“Ieder mens ontwikkeld zich; en misdadigers zijn geen uitzondering.”
- Sam Rain
- Sam Rain
Door schade en schande wordt men wijs. Jong geleerd, oud gedaan. Het zijn zegswijzen die toepasselijk zijn voor ieder mens; inclusief de misdadiger. Nu we weten waarom een mens misdaden begaat, is het een vraagstuk hoe men voor zo’n keuze komt te staan en/of kiest om het gedrag te herhalen. Wederom een aanvulling op de theorie van het vorige artikel over het fenomeen misdadiger.
Er zijn 4 redenen hoe een misdadiger tot stand komt:
- een aangeboren afwijking (neurologisch)
- een afwijkende, aangeleerde opvatting (cultuur)
- een positieve ervaring van een incidentele misdaad (ervaring)
- een ontwikkelde scheefgroei in de persoonlijkheid (psychisch).
Men vind het omstreden, ‘natural born killers’ zouden genetisch aanleg hebben voor gewelddadigheid. Neurologisch is het te staven; al ruime tijd weten we dat hormonen en hersensignatuur de beleving van een mens bepaalt en mede zijn of haar gedrag. Seksuele afwijkingen zijn ook neurologisch; een pedofiel ‘kiest’ er niet voor om pedosexueel te zijn, omdat het maatschappelijk grote consequenties oplevert. Nu staat een neurologische afwijking nooit garant voor een uiteindelijke misdadiger, maar bevorderd wel de mogelijkheid als er sprake is van een disfunctioneel aantal ‘remmingen’.
Als men zich bevindt in een sociale omgeving waarbij men ‘leert’ dat misdaden begaan lonend werkt, is het een cultureel probleem. Dit is niet exclusief binnen de opvoeding; pubers en adolescenten zijn vatbaarder voor rebellerend gedrag, maar ook volwassen en succesvolle mensen kunnen criminaliteit verheerlijken in een bepaalde groepsdynamiek of door een hooggeachte autoriteit. Waar je mee omgaat, wordt je mee besmet; dit geldt zowel voor positieve als negatieve invloeden.
Net zoals andere organisme met een ontwikkelingspotentie, leren mensen door ervaring. Wanneer men, incidenteel, ontdekt dat het afschrikbeleid in de realiteit minder angstaanjagend is, dan verliest het ook de remming; de geestelijke barrière is doorbroken. Vooral bij een ‘gelukstreffer’ voelt de misdaad belonend in omgekeerde vorm; de consequentie is ontlopen. Dit gedrag is natuurlijk voor intelligente organismen; van een snoep stelende peuter tot een agressieve waakhond.
Naast aangeboren afwijkingen kan een mens ook zich tot een afwijking ontwikkelen; echter hoeft dit niet altijd neurologisch te zijn voor alle gevallen. Verslaving op langere termijn verandert de persoonlijkheid (en bij zwaar verdovende middelen zijn er fysiologische en neurologische veranderingen mogelijk), maar ook bij een hersenletsel of zelfs trauma’s. Niet alle ‘stoornissen’ zijn gevaarlijk voor de maatschappij in de vorm van misdaad, maar omdat een stoornis de geestelijke toestand in wurggreep houdt, is een potentiële misdadiger in verhoogde mate aanwezig.
Er zijn dus 4 factoren die bepalend zijn wanneer een mens een misdaad zal begaan:
- geestelijke toestand (persoonlijkheid, wereld- en zelfbeeld)
- neurologische staat (biologische afwijkingen)
- sociale omgeving (groepsdynamiek, autoriteit en verwachtingen)
- persoonlijke ervaring (kennis, ratio beloning versus consequentie)
Uiteindelijk is misdaad een gedrag; gedrag is het resultaat van een soep inclusief de ingrediënten van eerder genoemde factoren. Wanneer er een specifieke situatie voordoet waarbij de mogelijkheid en de middelen beschikbaar zijn om een misdaad te begaan, bepalen deze factoren de keuze om tot handelen over te gaan. Een vergroot risico staat nooit garant voor een misdaad, tevens als een matig risico garant staat voor het niet begaan van een misdaad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten