“Met je vuisten begin
je geen gesprek.”
- Sam Rain
- Sam Rain
Geweldloosheid; vrij vertaald is het de ‘afwezigheid’ van
geweld als middel volgens velen. Maar geweldloosheid is geen passieve houding.
Sterker nog – je bent gewelddadig wanneer je passief bent.
Met geweldloosheid zien we vaak het verband met de vroegere
beweging van Mahatma Ghandi. Maar wat is geweldloosheid nu in de filosofie waar
zij vandaan komt? Want deze geeft geen enkele doctrine waarin men ‘passief’
handelt – doelloos incasseren. Jezelf verdedigen is wat anders dan gewelddadigheid
toepassen.
De ‘Bhagavad Gita’ begint op een strijdveld – waar prins
Arjuna en Sri Krishna te midden staan van twee legers. Het is Sri Krishna die
Arjuna bestraft voor zijn passieve houding om te vechten. Op de vraag van
Arjuna hoe hij zou kùnnen vechten – op het slagveld staan familie en vrienden
tegenover elkaar. “Strijd om het strijden zelf”, krijgt hij als antwoord.
Rechtvaardigheid is wat anders dan vergelding – wie zint op
‘wraak’ is nooit rechtvaardig. Geweldloos zijn is rechtvaardig zijn. Wie niet
handelt naar geweten en hogere ethiek is niet rechtvaardig, maar gewelddadig.
Iets niet doen is ook handelen – geweld in stand houden is dus ook gewelddadig.
Zo kan iemand die zelf verzuimt te handelen veel gewelddadiger zijn dan wie
zich of anderen verdedigd. Het is ook uit deze ethiek hoe de Oosterse
vechtsporten zijn ontstaan. Moord is anders dan handelen uit zelfverdediging.
Wie zich niet verdedigd, maar geweldloosheid ziet als een dogma voor het
bereiken van ascetie is gewelddadig – men laat geweld toe en biedt er een
platform toe. Ja, in dit perspectief zijn de Tibetaanse monniken misschien wel
het gewelddadigst van heel Azië!
Geweld is een laatst redmiddel voor iemand die ‘echt’ geweldloos
is – wie geweld verafschuwd is niet per se geweldloos. Angst om geweld
aangedaan te worden is niet ondenkbaar – op psychologisch gebied kennen mensen
vecht-, vlucht- of ‘shock’ gedrag, waarvan de laatste twee veel frequenter
voorkomen. Wie niet kàn vluchten, raakt in ‘shock’ of zal vechten voor zijn of haar
leven. Een geweldloos iemand zal daarom iemand in staat stellen om te vluchten;
simpelweg omdat vechten geen doel dient voor hem of haar.
Geweld is dus niet alleen fysiek. Het is de wrok en boosheid
achter de handeling. Wie boos is en de wrok ‘draagt’ is in de filosofie
gewelddadig. Het erkennen van de boosheid en het laten gaan van boosheid hoort
bij geweldloosheid – want de geweldloze kiest voor inzicht in zichzelf en een
ander. Wie kiest voor geweld, kiest voor woede. En woede is de wrok die men
koestert.
In plaats van allerlei rare vakken, mogen scholen hier
prominent plaats aan geven in het onderwijs. Want een vechtsport als ‘outlet’
is gewelddadig – en pesten is gewelddadig. Omgaan met wrok, woede en boosheid
is iets wat velen missen als vaardigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten