zondag 1 april 2012

Loper, Paard, Dame - Grote Neef en Kleine Man


“Ik zie, ik zie – maar jij lekker niet!”
                                                - Sam Rain
De schaakstukken staan opgesteld; de kleine man zit er helemaal klaar voor. Normaal schaakt hij met niemand, maar vandaag is zijn grote neef er. Ergens is hij nerveus, want hij kent niet één iemand die slimmer is dan hem. Daarom moet hij hem verslaan! Kostte wat het kost! Hij zet een pion twee stappen vooruit en zijn Dame en Loper zijn vrij.
De grote neef glimlacht terwijl hij zijn bril schoonmaakt. ‘Hoe gaat het op school?’ vraagt hij bijna retorisch aan de kleine man. Zijn zwarte paard hopt vooruit, waardoor ieder wit vlak geen kans biedt voor een aanval. De kleine man kijkt indringend naar het bord en zegt dat het wel goed gaat. Liegend beschermd hij zijn onbewaakte pion met zijn loper.
Terwijl de grote neef een pion naar voren schuift met een enkele stap en alleen loper vrijmaakt naast het onbewogen paard, neemt hij een slok van zijn biertje. ‘Weet je het zeker dat het goed gaat op school?’ vraag hij sarcastisch. De kleine man voelt zich ongemakkelijk. Heeft zijn vader weer zijn mond voorbij gepraat? Of heeft grote neef weer met school gesproken. ‘Het kan beter’, zegt hij zachtjes en plaatst zijn rechterpaard naar de hoek van het bord. Meteen zet grote neef zijn loper er tegenover maar bedreigd eigenlijk de loper van de kleine man. De kleine man haalt opgelucht adem; geen stuk van hem staat onbeschermd. Hij wilt aanvallen en zet de Dame op de derde rij – samen bij zijn loper en paard.
De neef kijkt naar het bord en steekt zijn sigaret aan. ‘Pats’ klinkt het – geen stuk geslagen maar zijn pion voor de Dame doet twee stappen vooruit en bedreigd de pion van de kleine man – die een hinderlaag denkt te zien. Als hij de pion slaat, staat zijn Heer helemaal open. Als hij niet slaat raakt hij misschien een pion kwijt. ‘Wat is hij toch van plan’, denkt hij. En slaat de pion. Grote neef glimlacht.
Brutaal, zonder overwegen slaat de Dame van grote neef zijn net overwinnende pion van het bord. Meteen gedekt door zijn paard – is hij nu een hinderlaag ingelopen? De Dame van grote neef is een gevaar en daarom bedreigd de kleine man haar met zijn loper – ook gedekt door zijn paard.
Helaas vergat de kleine man de zwarte loper op het witte vlak – en weg was zijn loper. Hij kon wel slaan met zijn paard, maar de zwarte Dame zou er ongenadig rosbief van maken. Daarom zette hij een dapper pionnetje naar voren om met de loper korte metten te maken. ‘Schaak’ – zei de zwarte Dame, door een stap opzij te nemen. De kleine man zette zijne ook opzij. Twee dames tegenover elkaar. Snel dekte grote neef zijn Dame met het paard dat nog op stal stond.
De kleine man zag dat de loper onbeschermd stond en verorberde het met zijn paard. De telefoon ging en de kleine man haastte zich weg. Toen hij terugkwam keek hij naar het bord – het klopte dacht hij. Ineens vloog de Dame van grote neef diagonaal en nam de toren van het bord. Paniek sloeg toe en schoof zijn koning uit de vuurlinie. Het paard van grote neef sprong vooruit en bedreigde zijn Dame. Na vier zetten verloor hij een loper, een paard en zijn Dame.
Bedroefd keek hij naar de schaakmat. ‘Heb je soms valsgespeeld?’, vroeg de kleine man. ‘Hoe dan? Je mist geen pionnen of stukken en ik heb niet voor mijn beurt gespeeld. Noch heb ik jouw stukken verplaatst’, glimlacht grote neef.
©SamRain
Schaken

Geen opmerkingen:

Een reactie posten