“To win without
fighting is best.”
- Sun Tzu
- Sun Tzu
Filosofie. Je kunt er al je tijd in steken en je raakt er
nooit uitgezweverd van. De één zoekt het holistische en de ander wilt het als
een toepasbaar recept. Wie ‘Westers’ en liberaal denkt ziet grootsheid in
Nietszche of Seneca, Voltaite enzovoort. Eens dacht ik zo.
Totdat ik terugging naar m’n ‘roots’. Hindoeïsme werd ‘weer’
belangrijk, met name de boeken en geschriften die de meeste hindoes niet eens
kennen. Boeddhisme was het logische resultaat van deze zoektocht – de wegen van
dharma, Zen en Tao vullen de gaten in van het monotheïsme die ik ken uit de
Bijbel en de Quran. Nee, ik verwar filosofie écht niet met theologie (hoewel ik
van mening ben dat er geen filosofie voortkomt zonder geloofsovertuiging –
ongeacht van vorm.
De I-Ching, de Yinfu Jing, de Tao-te Ching, de verzamelingen
van Confucius, Sun-tzu ping fa en de Dhammapad zijn werken die de ogen openen
voor hen die Zen-filosofie begrijpen. Wie Zen-filosofie begrijpt, begrijpt
Christendom pas in z’n ware gestalte. Want zaken als geweldloosheid, inzicht
(‘wijsheid’) boven kennis en onthechting leiden pas naar een waarlijk ‘heilig’
leven.
Waar ‘Westerse’ filosofie denkt in pieken en dalen, lineaire
verbanden, condities, criteria en resultaten daar gaat de Oosterse over balans,
harmonie en momentum in cycli. Twee ‘lifestyles’ die helemaal niets met elkaar
gemeen hebben, maar ook weer wel. Ze zijn als de twee kleuren in het Damspel.
Wit, de ‘agressor’ begint een plot, waar zwart al defensief op kan reageren.
‘Wit begint en zwart wint’ is een gezegde waar waarheid in zit als je Oosterse
filosofie hoog in acht neemt. Gebruik van het momentum in plaats van
verwachtingen.
Een groot verschil tussen Westerse Oosterse filosofie is
‘discriminatie’ – onderscheid maken. Westerse filosofie richt zich op kennis en
classificeren, terwijl Oosterse filosofie de basis legt op inzicht en
vormloosheid. En waar het uiterlijke, het zichtbare en het tastbare
fundamenteel is voor Westerse filosofie is juist het innerlijke, het
onzichtbare en het vormloze de kracht van de Oosterse filosofie.
Wie als ‘Christen’ wilt leven als een discipel, doet er goed
aan om zich hier in te verdiepen. Want de binnenkant van de beker dient men te
wassen. Geloof zonder verwacht resultaat is effectiever als je vormloosheid
begrijpt. Dat je rechter wang toekeren iets heel anders betekent dan incasseren
en vergeven. Hoe je de stilte vind om ‘wijsheid’ te vinden. Dat onthechten iets
anders is dan onthouding.
Wie zich niet verbonden voelt aan een God, doet zichzelf een
misdaad om Oosterse filosofie te negeren. In een drukke maatschappij, met
steeds meer geweld en vervaging van normen en waarden zou de filosofie uit het
Oosten een bron bieden die verfrissend zal zijn. Vitaliserend, oprecht en
toepasbaar. Maar bovenal, maakt ze je een beter mens.