donderdag 28 maart 2013

Customers, Leadership, Excellence


"Vervelen is contraproductief."
                                                 — Sam Rain
Vrijdagochtend. Nadat half Frankrijk (bijna elk kantoor van een groot telecombedrijf) de hulplijn heeft plat gebeld, lichten de blauwe cijfers op in het speciale mapje. Een urgente, dringende mail met prioriteit kernaanval zou het moeten zijn. En dat tijdens de franse plaag van dreigtelefoontjes en falende systemen. Een collega nabij begint te vloeken — alert zoals hij is, heeft hij meteen een glimp opgevangen van het onderwerp: mandatory conference call, today 16:00.
Mandatory. Een Amerikaanse uitdrukking voor verplicht, geen excuus mogelijk, kans om je bonus kwijt te raken. Gelukkig liever een conference call, dan een meeting. Vergaderen, vooral binnen een multinational staat gelijk aan het bijwonen van een slecht stuk theater, waarbij het monoloog je niet kan boeien omdat er nog een hectare hooibergen aan werk gedaan moet worden. Gezien de tijd, zal het wel een oproep zijn van de CEO. Vier uur, wat men ziet in Nederland als het Cup-A-Soup momentje dat is aan de westkust de espresso voor de hel begint. En op vrijdagmiddag, wat voor de meeste een vrijmibo is — en in ons geval de 'quick beer' — staat niet bepaald garant voor enthousiasme.
Niemand overdenkt waarom de conference call plaats zal vinden. Niemand leest de mail. Het enige wat men weet is dat de call vooral mandatory is. Oftewel, inbellen, luidspreker op mute en Solitaire openen. We zijn het gewend. De Amerikanen zijn er dol op. Dat de Amerikaanse werkethos anders is dan de Europese hebben we op de harde manier geleerd tijdens de trainingen in Virginia en Silicon Valley. Psychische druk, vermomd onder een open cultuur.
Hier is het anders. Eigenlijk ook niet typisch Nederlands. Naast de laptop, heeft ieder een computertoren, een multifunctionele telefoon, een lang bureau, een gasgeveerde stoel, de mobiele telefoon, een ergonomisch toetsenbord, het snelste internet en vrije toegang tot systemen die de wereld in gang houden. Het lijkt niet bijzonder, totdat ik het jaartal noem — het jaar 2000. De tijd dat men thuis nog met een modem moest inbellen en dat de gemiddelde internet pagina in het algemeen er lelijk uitzag, zonder plaatjes (ter bevordering van de snelheid) of oplichtende knopjes. Iedereen in dit kantoor is geselecteerd op bijzondere vaardigheden en besteed gemiddeld 70 uur per week achter zijn bureau.
In het kantoor staan rare frutsels. Bij de 'Hacker' ligt een Katana in schede achter de stoel, en een fles single malt dient als boekensteun voor de grote collectie aan handleidingen. Een voodoopoppetje en Indonesische marionetten staan op het bureau van de `Great Communicator', naast een miniatuur van de Rosetta steen. De man die lijkt op een blanke rapper heeft een klinisch opgeruimd bureau, waarbij iedere map en elk papiertje voorzien is van kleur stickers. Een paar satirische boeken staan onbewogen in de hoek.
Om vier uur belt een van hen in. De ander start alvast een spel, waarmee de anderen in de populaire Shoot-em-up kunnen participeren. De CEO bezint met een verwelkoming, terwijl we vloekend en juichend elkaar voorzien van virtuele kogels. "The most important thing is guys, that you know what we stand for. Customers, leadership, excellence!", kraakt de luidspreker. Niemand luistert, want hier zitten we in onze eigen wereld.
©SamRain
CLE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten