vrijdag 29 maart 2013

Hundred developers can't be wrong


"Hundred developers can be wrong."
                                                              — Sam Rain
Het is hartje zomer. Iedereen is op vakantie, behalve een collega en ik. Een nieuwe versie van het vlaggenschip is uit en er wordt geen storm verwacht. Sterker nog, het is de versie waar vele problemen mee zouden zijn verholpen. Het is rustig, want elders in de wereld geniet men van de zomer. Behalve een collega en ik. We zitten wacht te houden alsof we aan de Korea-lijn zitten. Het vlaggenschip wordt vaak in een simulatie omgeving getest, dus productie problemen hoeven we niet te verwachten.
De telefoon gaat. Een vriendelijke verwelkoming die onmiddellijk teniet wordt gedaan door de nerveuze man aan de andere kant. Er zijn problemen met het vlaggenschip. En dat nog eens op productieniveau. Ik vraag vriendelijk naar de standaard vragenlijst, terwijl de nervositeit toeneemt aan de andere kant. De klant zou vandaag gaan werken met de nieuwe versie, maar het blijkt dat in de testomgeving het gebeuren vlekkeloos gaat, maar in productie alle transacties op hun gat liggen. De nerveuze man maakt duidelijk dat de database steeds voller raakt. En ik besef me dat het probleem groter is dan een installatieprobleem.
Wanneer een systeem zonder beschikbare ruimte komt te staan, volgt een crash. Oftewel, een uitval van diensten. Nu is een computer crash de gewoonste zaak van de wereld, behalve in de industrie waar men miljoenen kritische transacties per dag verwerkt. Zoals bij een bank. En in dit geval een Duitse bank. Tijd is dus een gevaarlijke factor. Uitzetten betekent een verlies van dienstverlening en verlies van dienstverlening staat gelijk aan winstderving. Ik maak een snelle berekening — ik heb ongeveer acht uurtjes om de zaak op te lossen.
Het is tekort dag om er naar toe te gaan. Het Amerikaanse ontwikkelteam is zeker nog vier  uur onbereikbaar, die het vlaggenschip binnenste buiten kennen. Ik druk op de paniek knop, een mail van hoge prioriteit naar het senior management team. Mensen moeten uit bed worden gebeld. Ik ben namelijk nog te onervaren.
Toch doe ik een poging om de zaak te repliceren. De eerste reacties komen binnen. "Try to re-install."
             "Impossible. Live system.", stuur ik terug.
De telefoon gaat. Het is het hoofd van het ontwikkelingsteam, die als een profeet probeert te vertellen dat het een installatieprobleem moet zijn. Ik ben het er niet mee eens — er zijn geen artefacten in de logboekbestanden. Het onderliggend systeem werkt, totdat het vlaggenschip wordt gestart. Een andere applicatie start als gebruikelijk. Het hoofd blijft erbij; het is onmogelijk dat het aan het product ligt. "You are a smart guy, I can tell. But you lack experience with our products. Besides, hundred developers can't be wrong. Don 't worry, I have asked our Maverick to take this issue on right away."
Ik heb de nerveuze man aan de lijn. Ik voel dat zijn baas hem op de hielen zit. Hij doet zijn uiterste best en ondanks dat ik al heb aangegeven dat de beste uit het ontwikkelteam de zaak op zich neemt, kan ik het niet weerstaan om verder te zoeken. Na diverse inbreuken op het interne beleid, ongeautoriseerde broncode aan te passen en de nodige plakband en nietjes op het gebied van software, ontdek ik het probleem. Ik licht mijn manager in, die meteen akkoord geeft om het te proberen.
Het werkt. Klant blij. Manager blij. Collega blij. Behalve in Amerika. Want daar moest een hoofd toegeven dat "hundred developers can be wrong" een statement is die waar kan zijn.
©SamRain
Developers

donderdag 28 maart 2013

Customers, Leadership, Excellence


"Vervelen is contraproductief."
                                                 — Sam Rain
Vrijdagochtend. Nadat half Frankrijk (bijna elk kantoor van een groot telecombedrijf) de hulplijn heeft plat gebeld, lichten de blauwe cijfers op in het speciale mapje. Een urgente, dringende mail met prioriteit kernaanval zou het moeten zijn. En dat tijdens de franse plaag van dreigtelefoontjes en falende systemen. Een collega nabij begint te vloeken — alert zoals hij is, heeft hij meteen een glimp opgevangen van het onderwerp: mandatory conference call, today 16:00.
Mandatory. Een Amerikaanse uitdrukking voor verplicht, geen excuus mogelijk, kans om je bonus kwijt te raken. Gelukkig liever een conference call, dan een meeting. Vergaderen, vooral binnen een multinational staat gelijk aan het bijwonen van een slecht stuk theater, waarbij het monoloog je niet kan boeien omdat er nog een hectare hooibergen aan werk gedaan moet worden. Gezien de tijd, zal het wel een oproep zijn van de CEO. Vier uur, wat men ziet in Nederland als het Cup-A-Soup momentje dat is aan de westkust de espresso voor de hel begint. En op vrijdagmiddag, wat voor de meeste een vrijmibo is — en in ons geval de 'quick beer' — staat niet bepaald garant voor enthousiasme.
Niemand overdenkt waarom de conference call plaats zal vinden. Niemand leest de mail. Het enige wat men weet is dat de call vooral mandatory is. Oftewel, inbellen, luidspreker op mute en Solitaire openen. We zijn het gewend. De Amerikanen zijn er dol op. Dat de Amerikaanse werkethos anders is dan de Europese hebben we op de harde manier geleerd tijdens de trainingen in Virginia en Silicon Valley. Psychische druk, vermomd onder een open cultuur.
Hier is het anders. Eigenlijk ook niet typisch Nederlands. Naast de laptop, heeft ieder een computertoren, een multifunctionele telefoon, een lang bureau, een gasgeveerde stoel, de mobiele telefoon, een ergonomisch toetsenbord, het snelste internet en vrije toegang tot systemen die de wereld in gang houden. Het lijkt niet bijzonder, totdat ik het jaartal noem — het jaar 2000. De tijd dat men thuis nog met een modem moest inbellen en dat de gemiddelde internet pagina in het algemeen er lelijk uitzag, zonder plaatjes (ter bevordering van de snelheid) of oplichtende knopjes. Iedereen in dit kantoor is geselecteerd op bijzondere vaardigheden en besteed gemiddeld 70 uur per week achter zijn bureau.
In het kantoor staan rare frutsels. Bij de 'Hacker' ligt een Katana in schede achter de stoel, en een fles single malt dient als boekensteun voor de grote collectie aan handleidingen. Een voodoopoppetje en Indonesische marionetten staan op het bureau van de `Great Communicator', naast een miniatuur van de Rosetta steen. De man die lijkt op een blanke rapper heeft een klinisch opgeruimd bureau, waarbij iedere map en elk papiertje voorzien is van kleur stickers. Een paar satirische boeken staan onbewogen in de hoek.
Om vier uur belt een van hen in. De ander start alvast een spel, waarmee de anderen in de populaire Shoot-em-up kunnen participeren. De CEO bezint met een verwelkoming, terwijl we vloekend en juichend elkaar voorzien van virtuele kogels. "The most important thing is guys, that you know what we stand for. Customers, leadership, excellence!", kraakt de luidspreker. Niemand luistert, want hier zitten we in onze eigen wereld.
©SamRain
CLE

woensdag 27 maart 2013

Waar moet ik beginnen?


"Er zijn verhalen die te droevig zijn om te delen"
                                                                         — Sam Rain
Ik heb geen drang om het je te vertellen. Het is werkelijk een lang verhaal. Ik zal het proberen te doen in korte zinnen.
Ik was ongewenst. Ik was ongepland. Ik kwam problematisch in een stuitligging. Mijn vader gebruikte graag riemen, stokken of gewoon zijn vlakke hand. Mijn familie was (en is) crimineel. Ik ben meerdere malen aan de dood ontsnapt. Ik heb de wet vaker gebroken dan ik eraan gehouden heb. Ik heb harder gereden dan 200, ik heb geschoten met wapens. Ik heb gevochten, veel gewonnen en veel verloren. Ik heb gegokt, vergokt en de jackpot gehaald. Ik heb aartsvijanden en boezemvrienden, beide die ik niet meer zou opzoeken. Ik heb gehandeld, gebruikt en meerdere malen afgekickt. Ik heb gefeest als een beest, de mooiste gehad en lelijke gedaan. Voor sommigen ben ik een nachtmerrie, voor slechts weinigen een engel. Ik heb oneindig veel vaardigheden en een intellect waar weinigen aan kunnen meten. Ik heb beide goedschiks en kwaadschiks gebruikt, van sommige dingen spijt maar van de meeste niet. Het politiebureau heb ik vaker gezien, de gevangenis idem. Ik word zwart voor ogen wanneer ik kwaad word en letsel aanbrengen is voor mij geen vreemde ervaring. Ik ben een vechter, al van jongs af aan. Ik ben een leider, al sinds mijn jeugd. Ik ben een rebel geweest en ergens zal ik het altijd zijn. Ik ben verwaarloosd, mishandeld en aan mijn lot over gelaten. Ik heb mijn vader zien lijden tot aan zijn dood, net als mijn moeder voor maanden lang. Bij de een was ik verheugd, bij de ander kapot van verdriet — bij beide werd emotie bestraft als zwak. Ik ben misleid door hen die naast mij zouden moeten staan, geleerd om een monster te zijn door hen die het voorbeeld zouden moeten geven. Zo vaak heb ik mij uit de put der verdoemenis bevrijd, om vervolgens terug erin te worden gegooid. Ik zag een vriend voor mijn ogen doodgaan, een geliefde door mijn toedoen sterven. Ondanks de aandacht van vele vrouwen, viel ik vaak voor hen die mij dreven tot waanzin. Ik heb geslapen op straat en geleefd in een kraakpand. Ik dronk koffie tussen junkies en prostituees. Ik heb gezworven, rondgedoold als een vergeten geest die het licht maar niet kon vinden. Ik liet me tatoeëren, tot een ieders ergernis toe. Ik deed aan vechtsport, maar niet voor de sport. Ik was een pestkop, een treiteraar en een atheïst, ondanks dat ik bijna werd verscheept naar een school om een heilige te worden. Ik waande mij onaantastbaar, onfeilbaar. Ik verdiende meer dan de meeste ooit in hun leven, ik heb drankjes gedronken die voor menig onbetaalbaar zijn. Ik heb gevlogen naar verre landen, carrière gemaakt bij bedrijven waar je als mens alleen over kan dromen. Het enige continent wat ik niet heb bezocht is Antarctica. Ik heb bedrijven van de grond gekregen, bedrijven de vernieling in geholpen. Ik heb geleerd van de beste, gewerkt met de slimste. Ik heb de hand geschud van ministers en hoge ambtenaren, in een helikopter gezeten en balletjes geslagen op privé verenigingen. Ik ben voorgesteld als talent, als bekwaam. Ik ken mensen die staan op Wikipedia — en zij kennen mij. Ik ben door mensen vaker een heilige genoemd, door sommigen zelfs een apostel. Ik ben door mensen de duivel in eigen persoon genoemd of vermaand dat ik zou bezeten zijn door demonie. De een vind me een psychopaat en de ander vind me een genie. Ik ben eens failliet verklaard en eruit gekomen. Wat ik wilde worden, tekenaar, dat mocht niet. Wat ik wilde worden, bleek later een dom beroep. Mijn ambities zijn groter dan die van de meeste. En bij deze regel besef ik me, dat ik zo nog uren door kan gaan over zoveel momenten, zoveel gebeurtenissen omdat het nog maar het topje is van de ijsberg...
Wat ik je kan vertellen over mijn leven is dat ik een geboren overlever ben. Er is niets in dit leven wat ik niet kan overwinnen. Er is niets in dit leven wat mij klein kan krijgen. Want zelfs in de hel kan ik het laten sneeuwen, zelfs in de woestijn drink ik koude cola. Iedere keer wanneer het leven mij op de knieën krijgt, sta ik op. Sterker dan tevoren. Sterker dan ooit.
©SamRain
Over Leven

dinsdag 26 maart 2013

Gevulde Zak Met Lucht


"Geef je kaakspieren eens rust."
                                                 — Sam Rain
Wanneer je praat word ik ziek. Ziek van de schijnheiligheid die je uitbalkt. Je praat alsof je de wijsheid van de wereld en daarboven in pacht hebt. Maar je bent niets. Je kakelt alleen maar na wat je hoort van anderen en voegt niets toe. Je beweert meester en professor te zijn, maar wat jij feiten noemt, noem ik verwijzingen naar fabels.
Je wilt graag het podium — iedereen moet weten dat je er bent. Je praat over politiek, maar je stemrecht heb je nooit gebruikt. Je praat over nieuws, maar de enige informatie die je hebt zijn reeds gestorven koeien. Je praat over geld, dat je niet hebt. Je weet de oplossingen voor de economie, maar snapt niet eens wat koopkracht betekent. Je leest af en toe in een heilig boek en je waant je meteen opperpriester, terwijl je meer zondigt dan de duivel zelf.
Niemand kan je tegenspreken, want je bent ouder. Niemand kan je tegenspreken, want jij weet het beter. Ondanks dat je geen enkele titel noch diploma's hebt, ondanks dat je niet meer bent dan een fabrieksmedewerker. Je kinderen bevestigen je waardeloze genenpoel en naast je vrouw lijkt een chimpansee een raketgeleerde. Spellen kun je amper, maar kritiek op het schrijven van een ander heb je snel genoeg.
De schare van domheid knielt zich neder om je heen. De blinden, die zich laten leiden door een blinde — die beweert te kunnen zien. Je waant je op een plaats waar je niet hoort en tolereert geen mens naast je. Want jij hebt het allemaal gezien, jij weet het allemaal. Als men het zegt op televisie, moet het waar zijn. En alles was vroeger beter, waar je eigenlijk mee wilt verbloemen dat je kennis te kort schiet bij het leren van nieuwe dingen.
Ik zie het narcisme. Ik zie de psychose. Ik zie de identiteitscrisis. Je bent een verloren mens in volledige ontkenning. Ontkenning dat je gefaald hebt. Als man, als vader, als mens. Je hebt het nooit ver geschopt door je mentaliteit. Je hebt nooit carrière gemaakt vanwege je houding. Je bent nooit verder gekomen dan de werkplaats van de fabriek. En toch wil je anderen voorzien van advies. Je salaris is onder modaal, maar je gelooft stellig dat je multibiljonair bent. Je leeft in een illusie. Je leven is namelijk niet zo sprookjesachtig.
Je hebt niet meer dan een ander. Je woont in een huis gefinancierd door huursubsidie. Je rijdt in een typische auto. Je hebt geen goed gevulde spaarrekening. Je vrouw gaat nog altijd naar de C&A voor je onderbroeken en sokken. Je twee shirts van Hugo Boss heb je gekregen op vaderdag. De bank waar je met je reet op zit is zeker dertig jaar oud. Maakt dat je minder? Nee, zeker niet. Maar het bewijst dat je niet meer bent dan een ander.
Niemand wilt eigenlijk horen wat je zegt, behalve diegene die nog leven in tradities uit het jaar nul. Niemand wilt je tegenspreken, omdat de discussie die daarna komt altijd nergens over gaat. Iedereen vind je een betweter. Iedereen tolereert je aanwezigheid en de meeste hopen op een snelle uitweg wanneer je kaken beginnen te bewegen.
Je bent namelijk niets meer dan een zak gevulde lucht. Je hebt niets toe te voegen, je hebt geen inzicht om te delen, noch kan men je beschouwen als een rolmodel. Wanneer je bent overleden, zal niemand zich meer veel om je bekommeren. Je hebt je leven verspild aan je eigen gekwebbel en gezwets. Terwijl je zoveel had kunnen zijn.
©SamRain
Bla

maandag 25 maart 2013

De Vuile Viezerik


"Ik weet wat je bent. En ik laat het eigenlijk toe."
                                                                         — Sam Rain
Wanneer je binnenkomt, doen je zussen en broer bijna euforisch. Ze omhelzen je, zoenen je en overladen je met complimenten. Je lijkt bijna hun trots. Maar ik zie nog steeds de persoon die je probeert te verbergen. Je bent een vuile viezerik.
Het liefst wil ik je doodmaken. Maar dat gaat niet. Want iedereen zal het voor je opnemen. Niemand zal het geloven wat je bent. Zo kennen ze jou niet. Kon ik je maar levenloos slaan. Maar dan zou iedereen mij veroordelen. Zeggen dat ik het bij het verkeerde eind heb. Maar ik weet wel beter.
Ik wist het eerst ook niet. Ik wilde het ook niet geloven. Ergens mocht het gewoon niet zo zijn. Je leek ook een goed mens. Maar ik weet inmiddels wel beter. Ik heb je geheim ontdekt. Ik weet wie je bent. Een monster, vermomd als een heilige. Ik weet dat je bent als de duivel, een demon die zonder emotie de zielen van mensen tot scherven bewerkt. Je zult vast een excuus hebben, maar ik hoop dat wanneer je einde nadert een groot zwart gat voor eeuwigheid je op zal slokken.
Van de eerste herinner ik me nog haar tranen — ze wilde niet zeggen wat er was gebeurd. Snel veranderde ze van onderwerp. Maar toen begreep ik het nog niet. Van de tweede herinner ik me nog de blik in haar ogen, telkens wanneer haar moeder blij verkondigde dat je weer langs zou komen. Ik voelde het wel, maar ik snapte het niet. Van de derde en vierde kreeg ik het pas veel later door, maar ik wilde het niet geloven. Ik was verbijsterd. Stond met een mond vol tanden.
Maar nu weet ik het. Ik realiseer me wat je bent. En zoveel weten het ook. Sommigen zullen het voor altijd met zich meedragen. Toch doe je alsof er niets is gebeurd. Je gebruikt de onschendbaarheid van je broers en zussen. Als zij zouden weten wie je werkelijk was, zouden ze je misschien ophangen. Tenminste als ze hun eigen kinderen zouden geloven. Maar het is vast de schuld van de Nederlandse televisie. Hebben ze vast op school geleerd van die Nederlandse kinderen. Net als de kindertelefoon. Want mishandelen, dat gebeurt toch ook niet?
Ik weet gelukkig niet de details. Maar ik weet wel genoeg. Genoeg om van je te walgen. Genoeg om je te vermijden. Het is dat ik mij niet meer laat bewegen door emotie of impulsiviteit. Het is dat ik geweld heb afgezworen. Maar wanneer ik aan jou denk, dan word ik even weer zo als vroeger. Dan wil ik de vergelder zijn voor hen. Dan wil ik wraak nemen voor hen. Zij blijven namelijk stil. Je hebt hun eer afgenomen, hun puurheid vernietigd.
Natuurlijk gaat het je goed voor de wind. En je blijft, onopgemerkt door de meeste, stil wanneer men een discussie heeft dat de familie steeds minder samenkomt. Maar ik weet wel waarom je de stelling ontwijkt. Ik weet dat je volledig beseft wat je hebt gedaan. En ik weet dat je geen spijt hebt. Het enige waar je waarschijnlijk aan denkt is of men het al heeft verteld. Het enige waar je bang voor bent is dat één van hen misschien een boek opendoet.
Want stel je voor, vuile viezerik, dat ze allemaal konden zien wat je daadwerkelijk bent. Dat je een smerige kinderverkrachter bent. Maar ik kan niets doen. Het enige wat ik wel kan is hen troosten en hen bemoedigen om op een dag tegen je op te staan. En die dag, sta ik recht achter hen. Die dag, zul je worden geconfronteerd met je daden.
©SamRain
Viezerik

zondag 24 maart 2013

Verpest Door Moeder


"Luister naar je hart. Ook wanneer het niet leuk is."
                                                                                      — Sam Rain
Ze is bijna 38, heeft inmiddels drie kinderen. Ze heet A., een aardige, sociale vrouw. Woont in een van de weinige huurwoningen tussen de nieuwbouw en er staan twee auto's voor de deur. Ze gaat naar haar werk, maar heeft altijd tijd voor de kinderen. Ze houdt van koken en zet haar deuren open voor familie — niets komt de gasten tekort. Ze is een slachtoffer en blijft dat ook onder de ogen van haar ouders, met name haar moeder. Taboe noemt men het, een echt verhaal achter gesloten deuren.
Hoewel ze jong was getrouwd, was haar man zeker niet de eerste. Ze had stiekem een vriendje. Een neger. En dat was een schande. Een schande voor de familie, ondanks dat ze de jongen nooit hadden ontmoet, nimmer hadden gezien. Ze werd tegen haar zin in huis gehouden, voor haar eigen bestwil. Gedwongen om de relatie te beëindigen.
Ze mocht alleen nog op vakantie ver weg naar een nicht, met als doel op te passen op haar neefjes. Maar die nicht was niet bepaald het beste rolmodel, tenminste niet als haar ouders hadden geweten waar ze zich mee bezig hield. Want L., de nicht van A., had stiekem ook een vriend. Maar dat was een Hindoestaan. Hooguit kon ze worden gedwongen om te trouwen, maar dat vond L. vast niet erg. En een kennis van de vriend van L., kwam in de zomervakantie in contact met A.; ze werd verliefd. Gelukkig was het een Hindoestaan.
De nicht van A. ging trouwen met haar vriend. Ze werd dan wel gedwongen, maar zo erg vond ze het niet. Liever trouwen met iemand van wie je houdt, dan dat er een kandidaat voor je wordt uitgezocht. Dankzij familieroddel, werd het gauw duidelijk dat A. ook niet meer beschikbaar was op de markt. En A., die mocht net als L. het huwelijksbootje in.
Alles leek in het begin rozengeur en maneschijn en zoals elk sprookje dat eindigt in een nachtmerrie, was A. inmiddels getrouwd. Getrouwd met een gokverslaafde. Getrouwd met een gehaaide leugenaar. Getrouwd met een stuk uitschot. Laten we voor het gemak deze persoon X noemen. Het duurde niet lang of A. kwam erachter dat X toch niet zo ideaal was als hij zich voordeed. Het liep uit op een ruzie. En A. wist toen al, met hem wilde ze niet verder.
Maar haar moeder vond dat het schip nog niet verloren was. De trouwerij had veel geld gekost. En ieder huwelijk kent problemen. Ze waren nog jong en moesten luisteren naar hen die meer ervaring hadden in het leven. De moeder van X en de moeder van A. waren het eens. Alles zou de vergeetput in gaan en ze zouden nog lang en gelukkig worden.
Het eerste kind kwam en A. was dolblij. De ellende leek tot het verleden te behoren. Maar schijn bedriegt als de laagliggende zon. Zo had X weer een hoop schulden opgebouwd, want zijn verslaving aan lichtgevende lampjes en voetbalwedstrijden schrokten al zijn geld op. Wanneer A. vroeg wat er met het geld gebeurd was, wilde X niets zeggen of hij vertelde een leugen. Hij werkte, dus het was zijn geld. En X vond zichzelf heel slim, al vonden zijn vrienden en familie van niet.
Het ging zo jaren door. Bij het derde kind leek het nog steeds goed te gaan voor de buitenwereld. Maar inmiddels heeft A. chronische hoofdpijnen, stressklachten en last van hyperventilatie. Dokters weten niet de oorzaak. Maar A. weet het maar al te goed. Het liefst wilt ze weggaan. Maar haar moeder blijft erbij dat getrouwd beter is. Beter voor de familienaam. Vooral wanneer het in de familie nu alleen maar drama is.
©SamRain
Verpest

zaterdag 23 maart 2013

Macht begrijpen hoe ze is


"Niemand heeft macht, totdat ze aan je is gegeven."
                                                                                      — Sam Rain
Macht — een fenomeen dat iedereen wilt hebben, maar niemand echt begrijpt. Macht wordt vaak gezien als de kracht die men heeft om mensen te bewegen. Hoewel invloed zeker een product is van macht, is hetgeen wat macht is veel neutraler. Macht is de benzine voor gemeenschappelijke projecten — het is het dividend om als collectief een resultaat te bereiken.
Binnen de maatschappij kennen wij macht vooral in de hiërarchische vorm; een leider maakt beslissingen en de rest volgt. Micro-organismen hebben geen noodzaak om wolkenkrabbers te bouwen; zij werken als een waar communistisch systeem: één doel en ieder doet wat op de weg gedaan moet worden. Wanneer macht georganiseerd wordt in een vorm, wordt zij verdeelt. Bij micro-organismen gelijkwaardig, bij mensen vaak ongelijkwaardig.
Macht wordt verdeeld door de groep; wanneer men macht afdraagt, is de macht die verkregen wordt door de begunstigde in omvang gestegen. Sam's formule voor universele macht is dus vrij simplistisch te stellen: M° = M° + (Ma). Als er 100 aandelen macht zijn, waarvan er 20 worden afgestaan, dan neemt de macht van de ontvangende macht toe in 20. Dat is hoe het werkt. Wanneer iemand macht heeft, is dat omdat hem of haar dat gegeven wordt. Vrijwillig of onvrijwillig.
Wie zich in onmacht voelt, heeft dat te wijten aan zichzelf. Immers, je bent zelf diegene die macht afstaat. De motivatie is het belang dat je denkt te dienen — je wilt macht opgeven, omdat je iets of iemand anders ook macht hebt gegeven die je belangrijker acht. Macht is relatief. Relatief aan diegene die blootgesteld is aan haar. Sommigen zullen zeggen status, maar komt dat niet omdat een bepaalde status maatschappelijk wordt gewaardeerd?
Macht is een simpele berekening — het heeft niet exclusief te maken met leiderschap, maar om een gebied. Zo hebben een groep wespen een grotere macht om angst in te boezemen dan een enge zwerver — ze hebben een groter aandeel macht gekregen. Ieder mens bepaalt zelf hoeveel macht men wilt afstaan. Alleen is het probleem dat men graag als een struisvogel de kop in het zand steekt. Macht is voor militairen, voor Afrikaanse oorlogsmisdadigers en dergelijke.
Macht is overal. Macht op de werkvloer, macht in de natuur. Macht op de snelweg, macht in de ouder-kind relatie. Macht op de sportschool, macht over verslaving. Macht in de politiek en macht om te spreken. Macht is normaal en overal.
Voor macht heb je alleen maar mensen nodig hebben die macht aan je geven. Het enige wat je daarvoor hoeft te doen is in hun belangen te voorzien. Ongeacht welk moreel, of ethische norm. Wie macht aan je afdraagt, maakt je machtiger. Hoe meer inkomsten in de valuta macht, hoe meer macht je hebt om te besteden.
Het enige waar je als mens echt mee zou zitten is machtsmisbruik. En dan is het je verantwoordelijkheid om hen die je macht hebt gegeven deze te ontnemen. Of je dit nu moet doen door je aan te sluiten bij Tanja, of gewoon in de rechtszaal. Maar zo lang je de macht uit handen geeft, al word deze misbruikt — waar klaag je dan over?
©SamRain
Macht

vrijdag 22 maart 2013

Gespleten Tong


Slissen, slissen, dat doe je
nu eenmaal graag
Slissen, slissen, dat is je
ware natuur
Je gladde praatjes zijn het
ware gif en de leugens
zijn als een verwurging
Iedere keer werp je vol
trots de oude huid af voor
een nieuwe
Iedere keer verdwijnt de
glans en keert je oude
kleur terug
Je slist, je verorbert, maar
kauwen doe je niet
Je slist, je doodt
Soms de ziel met je gif
Je slist, je doodt
Ontneemt de laagte adem
Je gaat gladjes te werk en
beweegt je als een aal om
een ieder heen
Niemand hoort je
aankomen, want benen
nog schoeisel heb je niet
Een waakzaam oog ziet je
Een goed instinct behoed
een prooi van zijn eind
Toch ben jij net zo
vergankelijk als anderen,
Want waar jij kruipt in het
gras of hangt in de boom
zal vroeg of laat een
adelaar je zien dwalen
En zul je uitgeslist zijn.
©SamRain
Gespleten Tong

donderdag 21 maart 2013

Ezeltje, Ezeltje


Wie praat met een ezel in
de wei, is zelf een ezel.
Wie verwacht dat ezels
ambities hebben, is pas
echt een ezel
Een ezel wordt geen
raketgeleerde noch prof
Een ezel is niet sierlijk,
want hij is geen paard
Ezels zijn niet wijselijk,
want ze zijn geen uilen
Wie een discussie aangaat
met een ezel, blaat mee
Wie advies vraag aan een
ezel, is de grootste ezel
Ezels maken rondjes,
dragen zware ploegen
Ezels dragen lasten,
lopen alleen op steile bergen
Alleen een ezel zal zich
nooit afvragen waar het
einde van de weg bevind
Alleen een ezel zal
tevreden zijn met het
dorre gras op de wei
Wie zich gedraagt als een
ezel, is een ezel.
Alleen zal de ezel de
mens die zich gedraagt als
een muildier, pas een
echte ezel vinden
©SamRain
Ezel

woensdag 20 maart 2013

Stomme Duif


Ik benijd je, Duif
Zoals je zorgeloos pikt
daar in het gras
Ik benijd je, Duif
Zoals je kunt kiezen om te
vliegen ver weg van hier
Je veren zijn je kleding,
geen blauwe envelop
bereikt ooit je huis
Je woont waar je kiest,
een telefoonrekening zul
je nooit hoeven te betalen
Ik benijd je, Duif
Omdat je nooit hoeft te
staan in de rij bij de Super
Ik benijd je, Duif
Omdat je familie geen
verwachtingen heeft
Je doet alles gewoon
Met wie, waar en wanneer
je wilt zonder waarom
Je doet datgene wat je
nodig acht, maar niet voor
een ander die dat bepaalt
Duif, je hoeft zoveel niet
Werken
Schoonmaken 
Afwassen
Duif, je kan zoveel
Reizen zonder paspoort
Wonen zonder wachtlijst
Plassen zonder boete
Ik benijd je, Duif
Behalve in de winter.
©SamRain
Stomme Duif

dinsdag 19 maart 2013

Ik wil je hulp niet


"De bemoeizucht van mensen kent geen grenzen."
                                                                         — Sam Rain
(WAARSCHUWING: NIET GESCHIKT VOOR TERE ZIELTJES EN/OF LANGE TENEN.)
Waarom zou ik jouw advies aannemen? Het is niet omdat je intelligenter bent dan ik. Waarom zou ik naar je willen luisteren? Alsof ik het zelf niet beter weet. Je kunt zelf niet eens je eigen belangen behartigen, noch een degelijk argument benoemen. En je verwacht dat ik je advies ter harte neem? Waarom zou ik je hulp willen terwijl je zelf in zeventig sloten tegelijk loopt?
Je advies is waardeloos. Je hulp is slechts conditioneel. Je wilt niet mij helpen, maar jezelf wijs maken dat je iets goeds doet in je leven. Maar je leeft in een illusie. Je denkt dat een paar boeken, een paar cursussen en een lange studie je een deskundige maken, maar ook dat is een leugen. Je bent bezig met het opvoeren van theater — hopend dat ik een rol meespeel, zodat je kunt schitteren als ster van de show.
Helaas voor jou, heb ik een hekel aan reddende engelen die lopend komen. Helaas voor jou, heb ik een hekel aan mensen die kritiek hebben, zonder een greintje ervaring in het leven van destructiviteit. Je kunt het niet begrijpen. Je kunt het niet snappen. Helaas voor jou, ben ik geen puzzel van duizend stukjes. Helaas voor jou, ben ik geen chinees raadsel.
Je advies zou jezelf beter op kunnen volgen. Je advies past beter bij mensen die betaald worden om naar onzin te luisteren. Je advies is geen echt advies, al beweer je van wel. Rot toch op met je handvaten, en ethische onzin. Rot toch op over wat je denkt wat belangrijk voor mij is. Je baseert je script op basis van een paar regels tekst en denkt mij daarmee te kennen.
Want iedere keer als je weer aan het ratelen bent, wil ik je strot opsnijden. Iedere keer als je zogenaamd weer het beste met me voor hebt, fantaseer ik dat ik je van een torenhoog gebouw duw. Elke raad sla ik in de wind, omdat mijn hoofd schreeuwt om een dubbelloops geweer waarmee ik de kop van je romp schiet. Wanneer je vraagt waarom ik ineens zo glimlach, besef je niet dat ik zojuist dacht aan hoe ik je overreed met een tientonner met het pedaal vol ingetrapt.
Je hebt geen idee hoe ik over je denk, geen besef hoe erg je bezig bent om jezelf voor aap te zetten. Ik speel het mee, niet omdat ik het wil, maar omdat ik het moet. Want stel je voor, als je geen podium zou hebben. Dan zou ik je zien als hetgeen wat je bent. Een leeghoofdig stuk onzin, zonder talent of vaardigheden die het nodig vind om anderen te manipuleren zodat je een gevoel van macht hebt om de nare wereld om je heen. Ik weet dat je leven zinloos is, omdat je een spelletje speelt dat hetgeen wat je zogenaamd doet, interessant is.
Ik zit niet te wachten op jouw aanwezigheid. Laat staan om hetgeen wat jij denkt wat goed is voor mij. Neem nou eens mijn advies aan. Koop een touw. Vind een boom. En heb wat genade voor jezelf. Een ander goed advies is om een hoog gebouw op te zoeken. Sta op de rand. Sluit je ogen. En doe een stap naar voren.
Waarschijnlijk vind je mijn advies niets. Maar dat komt omdat je er niet op zit te wachten. Je voelt je waarschijnlijk ook erg beledigd. Ook voel je jezelf waarschijnlijk onterecht en ongevraagd, bekritiseerd. Je kan je vast niet vinden in de beeldspraak. En het advies is wel erg kort door bocht, zul je denken. Niet bepaald constructief voor jezelf alleen voor mij, komt vast omhoog in die hersenpan van je. Mooi zo. Knoop het in je oren, beste medewerker van een overheidsinstelling. Dan begrijp je misschien ooit eens hoe ik me voel.
©SamRain
Hulp

maandag 18 maart 2013

Woede is mijn kern


"Iedereen kent angst."
                                      — Sam Rain
Ik ben boos. Niet dat je het zal merken. Nee, niet boos als in boos op iemand. Maar gewoon boos. Nee, niet als in ontevreden. Maar gewoon boos. Boos, omdat ik bagage meedraag. Boos zijn is mijn benzine. Boos zijn, daarin ligt mijn innerlijke kracht.
Wie mij niet kent, vraagt waarom ik boos ben. Als ik het hele verhaal zou vertellen, dan zou de reeks van Tolkien een luchtig krantenknipseltje zijn. Ik heb daar geen behoefte aan, want ik heb geen verantwoordelijkheid over waarom ik boos ben gemaakt. Wel ben ik verantwoordelijk wat ik nu met deze boosheid doe. Volgens sommige mensen is mijn boosheid niet goed. Daar ben ik het mee eens. Mijn boosheid is niet goed voor diegenen die er een lucifer bijhouden.
Wanneer ik als boos persoon bozer word gemaakt, dan gaat de doos van Pandora open. Alles wat mij boos maakt. projecteer op hen die dit doen. En oh, wat ben ik boos. Achter de gesloten deur van mijn hart, schuilt een schaduwrijk van trauma. Wie de doos opent, vraagt om een Apocalyps. Wie de doos opent, doet een verzoek om euthanasie.
Het is een kracht die mij zeker maakt. Ik ben volledig bewust dat de boosheid niet meer los staat van mijn karakter. Het is er altijd. Het sluimert, maar herinnert mij dagelijks aan zijn aanwezigheid. Mijn boosheid houdt mijn lichaam en geest bij een. Het is als een magnetisch veld, het Higgs-Boson van mijn psyche. Mijn boosheid loslaten is alsof ik mijzelf zou verloochenen.
Er zijn mensen die willen dat ik niet meer boos ben. Er zijn mensen die beseffen hoe het monster, de draak, in mijn binnenste gevaarlijk is voor mijzelf en anderen. Maar ik koester het monster. Want waar niemand mij beschermde, beschermde Woede mij. Waar niemand mij rechtvaardigheid gaf, daar is Woede mijn vergelder. Ik ben intrinsiek boos. Omdat mijn persoonlijkheid in banen rond mijn Woede draait. Ik ben boos, omdat ik in de kern vol woede zit. En gezamenlijk noem ik ze het monster. Niet monster omdat deze mij angst inboezemt, maar omdat deze anderen angst in boezemt.
Ik voel mij veilig wanneer anderen angst ervaren. Ik snuif het op alsof het zijnde een aroma van een parfum. Ik proef het als een zoete delicatesse. De angst van anderen, maakt mij euforisch. Zo houd ik ze op afstand. Want ik wil ze niet dichtbij. Op anderen kun je niet rekenen. In anderen kun je niet vertrouwen. Anderen zijn lafaards. Een ander is duidelijk niet een deel van mij.
Hen die ik toelaat om te wandelen in mijn rijk van schimmen, houd ik toch op afstand. Ze mogen kijken onder voorwaarden. Ik ben bang dat ze het boos aantasten. Bang dat ze zullen zeggen dat de Woede lelijk is. Terwijl ik het een prachtig kunstwerk vind. Psychologen zouden het willen beschrijven, psychiaters erop willen experimenteren. Vrouwen willen het roze schilderen, mannen willen het kopiëren. Maar niemand beseft dat de Woede is zoals deze is, omdat het zichzelf is. De Woede die ik koester is in zijn vorm uniek. Waar men giftanden ziet en angstaanjagende ogen, schubben en messcherpe klauwen, daar voel ik mij veilig.
Ik ben boos. En daar ben ik tevreden mee.
©SamRain
Woede

zondag 17 maart 2013

De Adrenaline Stroomt II


 "Zonder instinct, zonder kans."
                                                  - Sam Rain
Ik begrijp niet wat er zojuist is gebeurd. Waarom het is gebeurd. Ik zie wel wat er nu gebeurd. En ik moet iets doen. Ingrijpen. Hij, die altijd dit gepredikt heeft, blijft rotsvast staan. De ander beweegt ook niet. Maar die daar in nood verkeert, is in de minderheid. Drie van hen en ik zie er meer bijkomen.
Mijn hartslag schiet op vol vermogen en iedere spier spant zich aan. Mijn ogen lijken zich strak te zetten en zien alleen maar de gruwel waarop ik wil reageren. Ik bijt op mijn tanden, mijn kaakspieren voelen als gespannen bicepsen. Mijn wenkbrauwen fronzen en ik word kwader en kwader. Niemand doet wat. Alleen de mannen die op de terugvechtende man inslaan. Alle anderen kijken, maar zijn net zo in beweging als de wassen beelden van Madam Tussaud.
Ik ren erop af. Intussen ligt de man op de grond, terwijl de anderen op hem inslaan. Met een ruk trek ik de achterste eraf. Verbaasd draait hij zich om, om vervolgens een ontmoeting te hebben met mijn vuist. Hij zakt meteen in elkaar. De middelste rent weg, waarna de voorste man zich opmaakt voor een gevecht. Ik trakteer hem op een snelle serie trappen — het lijkt alsof al die jaren vechtsport zich ineens demonstreert. En wanneer ik hem met een laatste vuistslag uitschakel, draai ik me om. Ik zie een zwart metalen voorwerp op me afkomen.
Ik hoor het doffe geluid, maar de pijn voel ik amper. De man met het breekijzer kijkt verbaasd. Over mijn lippen stroomt er bloed, die ik proef als een dolle haai. Een geest van waanzin valt over me heen en een explosie van woede maakt het monster in me wakker. Ik pak het breekijzer van hem af en begin de man wezenloos te slaan. Zelfs de mannen die eerst leken op potentieel gevaar, staan geschokt te kijken hoe ik de man afbeul.
De adrenaline pompt door mijn lichaam. "Wie wilt? Wie nog meer? Kom dan!", klinkt het uit mijn stembanden met een geluid die ik niet kan thuisbrengen. Intussen is de gevallen man opgestaan en roept mijn naam. Op de achtergrond hoor ik sirenes langzaam harder klinken. We moeten weg. Weg van hen. Ik spuug nog op mijn aanvaller. "Slaap lekker."
In de ondergrondse garage veeg ik het bloed af van mijn gezicht. Het lijkt alsof mijn aderen hun best doen om zoveel mogelijk bloed door de huidsnede te persen. Wonder boven wonder ben ik voor de rest ongedeerd. De mannen kijken naar me. Alsof ik een spook ben, of een buitenaards wezen. Niet met ontzag, maar angstig. Ze zagen een kant, die ze niet kenden.
Ik wil terug. Het karwei afmaken. Schijt aan de blauwe pakken. Schijt aan wat er zal gebeuren. Ik ben boos en ik wil dat ze het weten. Mijn woede lijkt alleen maar meer en meer te worden. Mijn zucht naar geweld lijkt onverzadigbaar. Hij probeert me te kalmeren, terwijl ik opgefokt aan het ijsberen ben. Mijn onderlip trilt. Ieder geluid maakt mijn nek doen bewegen naar de herkomst ervan. "Kom, we gaan weg hier!", zegt hij.
We gaan naar de Eerste Hulp. De gevallen man heeft gekneusde ribben. Mijn wond moet gehecht worden. We lachen, terwijl de verpleegkundige mij oplapt. Over de lafheid van de andere twee spreken we niet. Want wie bevriest, heeft angst. Tenminste, dat werd me altijd vertelt. En angst is niet voor echte mannen.
©SamRain
Adrenaline-2

zaterdag 16 maart 2013

De Adrenaline Stroomt I


“Wat je niet hebt ervaren, heb je niet ervaren."
                                                                         — Sam Rain
Zijn stem wordt dreigend. Zijn lichaamshouding verandert. Mijn rechterooghoek vangt een blik op die me op alertheid zet. Daar zijn er zes, misschien zeven. De weg voor me loopt dood. Ik zit in de auto, in de gordel. Het voelt benauwd en iedere hartslag voel ik zenuwen gieren door mijn lichaam. Ineens zie ik een handbeweging. Ik herken het als geen ander. En op dat moment begrijp ik zonder woorden de intenties. De intenties waardoor ik besef dat ik in levensgevaar verkeer.
In paniek schreeuw ik — 'Terug, terug!' en haal het eruit. Maar in plaats van te remmen, geeft hij gas. Een van hen buiten beweegt zijn handen naar een houding. Terwijl ik een fractie van een seconde wordt afgeleid, pakt hij het vast en probeert het los te rukken uit mijn handen. We worstelen. Het is niet alsof— ik vecht voor mijn leven. Ineens een knal. Ik schrik, maar wonderbaarlijk grijp ik mijn kans. Ik ontdoe mij van de gordel, en probeer weg te komen. De portier opent. Maar de gordel die nog over mijn schouder hangt, trekt me als de hand van de duivel terug. Ik verlies mijn evenwicht en val, alsof te worden bewogen door een gespannen elastiek losgelaten, terug in de stoel.
Twee komen recht op me af. Ik zie hun gezichten en realiseer me dat ik geen kans maak om te winnen. Ondanks dat de armen me van achter proberen te wurgen, vind ik de kracht om het portier dicht te trekken. Daar zie ik het liggen, daar op het voetmatje. Met alles wat ik in me heb pak ik het vast, om vervolgens weer te worden geklemd in een arm. Mijn adem stokt.
Een knal, nog luider dan de eerste. Ik zie het glas verbrijzelen en de twee ieder een kant op  duiken. De arm om de keel laat los en geen moment bedenk ik me. Ik open de portier en probeer de tas te grijpen — maar hij geeft zich niet gewonnen. Hij trekt er met man en macht aan, want het was zijn doelwit al vanaf het begin. Alleen nu ben ik in het voordeel.
Ik beslis in een ogenblik dat er maar een enkele uitweg is. Niet daar naar binnen, dan zit ik in de val. Niet naar de weg waar de anderen naar toe zijn gerend, dan hebben ze me alsnog. Ik kan alleen maar de kant op waar geen weg ligt. Ik zal moeten springen. Ik zal moeten rennen voor mijn leven. Want de man van de handbeweging kan me makkelijk raken omdat het terrein open ligt. Ik heb geen tijd om op adem te komen. Geen tijd om rustig na te denken. En terwijl mijn laarzen klakken tegen de straattegels, hoor ik een stem roepen "Maak hem af, maak hem af! Pak hem!"
Het lijkt alsof ik in een drie dimensioneel spelletje zit — het lijkt alsof het beeld beweegt en ik mij in de rol van een toeschouwer bevindt. De adrenaline pompt door mijn aderen en geven het gevoel alsof de wereld is vertraagd en tegelijkertijd de tijd op hoge snelheid voorbij tikt. Ik realiseer me bijna niet wat er is gebeurd en het enige wat ik denk kan ik niet beschrijven als een gedachte. Het is niet anders te beschrijven als een oerinstinct, waardoor mijn lichaam zich volledig overgeeft aan reflexen. Gevaar. Wegwezen. Je bent nog niet veilig.
Ik heb niets meer bij me. Het is onderweg gevallen tijdens de wanhoopssprong. Mijn handen verweren zich tegen de takken en brandnetels die in de weg staan, maar ik voel de pijn niet van de striemen die zich brandmerken op mijn onderarmen. Geen tijd voor. Het lijkt alsof de grond niet bestaat. Totdat ik ineens voor een brede sloot sta. Als ik zwem, dan overleef ik het. Als ik niet zwem, dan pakken ze me. En als ze me pakken, overleef ik het niet.
Dus ik zwem.
©SamRain
Adrenaline

vrijdag 15 maart 2013

Voorkom saaie vergaderingen


"Er is niets onzinniger, dan een onzinnige vergadering."
                                                                                     — Sam Rain
Als ik een grove schatting moest geven in tijd van hoeveel vergaderingen ik heb bijgewoond, dan is de neiging om Einstein's relativiteitstheorie tot leven te brengen — het gevoel van jaren. Ik ken daarin tegen wel degelijk het nut van vergaderingen, terwijl het overgrote deel onzinnig was. Met name hen die vergaderingen organiseren, zijn verantwoordelijk voor dit trauma. Voor hen die boetedoening willen doen of toekomstige haat tegen zichzelf willen voorkomen, heb ik een aantal tips om te voorkomen hoe je een saaie vergadering organiseert.
1. bewust zijn dat vergaderingen alleen interessant zijn voor hen die geïnteresseerd zijn
Vergaderingen die bestaan uit mensen die niet geïnteresseerd zijn, bestaan uit mensen die gapen, sms-en, constant naar de w.c. moeten, een gesprek met buurman/buurvrouw aangaan, dingen gaan lezen die niet ‘on topic' zijn, oogrollen en dergelijke. Dit gedrag saboteert een vergadering; de reden dat het gedrag überhaupt voorkomt is omdat deze mensen gewoon niet geïnteresseerd zijn! Nodig dus alleen de mensen uit, die het belang van de vergadering ook inzien en er behoefte aan hebben — voorkom dat de vergadering bestaat uit mensen die het saai vinden.
2. organiseer geen vergadering wanneer een e-mail of ander type bericht voldoende is
Waarom een vergadering organiseren wanneer het in een vorm kan zodat mensen het kunnen lezen? Vooral bij mededelingen en wanneer men van plan is een monoloog te houden, is een bericht niet alleen effectiever — het voorkomt dat mensen de vergadering classificeren als de reinste tijdsverspilling. Vergaderen betekent samenkomen om zaken te bespreken. Wanneer er geen zaken besproken kunnen worden, wordt een vergadering saai.
3. een vergadering is geen podium om veren in eigen reet te steken — noem het anders gewoon wat het is: een presentatie.
Er is niets meer onzinnig dan in een bijeenkomst te worden gegijzeld, waarin men verwacht de mogelijkheid van feedback (of inspraak) te kunnen geven, om vervolgens te worden teleurgesteld in dat verwachtingspatroon. Wil je zo graag dat iedereen alleen luistert, noem het een presentatie; zo voorkom je dat iedereen tussen je onderwerpen iets wilt zeggen. Geen powerpointjes? Noem het dan een 'belangrijke mededelingen' (of beter, ga terug naar punt 2), anders krijg je een saaie vergadering.
4. een vergadering zonder agenda of een praktisch tijdstip is garantie voor chaos Niemand houdt van vergaderingen die langer duren dan dat ze van oorsprong bedacht waren en iedereen heeft de voorkeur om te weten waarover men zou moeten vergaderen voor aanvang. Toch zijn er helaas organisatoren die van mening zijn dat ze de punten angstvallig geheim moeten houden. Dit zijn tevens de organisatoren die in een ruimte terecht komen waar men van hak naar tak springt om uiteindelijk niets te behandelen. Niemand komt overigens op tijd voor een vergadering, vooral wanneer deze een minuut na lunchtijd wordt georganiseerd, laat staan dat - op enkeling na - men de kop erbij kan houden rond een uur of drie. Daily scrum? Om 9.00 als men om 8.30 begint. Wekelijkse update? Tussen twee en drie, bij voorkeur op dinsdagen of woensdagen. Projectoverleg? Vrijdag- of maandagochtend, om 10 uur. Een saai tijdstip maakt een vergadering saai.
5. een vergadering die langer duur dan tien minuten kan niet zonder versnaperingen.
Of het nu de koffie is, de aanwezigheid van bronwater of soortgelijk — waar gepraat wordt, kan men een droge keel verwachten. Wie deze essentiële noodzaak niet kan verhelpen is niet meer bezig met het luisteren naar hetgeen dat besproken wordt, maar met het oplossen van een probleem dat voorkomen had kunnen worden. Wie zich niet kan concentreren in een vergadering, is niet aan het vergaderen. Wie niet vergadert, zit in een saaie vergadering.
6. Lees, in de naam van alles wat heilig is, geen hele rapporten voor!
De reden waarom men een rapport opstelt is zodat men het zelf kan lezen. Een vergadering is geen symposium, laat staan een dichterskruk. Wie hele rapporten voorleest en herkauwt, kan verwachten dat de overvloed van informatie een neurologische blokkade teweeg brengt. Verwijs naar rapporten en onderzoeken, deel ze uit, presenteer ze — maar hou er geen vergadering over (noem het een presentatie). Al klinken ze als een zoete inleiding, rapporten (ondanks hun cruciale rol) zijn saai. Saaie dingen maken een vergadering saai.
7. Vergaderingen om managers up-to-date te houden zijn geen vergaderingen.
Er zijn managers die een nare kronkel hebben dat iedereen meer betrokken raakt door een werkoverleg (stom woord om een vergadering wat luchtiger te laten klinken), zodat iedereen weet waar anderen mee bezig zijn. Het probleem is echter dat vaak dit soort vergaderingen hun bestaansrecht ontlenen aan de manager die de vergadering organiseert, met als doel de manager zelf op de hoogte te houden. De manager die daarom geen 'scrum meeting' doet van tien minuten, maar een uur lang mensen van hun werk wilt houden, maakt een vergadering ongelofelijk onzinnig (en reinste tijdsverspilling) — en dus saai.
8. Vergaderingen nemen tijd in, ze horen geen tijd te vullen.
Wie een vergadering organiseert moet rekening houden dat het onmogelijk is om alles te behandelen in een uur tijd. Het is ook niet de noodzaak om de tijd te vullen met zoveel mogelijk punten. Vier onderwerpen, waarvan ieder onderwerp maximaal een kwartier. Omdat er tijd over is, betekent niet dat vervolgens het uurtje volgeluld moet worden. Ga ook niet met een vaart door onderwerpen heen — men kan luisteren, maar de informatieovervloed doet het menselijk brein net zo snel weer vergeten. Tempo is belangrijk: te langzaam betekent saai, te snel ook.
9. Vergaderingen die van nature saai zijn, moeten niet saai gebracht worden
Er zijn saaie onderwerpen, omdat ze niet nieuw zijn. Daar kun je niets aan doen. Maar je kunt de methode waarop deze gebracht worden minder saai maken, door een behoefte te kweken bij hen die de saaie onderwerpen moeten absorberen. Maak de vergadering aantrekkelijk om aanwezig bij te zijn, vooral wanneer je denkt dat het saai zal worden (donuts doen wonderen).
10. Een vergadering is geen rechtszaak.
Eigenlijk het andere einde van punt 3 — soms wilt een verantwoordelijke een uitbrander geven over de slechte resultaten om even lekker de zweep er over heen te gooien. Dit soort vergaderingen lijken een fabeltje, maar ze bestaan meestal uit een pleidooi waarmee iedere vorm van motivatie de grond in wordt geboord om vervolgens de nadruk te leggen 'hoe belangrijk het allemaal wel niet is/was'. Evaluaties horen thuis in individuele gesprekken, waarover een vergadering gehouden kan worden. Wanneer je mensen uitnodigt om te vergaderen, nodig je ze niet uit om tegen een volgende vergadering op te zien als het bijwonen van een executie. Niemand luistert tijdens zulke vergaderingen — want theater tijdens werktijd is saai. Omdat iedereen vaak al weet dat het niet goed is gegaan.
Voorkom saaie vergaderingen. Een beter milieu begint bij een betere manier van vergaderen.
©SamRain
Goed vergaderen

donderdag 14 maart 2013

Leiding geven met leiderschap


“Leiden is niet als managen."
                                                 — Sam Rain
Hoewel er managers zijn die kunnen leiden en leiders die kunnen managen, zijn het twee verschillende disciplines. Waar managers de verantwoordelijkheid hebben om bestaande taken te beheren, zijn het de leiders die er voor zorgen dat een nieuwe koers gevolgd of de nodige vernieuwing ingebracht kan worden (zoals bijvoorbeeld strategieën).
Leiders brengen gelijkgestemden bij elkaar en stimuleren deze om een bepaalde richting in te slaan. Wie leidt, wie motiveert. Waar de manager zorgt dat alle middelen beschikbaar zijn om taken uit te voeren, richt de leider zich op de wensen en behoeften van zijn team. Er zijn vele boeken over leiderschap, die zich al te graag wijden aan stijl (autoritair, democratisch en delegerend), terwijl de kwaliteiten van leiderschap ontwikkelen juist gebonden is aan persoonlijkheid en situaties. Zoals in iedere discipline is een gezonde balans van alle stijlen beheersen een must, waarbij een situatie (zoals de werkethos, de leeftijd en ervaring van het team, bedrijfscultuur of externe druk) bepaalt welke stijl toepasselijk is.
Van een goede leider wordt inlevingsvermogen verwacht — het bewustzijn van hoe anderen informatie en situaties ervaren. Hoewel charisma en socialiteit een pré zijn, hoefje geen 'emo' te zijn om te begrijpen hoe mensen reageren op bepaalde situaties en hoe je daar op inspeelt. Kennis hebben van menselijk gedrag legt daar al een goede basis. Mensen reageren op patronen — ze herkennen een bestaand patroon of ervaren een nieuw patroon. Wie anticipeert op verwachtingen, kan daarmee het bedrag bepalen van zijn toehoorders.
Neem bijvoorbeeld vergaderingen: een leider die iedere vergadering steeds van tijdstip verandert, genereert stress. Stress is niets meer dan een onverwacht patroon dat de staat van alertheid oproept — en waardoor het 'langer termijn denken' ontregeld wordt. Wie alert is, verwacht nieuwe informatie; daarom zal een typisch werkoverleg als teleurstellend beschouwd worden en afbreuk doen aan de autoriteit van de leider (hij of zij komt als 'chaotisch' over) bij het scheppen van een beeld dat er sprake is van een onverwachte situatie.
Ook de vorm van communiceren bepaald het gedrag van mensen — feedback bijvoorbeeld is een essentiële taak voor een leider. Echter dient men rekening te houden met de manier waarop men bij voorkeur feedback ontvangt. Alle mensen zijn anders; het is een kwestie van begrijpen welke vorm het meest effectief is bij ieder individu. Zo zal de één graag verbaal erkenning ontvangen en zal de ander los van het team gehoord willen worden om obstakels en ideeën naar voren te brengen.
Leiderschap is effectiever wanneer het bedreven wordt met het bewustzijn dat mensen bewogen kunnen worden door relaties met ze aan te gaan. Leiderschap houdt in dat men begrijpt waar de behoeften van mensen liggen die bewogen moeten worden. Mensen bewegen makkelijker uit eigen potentie dan door opgelegde druk — leiderschap erkent dat motivatie de sleutel is tot het bereiken van ongekende doelen als een collectief.
Iedereen kan leiderschap ontwikkelen. Het vereist de nodige inzet, maar vereist geen aangeboren kwaliteit — want zelfs 'geboren leiders' kunnen nog iets leren op het gebied van begrip en relaties.
©SamRain
Leiderschap

woensdag 13 maart 2013

Foei, Je Nederlands Zuigt


 "Taal komt met eigenaardigheden."
                                                              — Sam Rain
Mijn grootste zonde als schrijver is mijn slechte gewoonte om spellingblunders te begaan. Van alle talenten die ik bezit, was het nooit mijn droomwens om schrijver te worden. Ondanks dat ik iedere vrijdagmiddag een opstel moest schrijven in het beruchte nablijflokaal. Gek genoeg, waren mijn eerste schrijfsels in het Engels — vanwege het internet, welke als platform fungeerde voor mijn `blog'. De Nederlandse taal had eigenlijk nooit zijn weg naar mijn interesse gevonden. Totdat ik begon met het schrijven in het Nederlands.
Het voordeel van praten is dat spelling niet opgemerkt kan worden; vooral mijn deftige manier van spreken, verhulde dat mijn kennis over het gebruik van d, t of dt op het niveau stond gelijkwaardig aan die van een leerling uit groep 6. En was ik niet bewust van deze fouten, omdat het de taak van Word zou moeten zijn om mij daarop te wijzen. De boze buitenwereld, dankzij feedback, bracht mij echter terug naar de kern van het probleem: mijn beheersing van de Nederlandse taal in schrift vereist de nodige ontwikkeling.
Uiteraard laat ik mijn werk altijd lezen door anderen, voordat het op het wereldwijde web wordt geplaatst. Echter, normaliter ging het erom of het artikel inhoudelijk begrijpbaar was — en dus niet om de spelling. Vervelend is dat mijn stijl van schrijven, de lat nogal hoog legt. Lange zinnen, veelvoudig (en vaak onnodig) gebruik van werkwoorden, pleonasmen en dergelijke eigenschappen van mijn vertelwijze vragen om nauwkeurig en gedisciplineerd iedere alinea na te lezen. En dat brengt meteen een ander probleem naar voren: ik ben nogal lui aangelegd.
Nee, er is geen stille ambitie om een taalpurist te worden. Echter ben ik gedreven door de oosterse filosofie van de samoerai — perfectie bereiken van het simpelste door oefenen, oefenen, oefenen totdat het een deel is geworden van het Zelf. Het is perfectionisme dat mij drijft om terug te stappen in de schoolboeken. Het begrijpen en absorberen van begrippen die mij voorheen vreemd waren. Zoals het geslacht van zelfstandige naamwoorden. Het opnieuw onderzoeken van regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
Ik heb goede argumenten om mijn gebrekkigheden in de beheersing van Nederlands te rechtvaardigen. Maar de oorzaak is niet van belang — het blijft een onvoltooide vaardigheid die een schrijver als ik hoort te beheersen. Zolang ik geen meesterschap heb in de taal waarin ik schrijf, zal de kunst die ik schep tot het niveau 'amateuristisch' beschouwd blijven worden. Erkenning is geen doel in Zen, maar het neemt niet weg dat ik haar bemin. Er ligt geen drijfveer in de kritiek, hoewel ik de informatie zie als een signaal. De ontwikkeling is in beweging omdat ik het beste uit mijzelf wil halen. Misschien, om bescheiden te klinken, op een dag zal ik foutloos een werk plaatsen zonder een oogwenk te hebben gedaan op de regels die gelden voor de spelling. Dat het Nederlands zich heeft verweven met mijn natuur. Hoe prachtig zal dat zijn!
Foei, Sam. Je Nederlands zuigt. En daar moet je iets aan doen. Anders ben je geen schrijver, maar een typist; zoals een schilder die de mooiste afbeeldingen kan bedenken, maar niet in staat is binnen de lijntjes te kleuren.
©SamRain
Taal

dinsdag 12 maart 2013

Beleid dat niet werkt


"Het succes van een generaal staat gelijk aan de daadkracht van zijn soldaten."
                                                                                                             — Sam Rain
Er zijn bewindvoerders die zich thuis voelen wanneer zij een angstcultuur scheppen. Angstcultuur betekent dat het bestuur een omgeving stimuleert, waardoor men beslissingen zal nemen, gemotiveerd om een negatieve consequentie te vermijden. Wie gedreven wordt door angst, beperkt zichzelf. Het probleem is dat een persoon die gedreven wordt door angst, het eigen belang in hogere achting neemt dan het maatschappelijk belang; terwijl juist bewindvoerders het laatste zouden willen bevorderen.
De kracht van iedere onderneming ligt in haar organisatie. Organiseren is breder dan het bepalen van wie een bepaalde rol vervult; de bewindvoering is verantwoordelijk voor de gezondheid waarin de onderneming zich bevindt. Bij bewindvoering staan twee gebieden centraal: beleid en autoriteit. Beleid bestaat uit de fundamenten waaraan een onderneming zich houdt, zoals de regels en procedures. Autoriteit staat voor de uitvoeringsmacht van het beleid. Wie autoriteit heeft gekregen, heeft de macht om het beleid te handhaven.
Angstcultuur wordt gecultiveerd wanneer bewindvoerders, door middel van autoriteit, resultaten willen afdwingen. Men verwacht niet meer redelijkerwijs van de uitvoerder om bepaalde taken uit te voeren, maar geeft bevelen die gecommuniceerd worden als éénrichtingsverkeer. Vaak zijn de argumenten hetzelfde: tijdsnood, druk van externe partijen of financiële problematiek. Toch ligt de kern bij hen die angstcultuur in stand houden; het zijn vaak bewindslieden die zich een admiraal wanen op een vlaggenschip in tijd van oorlog.
Wie geremd wordt door angst, ziet zelden de kansen en mogelijkheden van alternatieven — maar ook nadelige consequenties op de langere termijn. Niet voor niets ontstaan grote blunders, omdat de uitvoerder vaak de mond wordt gesnoerd. Want als de bewindvoerder zich als een slager gedraagt die zijn eigen vlees keurt of geen kennis neemt van mogelijke gevolgen, kan deze onder grote druk een catastrofe veroorzaken.
Onderdrukkers zijn meestal mensen die psychologisch zich vaak onder druk gezet voelen of ooit zelf onderdrukt zijn; het dictatorschap in de onderneming geeft een gevoel van valse zekerheid — ze denken zo het heft in handen te hebben. De piramides zijn immers ook tot stand gekomen met de zweep, lijkt de rechtvaardiging te zijn. Een onderneming is echter geen solide vorm; ze is altijd bewegelijk met de markt. De verbondenheid van de uitvoerders met de onderneming is daarom cruciaal: juist in tijden van noodzaak.
Wie een bewind voert met angst als strategie kan succesvol zijn — neem bijvoorbeeld het regime van Steve Jobs bij Apple — maar loopt het risico dat de concurrent het aantrekkelijk kan maken om menselijk kapitaal weg te trekken door relatief vrij goedkope secundaire voorwaarden aan te bieden. Ook onvoorzienbare kosten door verzuim kunnen ineens opduiken; het groeiend verzuim veroorzaakt door burnouts kunnen belangrijke schakels doen breken om een enkel voorbeeld te noemen.
Men hoeft geen hippiecultuur te propaganderen binnen een onderneming, maar een angstcultuur creëren brengt meer risico's mee. Zaken doen is oorlog, maar het moraal van je soldaten ontkennen als succesfactor staat garant voor deserteurs.
©SamRain
Beleid

maandag 11 maart 2013

Ben je wat je eet?


"Paard. Wint qua veelzijdigheid van het stukje kip."
                                                                                     - Sam Rain
Dat je als burger in overmaat wordt bedrogen, is natuurlijk geen actueel nieuws. Maar dat zelfs een balletje in de IKEA niet meer is wat het zou moeten zijn, is natuurlijk helemaal te gek. Niet alleen vang je blikken op van georganiseerde misdaad bij het kijken van een voetbalwedstrijdje; nee, je vindt zelfs gangsterpraktijken in gangpad 4 van de Appie. Miljoenen gaan erin om en de waakhond van voedsel en waren kan haar nut weer propaganderen. De Engelse autoriteiten wisten er natuurlijk al lang van, maar sinds de gekke koe — en met name de gevolgen voor de vleesmarkt — houden de Britten hun mond stijf dicht. Totdat de klokkenluider het naar bovenbrengt. Paard. Koop je vlees, dan koop je blijkbaar paard.
Het eerste wat ik me dan afvraag is of er religieuze gronden zijn om rellen te beginnen — zou het 'varken' zijn, dan wisten we dat meteen boze reacties zouden uitbreken — maar het blijft een beetje van het niveau 'belachelijk' of 'reinste oplichterij' (met uitzondering van het publiek dat regelmatig een manege bezoekt). Paarden zijn edele dieren volgens westerse én oosterse normen. Menig Nederlander zal rosbief wel kennen, maar om te worden opgelicht door de supermarkt gaat wel heel erg ver. Iedereen wijst wel naar een zondebok, zoals de Roemenen, of een vleesfabriek — maar zijn wijzelf niet verantwoordelijk?
Langzamerhand zijn we verwend geraakt. We verwachten dat alles voor ons opgelost wordt, terwijl we bij voorkeur zelf weinig initiatief nemen. Bij een stille tocht of een vreedzame demonstratie, daar is iedereen wel voor te porren. Maar meestal laten we het bij verontwaardiging. We boycotten de supermarkt niet. Stel je voor, want je zou een dief zijn van je eigen portemonnee. Want we struinen namelijk af naar de actieprijzen, die alleen grote leveranciers kunnen garanderen door grootschalige inkoop uit het buitenland. Dezelfde leveranciers die de kleine winkels hebben weggeconcurreerd. Want Henkie en Miep met een naambord vullen vakken, die in tegenstelling tot slager Jan, geen idee hebben wat er onder de plastic folie bevind en dus net als iedereen het etiket moet geloven.
Hoe kun je een voedselwaar vertrouwen, wanneer het etiket niet deugt? Kunnen we de verpakkingsdatum of de houdbaarheidsdatum ook niet meer vertrouwen? Want het wordt steeds erger: biologische eieren die uit een legbatterij komen, gekke ziektes die je van vlees kunt krijgen en ga zo maar door. En het komt allemaal door de religie die 'vertrouw uw leverancier' heet. Sommigen geven de wereldmarkt graag de schuld, maar dat is niet het echte probleem. Ook controle door onafhankelijke waakhonden is niet het probleem.
De schuld ligt bij de verkoper. Als consument heb je het recht op een deugdelijk product. Een product zonder verborgen gebreken. De verkoper heeft de verantwoordelijkheid om de controle uit te voeren en aan de bel te trekken, omdat deze een garantie dient te geven. Waarom zijn er anders steekproeven nodig in het verwerkingsproces? Wat is de geloofwaardigheid van een etiket, een merk of een bedrijf bij zulke misstappen? Die mooie stickers zijn hun geloofwaardigheid kwijt.
Waarom kan er geen massale boycot plaatsvinden van leveranciers die blijkbaar maling hebben aan de rechten van een consument? Waarom worden leveranciers niet voor het gerecht gesleept? Omdat een product uit de schappen wordt gehaald, betekent niet dat daarmee de kous af is.
Laten we maar met z'n allen gewoon teruggaan naar een slager die zelf slacht. Dan maar geen actieprijs. Want uiteindelijk word je opgelicht, dus betaal je alleen maar meer. Of zet op het etiket met koeienletters, zoals dat op tabak wordt gedaan, bijvoorbeeld met de tekst "Dit artikel kan delen bevatten waarvan de herkomst niet gecontroleerd kan worden. Consumeren op eigen risico."
©SamRain
Eat?