maandag 9 januari 2012

Van terugdringen naar bevorderen recidive: Hoe een staatssecretaris de plank misslaat


Nederland kent de langste straffen in vergelijking met onze buurlanden. Wanneer een straf wordt uitgesproken door de rechter, hebben de meeste gedetineerden in voorarrest gezeten om vervolgens te worden overgeplaatst naar de gevangenis. In de gevangenis ‘betaald’ iedere gedetineerde zijn schuld af aan de maatschappij; echter komt aan iedere straf een eind en zal hij of zij moeten terugkeren in de maatschappij.
De overheid begrijpt de terugkeer maar al te goed; vandaar dat zij veel heeft geïnvesteerd in ondersteuning van dit traject. Al enige jaren kent het gevangeniswezen het Terugdringen Recidive programma onderdeel. Dit houdt in dat iedere gedetineerde maximaal 4uur per week kan werken aan zijn of haar toekomst: schulden, wonen, werk en psychosociale zorg.
In het allerlaatste deel van de straf mogen gedetineerden nog een stap verder: via een selectiefunctionaris kunnen zijn, bij positief advies van de penitentiaire instelling én de reclassering, overgeplaatst worden naar een minder beperkt ‘regime’. In dit traject hebben gedetineerden een speciale privilege: het verlof. Zij krijgen dan tweemaandelijks 60 uur om buiten de inrichting te verblijven, mits zij zich houden aan de vastgestelde regels.
Op 5 november, tijdens de open dag van de Dienst Justitiële Inrichtingen, verkondigde de staatssecretaris van Veilgheid en Justitie, Fred Teeven, zijn plannen voor de afschaffing van het 60uur verlof en zelfs de minder beperkte inrichtingen. In plaats daarvan wil hij naar 24uur, met ‘strengere’ eisen en enkel voor praktische zaken als een paspoortaanvraag. Volgens de staatssecretaris is ‘de beste recidive door opsluiting’ het motto voor zijn visie. En juist deze visie is een terroristisch aanslag op de Modernisering Gevangeniswezen; het in gang zetten van zo’n plan kost naast vele miljoenen ook de effectiviteit van het Terugdringen Recidive programma.
In het huidige systeem is het verlof helemaal niet ‘vanzelfsprekend’ zoals de staatssecretaris beweert. Penitentiaire instellingen observeren naast het gedrag van gedetineerden ook de overtredingen van reglement én de opgelegde strafmaatregelen in een dossier. Zij geven een advies uit aan de selectiefunctionaris; alleen al bij een negatief advies kan het ‘recht’ op verlof al worden ontzegd. Daarnaast speelt reclassering een grote rol: de reclasseringsambtenaar legt de gedetineerde een verzoek tot medewerking op. Deze ‘medewerking’ houdt in dat de gedetineerde wordt blootgesteld aan een persoonlijk onderzoek: de ‘leefgebieden’ zoals sociale contacten, toekomstvisie op werk, inkomen en onderdak, maar ook berouw en verantwoordelijkheidsgevoel. Maar er is nog een laatste obstakel: het verlofadres moet worden goedgekeurd door justitie, een adres in een buurt of zelf bekend staat voor ‘overlast’ betekent direct een weigering. Dit geldt ook voor de bewoners van het adres; zij worden onverminderlijk gecontroleerd op ‘antecedenten’.
Het verlof wordt vaak ook gepresenteerd als recht; maar het is eerder een privilege waar strenge condities aan gesteld worden. Alcohol- of drugsmisbruik, overtredingen en verlaat melden betekent een enkele reis naar de gesloten inrichting. Alle gedetineerden weten dit; en velen riskeren dan ook niet hun voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dit systeem werkt ook en zal niet veranderen met het voorstel van de staatssecretaris.
Wat wél zou veranderen is een bureaucrationele verandering. Verlof zou volgens de staatssecretaris per incident behandeld moeten worden. Dit kost meet tijd, meer mensen en meer geld. Het verlof móét al verdient worden, het plan van de staatssecretaris heeft dan ook geen toegevoegde waarde. Het verlof dient namelijk als doel om terugkeer in de maatschappij te bevorderen; deze terugkeer is niet alleen afhankelijk van een paspoort. Familie, gezin en psychische gewenning zijn namelijk zeer cruciaal voor het terugdringen van recidive. Vraag het maar aan iedere hulpverlener in de psychosociale zorg. Fred wil alleen maar vergelding.
Bron: ANP

Geen opmerkingen:

Een reactie posten