zondag 5 februari 2012

De misdadiger ontrafeld: Waarom men misdaden begaat


“Ik geloof in een algemeen menselijke neiging, een voortdurend, rusteloos verlangen van macht naar meer macht, dat slechts eindigt met de dood.”
                                                                                                            - Thomas Hobbes
Criminologie fascineert. Niet voor niets zijn de series als Criminal Minds, Law&Order en CSI populair onder de nieuwsgierige aagjes; het romantiseren van de zieke, gekwelde geest is voor velen ondenkbaar. Maar de psychologie schiet tekort op het gebied van criminaliteit als het aankomt op de mens of het monster erachter. Daarom wordt het hoog tijd om de orde op zaken te stellen met de Sam Rain theorie over het fenomeen misdadigers.
Vanuit een psychologisch oogpunt zijn er 3 redenen waarom een mens misdaden begaat, ongeacht het type delict:
-       zelfbehoud (sociale omstandigheden, incidenteel)
-       stoornis (autisme, schizofrenie, verslaving, zwakbegaafdheid)
-       beroep (rebellie, narcisme en antisocialisme)
Misdaad is een keuze – maar juist de eerder genoemde redenen bepalen waarom deze keuze wordt gemaakt; een vraagstuk dat vele mensen, met name slachtoffers, maar geen antwoord op kregen – tot nu toe. Hoewel criminologen graag het vraagstuk zo complex mogelijk maken, missen ze cruciaal onderzoek; misdadigers spelen een rol in het gerechtsbankje en de journalistiek observeert maar een enkel aspect van deze inheemse diersoort.
Een misdadiger de gemotiveerd is door zelfbehoud wilt geen misdaad plegen, maar ziet zich gedwongen om deze keus te maken. Van deze mensen is het kenmerkend dat hun misdaad volstrekt zonder controle over de zaak; het belanden in een vechtpartij, of een inbraak plegen om de ‘huur’ te kunnen betalen. De misdaad is hun ‘laatste’ redmiddel. Wel kan de ervaring die de misdadiger beleeft de voorzet zijn van recidive (herhaling van misdaden) wanneer deze successen beleeft en dus een carrièrepad kan volgen tot beroepscrimineel.
De beroepscrimineel kiest daarom bewust voor het plegen van misdaad; het is een vak geworden met zelfs specialismen. Omdat het zelfbeeld vertekent en er een scheefgroei ontstaat in de ontwikkeling, rechtvaardigen zij hun misdaden naar henzelf als noodzakelijk kwaad.
Bij een ‘gestoorde’ misdadiger is de misdaad het middel om een doel te bereiken; dit kan een obsessie zijn voor een geestelijke staat (verslaving), een sexuele frustratie te bevredigen (verkrachting, stalking), een psychiatrische aandoening (schizofrenie) of een ongecontroleerde woede aanval (extreme agressie). Een gestoorde misdadiger voelt zichzelf niet in de macht en beleeft de keuze als een compulsie. Afhankelijk van hun persoonlijkheid, veranderd hun zelfbeeld naar mate de misdaden in frequentie toenemen. Aan het ene uiterste en daadwerkelijk berouw en zelfhaat of het andere uiterste waar men accepteert dat ze nu eenmaal onbehandelbaar zijn. Een mens kan ‘gestoord’ geboren zijn, maar ook ‘gestoord’ worden.
Hoewel men een misdaad ziet als de bron van het ‘kwaad’ is het slechts een tussenstation. Een afschrikbeleid werkt namelijk alleen wanneer er ‘angst’ is voor consequenties, en zelfs ineffectief tegen de ‘gestoorde’ crimineel. De bronnen voor iedere motivatie zijn als volgt:
-       zelfbehoud is het resultaat van psychosociale problematiek
-       stoornissen zijn het resultaat van onbehandelde psychiatrische problemen
-       beroepscriminaliteit is het resultaat van cognitieve gedragsproblemen.
Daarom zijn lange straffen alleen niet voldoende; de hulpvraag van misdadigers is niet aan de orde, maar de behandeling kent zijn gaten. Iedere misdadiger is ondanks zijn gedrag, nog altijd een mens.

©SamRain
Misdaad

Geen opmerkingen:

Een reactie posten