“Liegen is een handeling om te voorkomen dat je op je gedrag aangesproken kan worden.”
- Sam Rain
- Sam Rain
In mijn oor woont een monstertje. Het is niet zomaar een monster, met van die enge tanden of een venijnige blik. Dit monstertje is als een kleine kameleon; één die zich kan camoufleren en daardoor bijna onzichtbaar is. Duiveltje heet hij; vaak verstopt hij zich, maar soms komt hij naar buiten en dan fluistert hij allemaal leugentjes – grote, maar vooral veel kleine.
Soms helpt dat wattenstaafje wel; Duiveltje leeft nu eenmaal graag in vieze oren. Van oorsmeer maakt hij verse leugentjes, soms bewaart hij er een paar voor later. Maar het is niet zo dat hij alleen leugentjes kan vertellen met oorsmeer – oh nee. Duiveltje wordt nooit ouder en ieder leugentje die hij gemaakt heeft, heeft hij opgeschreven en verstopt het in mijn neus. Als hij geen oorsmeer kan vinden, laat hij mijn neus kriebelen en door het peuteren komt er dan een oud leugentje vrij!
Duiveltje vindt liegen leuk; elke keer dat er gejokt wordt, ga ik dan zweten. Normaal zweet is bij het rennen, maar sportzweet is niet hetzelfde als jokzweet. Jokzweet vindt Duiveltje heel lekker ruiken; voor hem is jokzweet net als een beker limonade. Omdat Duiveltje geen mama of papa heeft, vertelt niemand hem dat te veel zoetigheid ongezond is! Daarom is Duiveltje ook heel verdrietig; omdat niemand hem troost en zegt “och, arm Duiveltje, wat is het toch sneu voor jou en zo eenzaam” maakt dat Duiveltje zo’n pestkop is geworden.
Als ik dan moet opletten, dan kietelt Duiveltje in mijn oor en zegt “Oh, oh, oh, wat is dit saai zeg” – en dat de hele tijd! Als ik moet gaan slapen, gaat Duiveltje grapjes maken en liegt dat slapen ook zo saai is. En als ik dan betrapt wordt op iets wat niet mag – dan verteld Duiveltje anders wel wat ik moet doen!
De grote broer van Duiveltje woont in de oren van grote mensen. Zijn naam is Jokkebrok. Jokkebrok is niet onzichtbaar, maar kan zich heel goed verstoppen. Omdat Jokkebrok heel goed kan liegen, speelt hij altijd een spelletje met de grote mensen; ze denken dan dat ze de leugentjes zelf bedenken, maar het is dan gewoon Jokkebrok! Grote mensen zijn dan ook niet zo slim, omdat ze altijd later gaan slapen en niet op tijd hun fruit eten. Daarom zij ze ook zo snel moe!
Maar net als alle monsters, kunnen Duiveltje en Jokkebrok bang gemaakt worden met een toverspreuk; simsalabim en abracadabra laten dingen verschijnen en verdwijnen, maar bij monsters moet het wel ietje anders. ‘Wegwezen Duiveltje’, roep je dan of ‘Ik heb je door, Jokkebrok!’ Dan schrikken ze zich een hoedje en voelen ze zich betrapt – en verstoppen ze zich snel in de billen!
Monsters houden ook niet van groente; hoe meer groente, hoe minder monsters! Want in alle groene groente zit een magisch toverpoeder waardoor alle monsters gaan niezen, en in de rode waarmee monsters bang worden van liedjes. Ja, echt waar! Monsters zijn heel bang en vooral in het donker. Duiveltje liegt dan in je oor dat je bang moet zijn, maar eigenlijk is hij dan heel bang. Want in het donker als je slapen gaat, dan komen de droomfeeën en als ze Duiveltje dan betrappen, dan is het goed mis! Droomfeeën kun je alleen zien met je ogen dicht, maar monsters verstoppen zich altijd.
Er woont een monstertje in mijn oor; hij heet Duiveltje. En elke keer dat hij een leugentje verteld, dan roep ik ‘Wegwezen, Duiveltje!’ en na drie keer is hij, poeff!, weer weg. Daarom was ik mijn oren goed, eet ik groene en rode groente en ga ik op tijd naar bed. Want zo kan dit bange monstertje niet snel terugkomen en gaat hij vast in een ander oortje wonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten