“This is me; on my most sadomasochistic moment.”
- Bill (Kill Bill)
- Bill (Kill Bill)
Agressie is een onderwerp dat zich vaak verbind aan alle ernstige conflicten in de wereld: ruzie, vechten en oorlog. Agressors praten vaak hun gedrag ‘goed’ – ze hebben vaak de redenen waar menig mens sympathie voor kan opwekken. Het ‘rood’ voor de ogen zien of ‘overgenomen’ door woeden, elke ‘anger management’ consulent heeft het gehoord of gezien en weet dat agressie eerder een gevolg is dan een oorzaak.
Frustratie, intimidatie en sadisme zijn drie stadia van agressie; naarmate een agressor successen beleeft met zijn of haar aanpak van conflicten, versterken de opvattingen tot het niveau dat men het kan zien als positief gedrag.
Frustratie is wanneer men zichzelf ziet als een relevante acteur in een situatie, maar geen controle kan uitoefenen. Feitelijk valt de persoon in kwestie zichzelf aan op geestelijk niveau om hem of haar aan te zetten tot handelen. Frustratie is normaal; het hoort in ons systeem omdat we zelfbehoud als primair doel zien. Het is de agressievorm dat zich beperkt tot het ego, veel stoornissen spruiten dan ook door frustratie; de geest vecht met het Zelf.
Intimidatie is dat als men het probleem projecteert op een andere partij. Niet het ego is het probleem, maar een ‘object’ vormt de belemmering. Er wordt een doel vastgesteld – de tegenstander moet wijken – ten koste van alles (inclusief het Zelf). Wanneer het doel behaald is, neemt de frustratie af, en daarmee de agressie. Zo worden intimiderende agressors van gewelddadig plotseling rustig en kalm; er is geen reden om agressief te zijn.
Sadisme is een stadium waarin de agressor een ‘beloning’ heeft gevonden in het afstraffen van tegenstanders. De agressor treedt op als vergelder en verwijt zijn of haar tegenstander dan ook dat zij volledig de schuld hebben van het geweld wat hen wordt aangedaan. In tegenstelling tot intimidatie dient het sadisme geen doel buiten persoonlijke gratificatie. Zwaar gefrustreerde mensen (ook dieren!) wachten op een conflict om zich voor te doen; een aantal criteria bij een tegenstander kan als ‘trekker’ fungeren om het geweld los te laten.
Hoewel frustratie, intimidatie en sadisme sterk verschillen is er een duidelijk relationeel verband te zien; allen zijn een gevolg naar aanleiding van persoonlijke opvattingen. Indirect en direct zijn het machtsmiddelen die ‘gekozen’ worden. Iedere sadist is gefrustreerd, maar niet iedere gefrustreerde is een sadist. Toch is frustratie een ‘keuze’; machteloosheid kun je namelijk accepteren of niet accepteren – en het laatste levert pas frustratie op.
Agressors hebben cognitieve gedragstherapie nodig; opvattingen lijken moeilijk te veranderen, maar het kost minder dan het leed van slachtoffers of de instelling om een agressor buiten de samenleving te houden. Vele voormalige agressors hebben afstand gedaan van hun opvattingen met behulp van therapie of zelfs religie.
Sadisten zijn niet alleen de seriemoordenaars uit your latest Saskia Noort, maar ook ogenschijnlijk ‘doodnormale’ jongens. Sterker nog, pubers zijn sadistisch / statistisch op een piek door hormonale veranderingen en sociale druk. Het aantal; ‘zinloos geweld’ delicten heeft niets te maken met ‘incidenten’; de sadist(en) is een tikkende tijdbom vol frustratie en vertekende opvattingen.
Het probleem kan verholpen worden door men geduld aan te leren, in ieder geval genoeg geduld om dialoog als machtsmiddel te kiezen.
Het probleem kan verholpen worden door men geduld aan te leren, in ieder geval genoeg geduld om dialoog als machtsmiddel te kiezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten