“Een goed karakter is
er één die zich ontwikkelt.”
- Sam Rain
- Sam Rain
Verhalen draaien om personages die in aanraking komen met
andere karakters vanwege een serie gebeurtenissen. De prins gaat op zoek naar
de gevangen prinses, de actieheld redt de wereld van de gemenerik met snode
plannen en de detective lost het mysterie op door de sporen van de dader te
volgen. Echter maakt een goed verhaal zich pas, wanneer we erin gezogen worden
met inbeelding. We moeten ons dus kunnen herkennen in de karakters.
Vaak beginnen schrijvers met de uiterlijke eigenschappen die
zich manifesteren in het eerste hoofdstuk. Daar is op zich niets mis mee,
zolang het personage voorzien is van een ‘eigen’ karakter. De geestelijke vader
van iedere karakter zal zich los van het motief moeten trekken; een
psychologisch profiel zal eerst opgebouwd moeten worden om ieder karakter tot
leven te laten komen. Want het karakter bepaalt immers het gedrag.
Als eerst de sekse; welk stereotype zal het karakter volgen
in de hoofdlijnen? Macho voor mannen, assertief voor vrouwen zijn een
stereotype: eerst doen, dan denken. Intellectueel vraagt om beredenerend
denken, terwijl passioneel het impulsieve volgt. Het is beter om een stereotype
te volgen dan de perfecte mens in iedere situatie; fouten maken is menselijk en
daar herkennen we ons in.
De leeftijd speelt een grote rol in de doelgroep; vrouwen
lezen liever een hoofdkarakter dat zich óf profileert als goede wederhelft van
een leeftijd tussen 25-30 of een ‘vadertype’ van 50+ bij een mannelijk
hoofdpersoon. Bij een vrouwelijk karakter hebben Westerse vrouwen een voorkeur
tussen de 27-32 jaar; het is meer voor hen de meest herkenbare leeftijd. Wil je
echter een ‘love story’ schrijven, dan is 20 jaar de leeftijd voor
kalverliefdes en verhoogde dosis naïviteit. Mannelijke personages voor mannen
zijn 20, de ‘rebel’, 25, de jongvolwassene, 30 of 40 voor de rest. Herkennen
betekent niet zichzelf in de spiegel zien; het zijn karakters die men in de
loop der leven tegenkomt waardoor het verhaal gaat leven (vandaar dat boek
beter is dan de film). Kinderverhalen kennen de ‘tweens’ en tieners; tweens
zijn 9-12 en tieners 15 tot 18 jaar.
Dan is er een ‘geschiedenis’ – maar niet zoals die van een
autobiografie. De historie van een karakter bepaalt hoe ver het op dat moment
ontwikkeld is. Waar is het karakter geboren – is dat in een dorp in
niemandsland of tussen de drukte in een stad? Het eerste beweegt een karakter
in een grote sociale hiërarchie (oplettend, nadenken voor consequenties en
hechte familiebanden) en de laatste op een sterker individu (zelfbewust,
impulsief, egoïstisch). De trauma’s bepalen hoe verre een karakter beschadigd
is – het karakter is anders te glad.
Negatieve ‘afspraken’ die het karakter met zichzelf heeft gemaakt, bepalen het gedrag. Harry Potter is een wees, Rambo verloor zijn liefjes, Belle kwam uit een dorp zonder mama en Aladdin was een zwerver, Alice werkte voor de Umbrella Corp. en Julia Roberts in iedere gespeelde rol kent iets van het verwende meisje. Trauma’s maken een karakter levend.
Negatieve ‘afspraken’ die het karakter met zichzelf heeft gemaakt, bepalen het gedrag. Harry Potter is een wees, Rambo verloor zijn liefjes, Belle kwam uit een dorp zonder mama en Aladdin was een zwerver, Alice werkte voor de Umbrella Corp. en Julia Roberts in iedere gespeelde rol kent iets van het verwende meisje. Trauma’s maken een karakter levend.
Een karakter moet ook ontwikkelen; de slechte eigenschappen
van een karakter, of eigenlijk beter gezegd de zwakke punten bieden hier de
mogelijkheden toe. Een karakter dat zich niet ontwikkeld en niet veranderd in
‘vooroordelen’ of een denkpatroon is als een wassen pop. Vergissen is
menselijk, maar leren van fouten ook. Een goed karakter ontwikkeld zich met
name door Deja-Vu’s; dezelfde situaties maar een nieuw denkpatroon.
Wordt vervolgd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten