donderdag 3 november 2011

Wie heeft de grootste?


De zomer is een mooie tijd voor evenementen; het is goed weer, veel mensen hebben vrij en je kunt goed verdienen aan de verkoop van frisdrank. Voor Christenhippies is het helemaal feest; naast de EO-dagen zijn er veel gospel concerten en 4-daagse evenementen zoals ‘Opwekking’. Neem een stel party-tenten, een schuur vol akoestische gitaren en leer verzen uit je hoofd alsof je een volwaardige Beth Sefer hebt genoten om verbaal te duelleren met andere hippies of radicalen. Vooral de dagen ervoor zijn al beladen; meeste hippies zoeken elkaar van te voren op om eens hun Bijbelkennis flink te testen als een ordinaire ver-plas-wedstrijd slash ik-ben-nog-geloviger-dan-wie-ook speech.
In de tuin van Arie beleefde ik zo’n moment van deze ego clash: aan de ene kant uberhippie Edgar, herboren TU-afgevaardigde met slagvaardigheid in Creationisme (pseudowetenschap op niveau van theoretische natuurkunde) en waarschijnlijk geheim homo praktiserend (40 passé, kijkt niet naar voorbij lopende engelen, truien waar je schokken mee kunt afgeven en single, met een liefde voor zingen als een musicalster). Aan de andere kant Jannie; een pre-menopauze reïncarnatie van Cher, maar met het gezicht alsof er brood opgestrooid was en de kraaien het weg gepikt hebben. Met haar achtergrond zou alleen ‘ervaringsdeskundige’ een gepaste titel zijn, maar dat kwam allemaal door de ‘Duivel’. Voortbouwend op het succes van haar dochters in de Christelijke gemeenschap, beschouwde ze zichzelf dan ook als de guru voor iedereen. Twee uitmuntende ‘welgeleerden’ dus.
Ik zat in de rust te lezen in ‘Het Boek’ en vroeg aan Arie die op zijn gitaar aan het pingelen was, over  de praktische regels wat betreft het dopen van mensen. Ik was een vrij serieuze student en wilde ook echt van alles het fijne weten. Natuurlijk begon Jannie meteen van hak-naar-tak; ik was recentelijk gedoopt op een vrij ongebruikelijke wijze, en ze was niet erg blij dat Arie en Edith, beide bestuurders van een verslavingszorg, mij veel privileges gaven in operationele taken, vooral als ex-client.
‘Arie, pas maar op hoor; voor je het weet gaat hij zomaar mensen dopen’, met een blik alsof ik onzichtbaar was geworden. Ik negeerde haar en las een passage op, waarop Arie glimlachte. Wij snapten het maar Jannie besloot toch haar wijsheid eens te delen. Het een na het andere vers werd geciteerd als een oneindig reclameblok over maandverband. Edgar liet geen moment voorbij gaan en beide hadden hun Bijbels in het gareel; natuurlijk beide ook hun eigen favoriete versies. Zo ging een simpele, praktische vraag over de werkwijze van dopen naar ‘Jezus doopte welles/nietes’. Arie en ik zaten te knikkebollen terwijl ze doorgingen: Mattheus, Lucas, Marcus, Johannes, geen evangelie overgeslagen en twee uur later over discipelschap.
Het mooie is dan wanneer beide stoppen met elkaar verbaal afslachten en zichzelf voor schut zetten. Dat dialoog zit zo overladen met ‘liefde’ en ‘meedogen’.
‘Ik zal voor je bidden broeder, dat je de wijsheid mag vinden’, eindigt Jannie.
‘Ik zal de Heere vragen om je te vergeven en de oogkleppen van je af te nemen zuster’, reageert Edgar.
En daar moet je dan een uur mee in de auto zitten, onderweg naar Opwekking. God hebbe genade over ons.
©SamRain

Geen opmerkingen:

Een reactie posten