zondag 29 april 2012

Management als ambacht: Kandidaten selecteren op kwaliteit - Deel 3


“Een persoonlijk gesprek bestaat uit observeren en dialoog.”
                                                                                    - Sam Rain
In deel 2 behandelde ik de globale competenties, maar het belangrijkste is toch wel het herkennen van deze eigenschappen. De uitnodiging tot een persoonlijk gesprek toetst een aantal van deze competenties; mits je weet wanneer ze te voorschijn komen.
Op tijd komen zegt veel over een kandidaat: wie verantwoordelijk is én kan “plannen” heeft een mate van discipline en analytisch vermogen. Laksheid betekent eigenlijk eigen prioriteiten voorop stellen en neemt de geïnvesteerde tijd van het bedrijf niet serieus. Een uur van te voren aankondigen van een overmacht (file, pech, Dag des Oordeels) compenseert met communicatieve vaardigeden – een minuut of 10 van tevoren valt simpelweg onder gemakzucht.
De kleding zegt meteen het een en ander over de sociale omgang, de betrokkenheid én de zelfkennis van een kandidaat. Wie er verzorgd uitziet, beseft dat andere mensen notitie nemen van de kandidaat. De kleding spreekt vaak over het “ego”; een uitspringend tenue vertelt dat de kandidaat een sterk individueel karakter heeft – een leiderschapskwaliteit. Een ‘cultuurconform’ aangetrokken outfit (maatpak, kostuum, mantelpak, e.d.) accentueert de dienstbaarheid. Business casual maakt een kandidaat “open” en dus toegankelijk, terwijl formeel zich presenteert op het intellect. De eerste indruk bepaalt dus wel degelijk de kansen van een kandidaat.
Tijdens het voorstellen krijg je een “gutfeeling”, hoe prettiger dit overkomt, hoe socialer de kandidaat. Iemand die een nerveuze indruk maakt, heeft niet te veel zelfvertrouwen; dit kan een momentopname zijn, maar ook matige zelfkennis. Nerveusiteit kan op veel manieren tot uiting komen: heftig transpireren, stamelen of excessief praten (lees: te prominent benadrukken hoé goed ze zijn). Daarom zijn kandidaten met zelfkennis vaak betrouwbaarder; denken dat je iets kunt is niet hetzelfde als weten dat je iets kunt.
Vragen naar wie de persoon is kan resulteren in het opdrammen van het CV – personalia, werkervaring en ‘academische’ achtergrond – óf het volledig dichtslaan óf een sociaal wenselijk profiel dat nét iets te nauw aansluit op de vacature óf... de perfecte oneliner die de kandidaat als individu omschrijft. Het laatste geeft de kwaliteiten van leiderschap en communicatie en mag een verhoogde waardering krijgen op het gebied van zelf kennis.
Praat wat minder over de bedrijfsresultaten en wat meer over de functie; een kandidaat die actief deelneemt in het dialoog –‘met welk programma werken jullie daarvoor?’- geeft aan dat iemand analytisch te werk kan gaan en taakgericht werkt (dienstbaarheid / discipline). De toon van dit gesprek bepaald met name de sociale omgang; betweters hebben voor alles een véél betere oplossing (zonder de werkvloer gezien te hebben), ja-knikkers zijn minder betrokken (ze reageren op de salarisindicatie van de vacature) en een gesprek dat voelt als één die zich voordoet tijdens een rookpauze staat voor communicatief en wederzijds respect.
Het afscheid speelt ook een rol; feedback over de inhoud en gevoelsbeleving bewijzen een communicatief sterke competentie en analytisch vermogen. Als de competenties kloppen met de vaardigheden bij de functie, is er sprake van een match. Je gevoel moet niet gebaseerd zijn op vooroordelen, maar de schatting hoe verre de kandidaat de taken kan uitvoeren. De rest kun je namelijk ontwikkelen!

Meer lezen over het onderwerp Management? Klik hier voor een inhoudsopgave naar alle artikelen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten