwen kunnen niet goed tegen drank (neem een man uit Katwijk eens mee, die het heilige leven lijdt, die is ook na een paar wijntjes ‘total’ – daarnaast is ‘zuipen’ voor vrouwen geen status symbool, maar een afrodisiacum).
©SamRain
Fenomeen vrouw