zondag 3 juni 2012

Ik haat ik: De spiegelconfrontatie


“We zijn wie we zien.”
                        - Sam Rain
De spotjes schijnen vanachter op de lange brede spiegel, waar een glimlach zich laat zien. De schoenen, de broek en het shirt zijn fonkelend nieuw. Het haar zit in de kleinste detail gestileerd en met de sigaret lijk ik op de Marlboro Man.
Het is vrijdag. School voorbij en het weekend maakt aanstalten. Over een uurtje naar het veldje, twee straten verderop. Honderd piek in mijn zak, vier briefjes van 25. Twee gekregen van Oom Dronken en Oom Ladderzat, twee verdiend met m’n baantje in de winkel. Drie keer meer dan m’n vrienden, maar ach – een biertje kost toch een gulden.
Vijftien kaartjes met hartjes, een hoop ‘eksootjes’ in m’n agenda. Die ene van de Kermis vond me ook leuk, zei vriendin Kwetter – die heimelijk verliefd op me was – dus vanavond ‘altijd prijs’ of de glinsterende Bonus uit het rad van fortuin. Huiswerkradio schelt door m’n Sony – en het zoveelste happy hardcore liedje zoemt er doorheen. Aangevraagd door Patser, mijn beste vriend en radioverzoekverslaafde.
Bah, zonder kloppen wandelt ze binnen. Ze is getrouwd, maar durft nog steeds tegen Mam niet te vertellen dat ze rookt. ‘Doe mij es een peuk, lelijkerd’ en gaat in de spiegel turen op zoek naar een oogpotlooduitwijking.
En terwijl ik er handig één uitwip en galant voor haar aansteek, zegt ze –zoals altijd, precies het verkeerde – met een bloedserieuze blik: ‘Jezuuus, wat lijk jij op papa, zeg!’
Zo vergalde één zin de rest van mijn puberteit.
©SamRain
Confrontatie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten