“Zonder besturingssysteem zou voor ieder programma herstart moeten worden”
- Sam Rain
- Sam Rain
Computers bestaan uit een hoop onderdelen: de processor, het werkgeheugen, beeldscherm zijn slechts een paar voorbeelden. Ieder onderdeel heeft geen besef van al die andere onderdelen. ‘Hardware’ oftewel fysieke onderdelen, kennen alleen invoer- en uitvoersignalen. Om al deze onderdelen aan te sturen heeft een computer altijd één hoofdprogramma nodig: het ‘besturingssysteem’.
Er zijn diverse doeleinden in het gebruik van computers. De meest bekende is het persoonlijk gebruik (Desktop) met besturingssystemen zoals Windows™Vista, Apple Mac OSX en Ubuntu Linux. Deze staan in het kader van een enkele gebruiker, waarbij de beschikbare programma’s op de gebruiker zijn afgestemd, zoals een tekstverwerker of tekenprogramma. In een bedrijf is er echter sprake van een netwerk; meerdere gebruikers zullen gemeenschappelijke programma’s nodig hebben om informatie uit te wisselen, zoals een database. Om dit mogelijk te maken is er een computer nodig die als centraal punt dient voor gedeelde programma’s, de ‘server’. Een ‘server’ heeft daarom ook een speciaal besturingssysteem nodig om meerdere gebruikers ten dienst te staan en zal zijn bronnen anders verdelen dan een computer voor persoonlijk gebruik.
Het kiezen van een besturingssysteem is afhankelijk van de primaire doelstellingen; een commercieel systeem biedt professionele technische ondersteuning, maar zal qua flexibiliteit flink inleveren. Sommige systemen benadrukken efficiëntie en anderen leggen de nadruk op gebruiksvriendelijkheid. Vaak levert een populair systeem een winst op in secundaire voordelen; fora, documentatie en toetsing.
Het hoofddoel van een besturingssysteem is erg voor de hand liggend, namelijk het starten van andere programma’s. Dit zijn als het ware subprocessen, waar het ‘hoofdprogramma’ zo snel van wisselt dat het lijkt alsof deze tegelijkertijd lopen. Er zijn door deze formatie toepassingen mogelijk die anderzijds onhaalbaar zouden zijn; geluid afspelen tijdens het verwerken van tekst, e-mail ophalen en het surfen op internet.
Er zijn 4 soorten programma’s: ‘drivers’, applicaties, gereedschappen en ‘services’. De ‘drivers’ zijn kleine modulen voor het besturingssysteem om fysieke apparaten in de computer aan te sturen; zonder de ‘driver’ kan het besturingssysteem het apparaat niet aansturen. Applicaties zijn de programma’s waar de gebruiker de computer voor nodig heeft; ze vervullen taken of stellen de gebruiker in staat om taken te vervullen zoals een tekstverwerker. Een gereedschap is een X applicatie dat zich specifiek bezighoud met het onderhoud van systemen en informatie; zij zijn bestemd om het systeem op orde te houden. De ‘services’ zijn achtergrond programma’s; zij regelen speciale processen zonder dat er een gebruiker aan te pas komt. Vooral grote applicaties waar meerdere gebruikers mee werken, maken verbinding door middel van een service.
Elk besturingssysteem heeft specifieke richtlijnen voor subprocessen. Een applicatie bestemd voor het ene systeem is niet altijd uit te wisselen met een ander systeem; de ‘compatibiliteit’ van een programma wordt daarom specifiek aangegeven. Daarom leveren veel software producenten hun applicaties op deze richtlijnen (‘standaard’) zodat ze het programma niet opnieuw hoeven aan te passen voor elke nieuwe versie van het besturingssysteem. Als echter deze veranderingen te veel verschillen of mogelijke fouten kunnen opleveren heeft de gebruiker geen keus; het zal het oude programma moeten ‘migreren’ naar de nieuwe versie.
Meer lezen over Informatie Technologie? Klik hier voor de inhoudsopgave voor alle artikelen!
Meer lezen over Informatie Technologie? Klik hier voor de inhoudsopgave voor alle artikelen!
©SamRain
Besturingssystemen
Besturingssystemen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten