“Am I my brother’s
keeper?”
- Kaïn (Genesis)
- Kaïn (Genesis)
Mijn broer is best achterlijk. Nou ja, hij heeft zijn
piekmomenten. Nu was ik nooit eerder echt ‘close’ met mijn broer – we schelen
dik 8 jaar en met mijn zus in het midden, heeft hij met mij eigenlijk weinig
soeps. Het is heus niet dat we elkaar haten; verre van zelfs. Maar we botsen
met alles: karakter, lengte, interesses, smaak (vrouwen, auto’s en kleding),
ambitie, cultuur enzovoorts. Behalve bier en kungfu films is er dan ook ‘niets’
wat ons echt bindt.
Vroeger keek ik echt tegen hem op; hij was niet ‘bang’ voor
m’n vader, had veel vrienden en was altijd druk in de weer. Nu is mijn broer
een destructieve alcoholist. Hij is richting 40, opvallend dik qua pens, heeft
ongeveer 4 kinderen (waar ik weet van heb) bij verschillende vrouwen, is altijd
blut en als hij geld heeft, is een ander het ‘kwijt’. Geen werk en als hij werk
heeft is het tijdelijk. Onze hele familie kotst hem zo wat uit en hij kan
ontzettend goed tegen kritiek -not. Wel weet hij alles beter én is hij beter
dan iedereen.
Mijn broer is dus een mislukkeling. Ja, ik zeg het. Want het
is waar. Hij is geworden wat hij nooit gedacht had te worden. Oud, kalend,
alleen en een paria. De hoop voorbij, zeg maar. “Intervention”, zou dr. Phil
zeggen. Helaas, vele pastorale gesprekjes heeft hij al gehad en hulp zoeken (of
aannemen – behalve in dividenten) doet hij niet. Hij is in een al 2 decennia
durende ontkenningsfase en ik wed dat hij op eigen kracht het nog twee
volhoudt. Ik word al jaren niet meer ‘verrast’ door zijn domme acties en heb
zelfs een regel ‘voor geld en ruzies bel mij niet’. Jep, dat klinkt redelijk
koel en afstandelijk. Maar voor goede redenen.
Mijn broer speelt altijd in op mijn schuldgevoel. ‘We zijn
nog maar met z’n drieën’ of ‘We zijn broers, vergeet dat nooit, blabla’. Ik heb
hem letterlijk tienduizenden euro’s (en guldens) geleend, en nooit wat terug
gezien. Eerst was ik er zo kwaad om, daarna bedacht ik dat ik de achterlijke
was om er zo blind mee om te gaan. Nee, niet dat hij er iets ‘mee’ gedaan
heeft. Drank, kleding en rijk spelen (van mijn geld notabene en niet eens het
fatsoen om wat voor mij te halen, god verbiedde).
Daarnaast misbruikt mijn broer vaak mijn reputatie – ‘mijn
broertje werkt voor banken, mijn broertje vliegt daar en daar naar toe, mijn
broertje woont daar, mijn broertje bla bla’ horen mensen in zijn nabijheid met
een glaasje teveel op. Het allerergste is dat hij mijn visitekaartje eens
gebruikte (plus een duur pak uit m’n kledingkast) om zich voor te stellen aan
de ouders van z’n ex, inclusief met het gegeven van mijn leeftijd destijds en
kinderloze status (hij had er al twee). Nadat het meisje van huis wegliep voor
een welbetaalde consultant, trof ze een ruim 8 jaar oudere werkloze aan, bij
het huis van de echte ‘Sam’. Ja, legt dat eens uit.
Naast alle andere talloze dingetjes (kleding en spullen
stiekem meenemen, computers verpatsen, etc.) is er een klap op de vuurpijl; op
een dag verteld hij tegen z’n huidige schnabbel dat die ‘ene sms-ende ex’ hem
in de war brengt met mij. Want het gaat over een kind. Ja. Snap je ‘m?
Zo zie je maar weer hoe gezegend ik ben – ik kan dankzij
mijn broer iets wat alleen God kan: zonder fysiek aanwezig te zijn, kindjes
maken. Yep, mijn broer is achterlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten