vrijdag 22 juni 2012

Dieper in het Hindoeisme: Het hiernamaals


“Iedere religie kent een vorm van hemel en hel.”
                                                                        - Sam Rain
Iedereen die enige affiniteit heeft met theologie zal wel eens de ‘Divine Comedy’ van Dante voorbij zien komen – al zijn het enige referenties. Het is bijna een universeel begrip; wie goed is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Zo ook in het Hindoeisme – alleen is het ‘verhaal’ omtrent de filosofie relatief onbekend voor de meesten.
Wedergeboorte staat in het Hindoeïsme centraal, waar het uiteindelijke doel is om terug te keren naar de oorsprong. Om opnieuw geboren te worden, dien je te sterven – waarna de ‘selectie’ van het soort wedergeboorte gebeurd door middel van een karma-afweging. Deze selectie, is volgens de Hindoe-geschriften niet onmiddellijk; men verblijft in de ‘swarka’ of de ‘narka’ – waar de eerste gelijkenis vertoont met de hemel en de laatstgenoemde veel weg heeft van het begrip hel.
Hemel is een abstracter begrip, evenals de hel. Hoewel men overtuigd is dat deze twee begrippen horen in de monotheïstische wereldreligies (Judaïsme, Islam en Christendom) zijn ze theologisch gezien terug te vinden in ieder religie. Ze kunnen, in termen van wetenschap, gezien worden als individuele dimensies. Beide dimensies hebben een klimaat afgestemd op de Geest. Laat ik als voorbeeld twee planeten nemen – Mars en Mercurius. Om te leven op Mars is gemakkelijker in een vaste vorm, terwijl op Mercurius een fysiek lichaam vrijwel meteen verbrand vanwege de afstand tot de zon. Een ‘gehechte’ Geest is simpelweg niet levensvatbaar in de ‘swarka’ – een ‘vrije’ geest zal grote moeite hebben in de ‘narka’ en ook in termen van filosofie er ‘uitdoven’.
In de Veda’s en de purana’s zijn de referenties naar deze dimensies ontelbaar; het is de Garudapuran die vrij gedetailleerd in gaat op de indeling. Een bekende van andere religieuze geschriften zal de typerende structuur meteen herkennen; zo bestaat de ‘narka’ uit diverse dorpen, waarin er gradaties van lijden bestaan – zoals Dante’s Inferno. De ‘swarka’ is zo onbeschrijfelijk gelukkig dat het niet beschreven kan worden; het typische paradijs waar men bevrijd is van vorm en lijden.
Het grote verschil met de Westerse religiën is dat de ‘hemel’ of de ‘hel’ géén eindbestemming is; gedurende de transmigratie behoudt de ‘ziel’ (het Zelf) zijn essentie. Men zou deze geestelijke reis tussen dimensies en geboorten kunnen zien als een pelgrimstocht tot men de perfecte staat bereikt – die in het Hindoeïsme kan variëren tussen 1 en miljarden levens. Het begrip reïncarnatie is daarom verwarrend – opnieuw in ‘het vlees’ komen zou betekenen dat ieder van deze levens van organische aard is – het hindoeïsme kent een ‘eigen’ biologie en metafysica. Theoretisch zou de filosofie van het Hindoeïsme over het hiernamaals natuurkundig kunnen kloppen – mits men uitgaat van twee basisgronden, die nooit verder zullen reiken dan hun hypothetische vorm.
Waar de monotheïstisch godsdiensten de ‘selectiecriteria’ zich richten op de naaste mens, ziet de Hindoeïstische opvatting het op een gehele onthechting van het bestaan. Hoe meer onthecht, hoe beter de ‘score’ om het ‘swarka’ te betreden. Hoe gehechter men is, levert weer de nodige score voor de ‘narka’ dimensie. Centraal staat dus het ‘Ego’; egoloos is het ‘swarka’ klimaat en het narcisme resulteert in de ‘narka’ als tijdelijk verblijf. Ongeacht het geloof, zijn de zingeving en filosofie een universeel streven, waar ieder mens beter van zou worden.
©SamRain
Hiernamaals

Geen opmerkingen:

Een reactie posten