“Als je haast hebt,
doe dan vooral rustig aan.”
- Sam Rain
- Sam Rain
Wanneer we aan Boeddhisme denken, zien we vaak het beeld van
Tibetaanse monniken in ons hoofd. Een Boeddha beeldje in huis is vaak een
decoratief dingetje, terwijl het Boeddhisme juist in Nederland aardig wat
leermeesters van eigen bodem kent. Op het eerste gezicht, net als iedere andere
religie, lijkt Boeddhisme een ‘hard’ pad te volgen. Want wij herkennen
eigenlijk alleen fundamentalisten.
Het Boeddhisme is eigenlijk geen ‘Godsdienst’; buigen naar
de ‘grote B’ lijkt op het eerste gezicht op aanbidding – maar is eigenlijk een
betuiging van respect. Basisboeddhisme is het beste als volgt te omschrijven:
alles is vergankelijk en je kunt alles beter accepteren als je het ook loslaat.
Het eerste is empirisch en het laatste doe je door middel van bewustwording via
meditatie.
Hoewel Boeddhisten literatuur gebruiken uit het traditionele
Hindoeïsme (de Rikh-Veda, Vipassana, Bhagavad Gita) en de leer van Boeddha,
kennen ze relatief weinig dogma’s. De vijf leefregels zijn een effectief
‘moreel’ anker, die in andere religies ook aanwezig zijn. Hen met een roeping
als monnik accepteren meer regels (in de Tibetaanse stromingen is 250+ geboden
eerder de standaard dan de uitzondering). Het grote verschil is wel het motief
in deze regels – in plaats van hellevuur en berechting door een oude man op een
wolk is een leefregel een stap dichterbij onthechting (en dus verlossing). Het
is dus niet moéten, maar bewust kiezen; iets wat een aantrekkelijke kracht
heeft naar mijn gevoel.
De historie van het Boeddhisme is ook herkenbaar; de prins
Siddharta komt buiten de paleismuren en raakt in een emotionele schok, waardoor
hij huis en haard verlaat op zoek naar de ‘meaning of life’. Onder een boom
bereikt hij een staat van ontwaking – de naam Boeddha staat namelijk voor ‘de
ontwaakte’. Met zijn nieuwe wijsheid brengt hij een leer onder de mensen dat
nauw verweven is met de Krishna-beweging: onthechting, met als doel het
‘Nirvana’ – het vormloze paradijs.
Boeddhisten, ontwaakt of niet, streven het doel na van de
Meester. Er is geen Apocalyps zoals wij dat kennen uit de meeste religies:
alles gaat op zijn tijd en dat is okay. Hoewel het ‘Nirvana’ zelden wordt
gebruikt als trekpleister, benadrukt het wel de zingeving in het algemeen. Ik benoem
algemeen, omdat het Boeddhisme veel stromingen kent: van Tao-, Zen-, Tibetaans-
tot traditioneel Boeddhisme. Natuurlijk trekken de georganiseerde en
esoterische stromingen veelal de ‘show’; gradaties van leek tot groot –
meester, mandala’s en prestigieuze koningstitels zoals lama en symbolieke
sherpen. Toch ligt de aandacht op zelfs zulk niveau niet in het aanzien;
religieuze leiders zijn compassioneel en relatief passief. Het volgen van een
eigen pad blijft de richtlijn en het ego kan simpelweg niet leven in een
bestaan van grote discipline van soberheid.
Een Boeddhist is niet kenmerkend een kaal hoofd, een oranje
gewaad of matchende aura. Niet stelen, niet doden, niet liegen, niet seksueel
wangedrag vertonen en geen verdovende middelen gebruiken. Is het Boeddhisme
eigenlijk geen oplossing voor iedere maatschappij?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten