“Mannen
denken naast sex ook aan andere dingen. Auto’s bijvoorbeeld.”
- Sam Rain
- Sam Rain
Er is maar 1 ding erger dan hindoestaanse jongens, namelijk de hindoestaanse man. De hindoestaanse man weet alles beter,
heeft alles ontdekt (of kent de ontdekker en heeft deze geholpen om het te
ontdekken), kan alles zelf en altijd beter dan een ander. daarom is de
hindoestaanse man, volgens eigen betoog, geen minister-president, omdat hij nog
belangrijkere zaken heeft af te handelen. Zeuren, klagen, slijmen – typisch
kenmerkend.
Hindoestaanse mannen zijn meestal één van de
volgende stereotypen:
-
een tiran (ijzeren hand en
thuisdictatuur)
-
een vrek (geen cent uitgeven,
ongeacht het nut)
-
een manusje (de deurmat van
iedereen)
-
een cafe moosa (een drankorgel vol
vergeten glorie)
-
een net-niet-pandit (schrijvers
van een niet-bestaand schijnheilig boek).
Bij grote pech zijn deze vereenvoudigd in één
enkele hindoestaanse man, hoewel café moosa’s zelden ouder worden dan 55 – de
maatschappij besparend van zoveel meer jaren van ‘advies’. ‘Het leven is hel’,
volgens de hindoestaanse man; haaruitval, suikerziekte, rugklachten, gebrek aan
erkenning op werk of ‘slechts’ gedeeltelijk arbeidsongeschikt. De hindoestaanse
man slikt het allemaal maar en draagt de juk tot het einde door. Gedurende deze
weg worden ze blind voor hun eigen fouten en onwetendheid, maar ontwikkelen een
hypergevoelige snaar voor de fouten van anderen. Niemand is goed genoeg en het
volgende leven is niet ver weg meer. Hindoestaanse mannen gaan niet naar
psychologen, therapeuten of naar ouderavonden zonder een dubbele agenda; al is
het om de tegenpartij eens wat te leren.
In het geniep is de hindoestaanse man een ware
racist; niemand is beter dan het volk uit India. Over ieder ras heeft deze de benodigde
vooroordelen klaar staan, waar menig PVV’er een goed puntje aan kan zuigen.
In de weelde van deze zelfkennis, weten ze
alles over het geloof en met name hoe deze te belijden – alsof ze door Vishnu
zelf zijn overgenomen. De hindoestaanse man zal het een ieder laten weten, met
een glaasje vol van opa’s sterke hoestdrank.
Wanneer hij geprezen wordt voor het schreef
betegelen van zijn badkamer (of erger: de jouwe), gebruikt hij deze referentie
op alle feesten en partijen. Zijn inzicht in het oplossen van de problemen in
de economie zijn zeer creatief – de hindoestaanse man hoef je alleen maar het
bankboekje in handen te geven, waarop deze adviseert om opnieuw te beginnen.
Belastingen, of donaties, tja... daar hebben hindoestaanse mannen niets mee.
De hindoestaanse man was vroeger een ware
actieheld, een superman in de vorm van een Bollywood acteur. Naarmate echter de
haaruitval vordert en de hindoestaanse man het aantal sieraden in goud bij
verzameld, wordt deze qua beweging wat rustiger. Op de tweesplitsing zal hij
kiezen voor de gemeenschapsrol of voor het aftroeven van anderen; in het eerste
geval zal deze prominent alle mantra’s opzeggen nog net voor de Pandit en in
het tweede geval zal deze de meest populaire Pandit vinden en inhuren met grote
bombarie.
Voor de hindoestaanse man was vroeger alles
beter; meisjes opgesloten in huis, jongens doctoralen en de kousenband een stuk
goedkoper. Maar helaas, ook voor hindoestaanse mannen veranderen de tijden – en
blijft er alleen nog de man over.
©SamRain
Hindoestaanse man
Hindoestaanse man
Geen opmerkingen:
Een reactie posten