vrijdag 10 augustus 2012

Oordelen, haat en reflectie


“Hoed mijn schapen!”
                                    - Jezus
Vaak hebben we – ja, ook jij en ook ik – onze mening klaar. Die is zus, die is zo. Dat zijn zulke en die doen dit. De ene psycholoog zal zeggen dat het normaal is, de andere geestelijke gaat voor de vleselijke natuur.
Hoe moeilijk is het om niet te haten? Hoe moeilijk is het om kritiek voor ons te houden? Het is bijna onmogelijk.
Tenzij we anders gaan denken. Dat anderen zijn zoals onszelf. Alleen gaat dat moeilijk als anderen zich niet zo gedragen. Graag presenteren we onszelf als verdraagzaam en geduldig, maar een tegenslag keert de tegel om; onder de huid, daar krioelt het van de afkeer, kritiek en woede.
Vaak worden we boos – het systeem faalt, of onschuldigen zijn de klos, de balans wordt verstoord. Wanneer het ons dan persoonlijk raakt, dan gaat de boosheid snel naar haat. Haat verstikt. Haat maakt blind. Haat maakt doof. Het is het duistere wat in ons schuilt, hetgeen dat mensen beweegt tot destructiviteit en het ergste in ons naar boven haalt.
Sommige guru’s relativeren; niemand is beter dan de ander. Kumbaya-hippies beginnen over omstandigheden. Maar een ieder kent wel zijn of haar donkere kant; waar rede niet wint van onredelijkheid. We kunnen het wijten aan de natuur, maar is dat werkelijk zo? Zijn we gewoon niet ergens op weg naar beschaving per ongeluk verdwaald? Is onze haat niet simpelweg een projectie van ons ego, welk gecorrupteerd is door paradoxen en alledaagse dilemma’s? Ik hoop van wel; het zou betekenen dat ieder mens van nature geen haat kent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten