vrijdag 30 november 2012

In de Geest van het Verknipte Kind


"Wie zijn kind laat opvoeden door een Playstation, moet zich later niet afvragen waarom kinderen zulke verknipte dingen kunnen doen."
                                                                                     — Sam Rain
Playstation-ouders. Het zijn gezinnen waar vader en moeder hele dagen werken en simpelweg geen kwaad zien in 'speelgoed' of geloven in beïnvloedbaarheid. Belangrijke dingen leren ze immers op school en zolang hun kamers maar zijn opgeruimd. Goede cijfers. Vragen hoe het gaat, maar niet alles willen horen. Het blijven immers kinderen — en sommige dingen worden ook overdreven.
Hoewel iedereen zegt dat ze bijdehand zijn of juist antisociaal, daar zien ze geen ernst in. Iedereen is anders en met jou is het ook goed gekomen. Er is licht, water en gezond, biologisch eten. Nieuwe kleren en ieder kind een eigen kamer. Individualiteit is belangrijk en ze `puberen' — dus dat is normaal. Zoiets als de griep of een verkoudheid. Gaat vanzelf weer over.
Rond hun 17e vraagt hun omgeving zich af hoe het kan dat deze kinderen niet verder komen dan het baantje in de supermarkt en zich nog steeds kleden alsof het elke dag Halloween is. Zo zijn ze gewoon, en dat zijn heus geen signalen. Ook die negatieve spiraal die je in ieder gesprek hoort is geen signaal. Geen ambities, geen 'normale' vrienden, geen schoolfeestjes. Hun nulurencontract-ouders vertellen vooral wat ze niet moeten doen en ieder 'gesprek' dat ze proberen te voeren verandert in een monoloog. Ze stelen niet en doen hun klusjes. En vooral vallen ze hun ouders niet lastig. Ze zijn namelijk rustig.
Ze zien niet dat hun kinderen ontwikkelen zonder hun toezicht. Ze zien niet de nachtelijke chatsessies met andere ontwrichte persoonlijkheden. Ze zien niet welke invloed de sites hebben waar dood en geweld het thema zijn. Ze zien niet dat ze zich 'vrij' voelen in hun rebellerende stilte. In hun uiterlijk veranderen ze niet, maar innerlijk wanen ze zich een apex roofdier. Ze distantiëren zich van anderen, omdat de omgeving niet hun omgeving is. Ze ontwikkelen zich antisociaal. Wat niet betekent dat ze onbeleefd worden.
Hun secundaire narcisme groeit en bloeit. Ze spelen spellen waarbij ze zo effectief mogelijk moorden — en worden beloond door het spel naar mate hun prestatie verbeterd. Ze worden aangemoedigd, geprezen door andere spelers. Het virtuele geweld is een outlet — een uitlaatklep voor hun innerlijke storm. Pijn doen is beter dan pijn lijden. Niemand ziet ze, niemand kent ze. Zelfs hun eigen ouders niet.
Ze worden ouder en krijgen meer kritiek. Waarom doe je niet dit, waarom doe je niet dat? Ze worden verstikt door een omgeving die ze al niet erkennen als hun leefmilieu. Hoe lossen ze dat op? Het spel is hun ouder dat hen leert dat problemen op te lossen zijn door eliminatie. Ze weten dat het een kwestie is van de juiste middelen en een moment van tijd. Ze zien geen glanzende toekomst op een kantoor met een leasewagen. Ze zien geen mooie trofeevrouw, noch zien ze kinderen op de komst. Hooguit die net zo verknipt worden als zij. Want op een gegeven moment hebben ze geen 'ouder' meer nodig. Ze beseffen hun dierlijke kant en beseffen dat de wereld niet bestaat uit regenbogen. Zeker niet hun wereld.
Ze worden boos op de wereld. En iedereen die er in leeft Ze ontdekken dat ze via hun kanalen toegang krijgen tot wapens. Om toe te passen wat de Playstation hen geleerd heeft. Zodat er mensen die schuld leggen op de Playstation, die alleen maar haar ouderlijke taak heeft uitgevoerd...
©SamRain
Verknipte kind

woensdag 28 november 2012

De Wraak van Moeder Aarde


 "Alles wat je kunt voorstellen is mogelijk."
                                                             - Sam Rain
Hij kijkt haar aan. Haar ogen lijken blauwer dan ooit. Ogen zijn het raam naar de ziel, zeggen ze. Maar de gedachten hebben geen naam. Ze lijken net zo verward als het besef dat zojuist kwam. Ze wilt wat zeggen. Maar haar mond lijkt vastgelijmd. Hij is verstijfd — en wilt het niet geloven. Waarom nu? Waarom vandaag?
De herrie en het lawaai om hen heen lijkt een ruis op de achtergrond. Het getoeter van auto's deert geen van hen. Ze lijken gedrogeerd, alsof de tijd zojuist ophield met bestaan. Een man schreeuwt, maar beiden reageren niet. De dromen vliegen als zeepbellen om hen heen, om spontaan te knappen zonder knal. Weg, verdwenen, ontastbaar geworden.
Ze glimlacht. Ze vindt het wel goed. Ze heeft geen spijt. Ze heeft het volle ervaren. Hij weet zich echter geen raad — de machteloosheid bevriest zijn benen en armen. Hij ziet haar glimlach. Nu beseft hij het. Ze is sterker dan hem. Altijd sterker geweest. En dat benauwt hem. Hij was toch de held? Hij was toch de sterke? Maar op dit moment konden zijn biceps en borstkas niets meer betekenen voor wat komen ging.
De aarde beeft en ze raken weer bij bewustzijn. De mensen rennen om hun heen, gillend, schreeuwend maar vooral rennend in iedere richting. Een auto botst tegen een andere op, maar de bestuurders maken geen ruzie — ze stappen uit en rennen weg. Een man verlaat zijn gezin tijdens zijn sprint. "LAFAARD!', schreeuwt zijn vrouw met de twee peuters tussen haar armen. De wolken scheuren en het gedonder lijkt alles te overstemmen. Bliksemschichten schieten naar beneden en een vluchtende jongen wordt geraakt door de knetterende flits. Niemand heeft tijd om de geur van het verbrande vlees op te merken, terwijl het water door de straten stroomt.
De oude man blijft op het bankje zitten. Zijn vrouw echter richt haar gesloten ogen naar boven en bidt hardop met gevouwen handen, hopende dat ze wordt gespaard. Hoewel iedereen lijkt te vluchten wordt de mensenmassa alleen maar groter en groter. Een kind ziet hoe zijn fietsje wordt vertrappelt en blijft staan op dezelfde plek waar hij zojuist nog speelde met zijn vriendje. Zijn moeder lag verkneukeld onder de omgevallen boom en vader was op werk. Daar stond hij, moederziel alleen.
De hagel die opeens uit de lucht valt, bekogelt de mensen alsof ze gestraft worden voor hun zonden. Een hard blok ijs raakt een jonge vrouw op haar hoofd — het is ineens zwart. De jongen die in stilte altijd verliefd op haar was, staart even. Nu is het zijn kans, als hij haar redt dan — een roekeloze rijder maakt een einde aan zijn gedachte, terwijl hij een paar meter door de lucht vliegt en haar poëtisch ziet verdwijnen in afstand. De oude vrouw blijft achter haar raam kijken. Alsof ze de kapitein is van een zinkend schip. Dit huis is alles wat ze nog heeft.
Een man met stropdas probeert met man en macht te bellen naar de alarmlijn. Hij wilt niet beseffen dat het geen nut heeft. Hij zit in ontkenning, een shock. Al weken zag hij het op zijn iPad staan en vaker zag hij de berichten op het nieuws. Maar hoe kon hij nou weten dat het waar was? Want wie, wie zou geloven dat de wereld zou eindigen?
©SamRain
Moeder Aarde

dinsdag 27 november 2012

De Tragedie van Annabel


"Mensen zien graag wat ze willen zien."
                                                             - Sam Rain
Ze is meestal platinablond, heeft eigenlijk alles mee. Uiterlijk, taille en kan prima dienen als foto voor een bladzijde uit de Wehkamp. Ze heeft niet een uitgesproken mening, maar is wel graag aan het woord. Ze heeft geen 'levenservaring' — alles is altijd van een leien dakje gegaan. Haar ouders lossen alles voor haar op en ze volgt het HBO na de Havo. Iets met communicatie, zo'n lang leve de lol studie zonder lange termijn ambities. Iedere jongen stapt op haar af in de kroeg, maar die wijst ze af. Ze heeft namelijk al een paar jaar hetzelfde vriendje.
Haar vriendje is tevreden met zijn trofee. Oké, de seks is niet bepaald spannend, omdat ze erbij ligt als een strijkplank. Maar al zijn vrienden kijken naar hem op, want hij loopt hand in hand met een knap meisje. Hun relatie is eigenlijk een kinderlijke verkering - samen een bioscoop of een terrasje pakken met zijn voetbalvrienden of haar winkelmeute. Ze snapt niet waarom er zulke asociale mensen zijn en zal nooit een grens verleggen. Niet dat ze er naar verlangt, maar gewoon omdat ze het allemaal wel goed vind zoals het is.
Haar vriendje zegt 'ja en amen' tegen alles wat ze vertelt. Dat is mooi - want ze zou niets anders willen. Gewoon voorspelbaar. Haar plan is om rond haar 25e te trouwen, want dat komt haar het beste uit qua werk en studie. Niet dat ze staat te trappelen om te werken, want dat zou haar vriendje beter kunnen. Wel wilt ze absoluut geen huisvrouw zijn, want daar heeft ze geen zin in - leven in een isolement. Kinderen vind ze wel oké, maar omdat ze sociaal wenselijk zijn voor haar 'perfecte' leven. Het gaat allemaal van een leien dakje.
Ze wonen al jaren samen, getrouwd en 2.4 kinderen. Ze gaan ieder jaar op vakantie ergens in Drenthe en in de zomer met de auto naar Spanje. Haar man wordt kaler en dikker en ze rijden in een 'station' — lekker handig voor de boodschappen. Seks gebeurd eens in de vier maanden, maar vooral omdat hij zo nodig moet. Ze gunt het hem wel. Geen voorspel, want een orgasme kent ze niet — hoewel ze voor zijn plezier een toneelstukje opvoert. Terwijl ze 'het' doen, denkt ze aan de lampentafel die ze in de folder zag en de nieuwe ovale borden die het leuk zouden doen tijdens de november brunch die ze ieder jaar doet met haar vriendinnen.
Haar vriendinnen zijn inmiddels 20 kilo zwaarder, hebben hun lange haardos ingeruild voor een kort makkelijk kapsel en wat ooit een egaal gezicht was, is gemaskerd met Libelle make-up. Ieder gesprek gaat over de schoolprestaties van de kinderen, de schoolreisjes van de kinderen en de hoogte van de elektriciteitsrekening. Haar man komt thuis, groet de meute vriendelijk en terwijl hij zijn schoenen uittrekt, vraagt ze in ieders bijzijn of hij aankomend weekend kan helpen met de badkamer van één van haar vriendinnen. Hij kijkt en weet dat er geen 'nee' geaccepteerd zal worden, dus antwoord hij met een glimlach.
Op een avond zit ze huilend op de bank. Ze snapt het niet. Ze begrijpt er niets van. Alles was toch goed? Alles ging toch volgens plan? Waarom doet hij zoiets? Waar heeft zij dit aan verdient? Denkt hij niet aan de kinderen? Waarom geeft hij al dit moois op? En dan nog te bedenken dat die heks nog eens tien jaar jonger is. Nee, zij heeft alles gegeven in de relatie. Hij hoefde nooit wat te doen — en nu haar beste jaren vergeven zijn, ruilt hij haar zomaar in.
De lul.
©SamRain
Annabel

maandag 26 november 2012

Landelijke Databank Voor DNA


"Ga niet een verloren strijd aan, verdedig geen verloren zaak."
                                                                                                  - Sam Rain
Privacy - het is een recht dat iedere burger heeft. Schending op privacy is een zaak waar vaak luchtig over gedaan wordt. Wie wat doet in zijn leven en in zijn huis is zijn of haar zaak — het is een fundament van je vrijheid. Maar bij diezelfde vrijheid hoort ook bescherming; bescherming tegen mensen die inbreuk maken op je leven. Daarom is er een overheid, om deze vrijheid te beschermen — dat is een van haar kerntaken.
Het profiel afkomstig uit DNA wordt door velen gezien als privacy gevoelig. Gevoelig omdat er ergens in een systeem deze informatie staat opgeslagen. Maar onze adresgegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie zijn dat ook. Of de gegevens die staan op ons biometrisch paspoort. Gegevens die ons kunnen identificeren als uniek persoon binnen een staat.
De zaak Vaatstra heeft laten zien dat DNA een sleutel kan zijn voor levens- en zedendelicten. Het laatste deel is een mooi woord voor verkrachtingszaken. Je kent ze wel, zaken waar meestal jonge vrouwen de rest van hun leven beschadigd worden en de dader 'niet te vinden' is. Vraag maar eens rond in Utrecht of Amsterdam. Naast die beschadiging is ook het gevoel van veiligheid weg, omdat niemand weet wie of waar de dader is. Misschien zelfs op een paar kilometer afstand woont en een gezinnetje aan het stichten is.
Hoewel de media DNA vaak al ziet als de Heilige Graal, is ze het niet. Er is nog veel onderzoek te doen op het gebied van genetica — zo zijn Haplo-groepen twijfelachtig en ligt de techniek nog in de kinderschoenen op het gebied van menselijke genen. Maar dat men unieke personen in Nederland kan identificeren is al jaren mogelijk en wordt effectief gebruikt als opsporingsmiddel. Hoewel DNA niet onomstotelijk een misdrijf vaststelt, maar wel mogelijke verdachten kan aanstippen binnen een onderzoek.
Stel, je hebt een dochter. Ze wordt verkracht en vermoord. Er wordt DNA aangetroffen. Maar niemand weet van wie het DNA is. Het proces van opsporen is langzaam, het zoeken van verdachten is moeilijk omdat de dader toeslaat wanneer er juist geen getuigen aanwezig zijn. Zo lang er geen kennis is van het DNA profiel, voelt zo'n dader zich 'veilig' en ziet vaak niet de noodzaak om haard en huis te verlaten.
Technisch is het een peulenschil — er zijn voldoende algoritmes waarbij een unieke sleutel gegenereerd kan worden aan de hand van een gegevensbestand (dat bijvoorbeeld bestaat uit DNA gegevens). Als iedereen in deze database stond, zoals iedereen al opgeslagen is aan de hand van biometrische gegevens, dan scheelt dat niet alleen kosten voor het opsporingsorgaan, maar geeft het slachtoffers en nabestaanden hoop. De hoop dat de dader gepakt wordt, zodat een ander niet hetzelfde leed hoeft te doorgaan.
Er zijn geen garanties die gegeven kunnen worden, maar het voorkomt dat vele zaken pas na een decennia opgelost worden. Het voorkomt dat er met de vele aangiften geen verdachte gevonden kan worden. En dat maakt deze oplossing niet `privacygevoelig', maar een must voor een maatschappij die steeds gewelddadiger wordt.
©SamRain
DNA

zondag 25 november 2012

Het Universele Broederschap


"Iedereen heeft een mening over religie, behalve over die van hun eigen.”
                                                                                                             - Sam Rain
Alle overtuigingen hebben een kern van waarheid. Volgens de één absolute Waarheid, volgens de ander een deel van de waarheid. Het is namelijk een kwestie van geloof— er zijn geen solide argumenten, historische feiten of kronieken die onbetwistbaar zijn. Dit betekent simpelweg dat je wel of niet de autoriteit en/of de integriteit van de boodschap erkent.
Religie geeft antwoorden op de vragen die mensen aan zichzelf stellen. Waar komen we vandaan? Waarom komen we daar vandaan? Waarom gaan we dood? Wat gebeurd er met ons als we dood zijn? En last, but not least - wat is ons doel hier totdat we doodgaan? Voor de ene religie zijn we eeuwig dolende zielen op een rad en voor de ander voorbestemd gemaakt om over de wereld te heersen. Het is een keuze. Het zijn keuzes.
Religie geeft ons cultuur; een handleiding om met onszelf en anderen om te gaan. Een soort van rampenplan: wat te doen wanneer de volgende signalen afgaan? Dezelfde cultuur zorgt voor een collectieve missie: zorgen voor onszelf en voor anderen. Cultuur zorgt dat we verkeerde invloeden weren en het ‘pad’ blijven volgen van onze geestelijke ontwikkeling.
Religie gebruikt effectief ons eigenbelang tegen onszelf; wat we van ‘nature' doen, moeten we afleren. Of we zondig zijn of niet, maakt niet uit. Afleren moeten we en nieuwe dingen leren. Zoals discipline, met voorkeur zonder individualiteit. Want daar hebben we meer belang bij. Lange termijn denken, bij voorkeur tot zelfs voorbij de dood.
Religie staat voor controle. Controle over je bestaan. Controle over je geest. Controle over je doel. Religie is dus voor mensen die graag zaken onder 'controle' hebben. Structuur, net zoals mensen graag het een en ander geordend willen hebben in diverse kleuren tabbladen, stickers en nummers. Want dan hoef je er minder over na te denken. Dan hoefje er niet bij stil te staan. Stel je voor dat je alles zou moeten evalueren - daar heb je toch geen tijd voor!
Maakt religie ons gelukkig? Dat is afhankelijk van hoe je leven erbij staat. Heb je het geluk, dan gaat het leven voor de wind en lijken de rituelen het juiste effect te hebben. Echter zijn religieuze praktijken geen natuurwetenschappen; het resultaat kan niet gegarandeerd worden. Wie beweerd van wel, daag ik bij deze uit om de nummers van de aankomende loterij naar me te sturen, met de plechtige belofte dat iedere cent naar ontwikkelingssamenwerking gaat. Ik durf te garanderen dat de kans 1 op de Pi zonder komma macht ziljard dat zoiets niet gaat gebeuren op de wijze hoe ik het zojuist beschreef.
Hebben we religie nodig? Nee. Spiritualiteit - zeker. Spiritualiteit is het ontwikkelen van je geestelijke vermogens. Of je dat nu doet met Jezus, Allah, Krishna of Boeddha - dat bepaal jezelf. Religie biedt geen verlossing, maar structuur. Net zoals een kalender handig is voor verjaardagen en partijen. Echter biedt geen enkele religie garantie. Kunnen ze ook niet.
Waarom is er niet gewoonweg een Universele Broederschap? De boodschap is simpel, wees lief voor elkaar. Dat is alles. Geen rituelen. geen geschriften, geen discussies. Gewoon alleen dat. Als ieder mens dáár nou in gelooft, dan zijn we toch gewoon klaar?

zaterdag 24 november 2012

Mijn Geweldige Immuunsysteem


"Ons lichaam is een fantastisch mechanisme; een wonderlijk apparaat."
                                                                                                               - Sam Rain
Ik ben nooit een ziektekindje geweest. Ik kan het aantal bezoeken aan de huisarts op twee handen tellen — waarvan de helft slechts een 'administratief' bezoekje betrof. Drie van mijn bezoeken aan de huisarts werden mij verplicht gesteld door mijn moeder en slechts één maal ben ik naar de huisarts gegaan voor een doorverwijzing.
Zelfs nu bewegend onder een griepepidemie, wandel ik rond. Ja, ook ik heb de griep. Koorts, hoesten en de tintelingen in mijn hoofd. Maar niet zo zwaar als de meeste mensen om mij heen. Mijn super immuunsysteem houdt mijn griep aardig onder 'controle'. Geen dag was ik bedliggend, en ik heb het ergste nu wel gehad. Mijn lichaam is op één of andere manier ongelofelijk flexibel tegen ziekten.
Zo stond ik samen met een paar familieleden een keer met autopech op een vrij verlaten weg. Mobieltjes hadden geen bereik en er moest op zoek gegaan worden naar een gele paal. Dapper zoals ik ben, ging ik op weg. Het was een zomerse dag, dus had ik niet veel aan — behalve een okselmouw shirt en een trainingsbroek. Ver uit de buurt van de auto en vlakbij de gele paal van ANWB, begon het ineens te gieten. Ik was door en door nat.
Onderweg naar het huis van mijn tante, rilde ik. Ik was koud, nat en voelde de snot overal vandaan komen. De dokter werd gebeld — een longontsteking. Die nacht rilde ik en had ik last van ademhalen. In de ochtend daalde het alweer aan koorts en in de middag liep ik al naar de winkel om mijn nicotine verslaving in stand te houden. Een dag daarna, was ik weer 'okay'. Iedereen in mijn omgeving stond versteld.
Tijdens een bloedonderzoek vertelde een arts mij dat ik een abnormale concentratie van witte bloedlichaampjes heb — de cellen die kwaadaardige dingetjes te lijf gaan. Normaliter is dat niet goed, maar in mijn geval dus wel. Ik ben dus biologisch sterker dan de normale man. Gek is dat — dat bepaalde dingen niet voor het oog zichtbaar zijn, maar een verschil kunnen betekenen tussen 'ziekjes' zijn en ziek zijn.
Ik heb me ook niet vaker dan op twee handen te tellen ziek gemeld op werk. Ik voel wel een 'onbalans', maar zelden stopt het mij om te functioneren. Paracetamol gebruik ik zelden (weer op twee handen te tellen) en medicijnen zijn mij ook relatief onbekend. Ik raak lichamelijk niet zo snel van slag en pijn lijkt voor mij eerder een signaal, dan een vervelende irritante gemoedstoestand.
Je zou denken dat het erfelijk is, maar in mijn familie blijf ik uniek wat betreft ziek zijn. De meeste zweren bij dokters, poli's en uitgebreide onderzoeken — vaak zijn ze ziek, meestal om de kleinste dingen. Dan halen ze van alles uit de kast om zo snel mogelijk beter te worden. Last van hun hoofd, hun rug, hun oren, griep, koorts, ontstoken keel, enzovoorts. Met als creatieve oplossing 'vegetarisch' zijn, een wondermiddeltje van de Pandit, of een paar bittere groenten. Misschien ook een reden waarom ik ook niet zo bijgelovig ben.
Lang leve mijn super immuunsysteem - ze is geweldig!
©SamRain
Immuunsysteem

vrijdag 23 november 2012

MVC Workshop: Een controller ontwerpen


"Wie een MVC controller ontwerpt, begint door simpel te denken."
                                                                                                  — Sam Rain
Wie een software oplossing wilt ontwerpen, zal vaak de voorkeur hebben aan de MVC strategie: Model-View-Controller ontwerpen zijn populair omdat ze structuur geven aan een applicatie. De 'C' uit MVC staat voor controller — het deel van een oplossing dat verantwoordelijk is voor de communicatie en de verwerking van informatie van en naar de applicatie. In dit artikel leggen we de loep over het ontwerpen van een 'controller'.
Applicaties hebben meerdere models, views en dus ook controllers. Iedere 'feature' werkt op zijn eigen manier met de informatie want de distributie en verwerking van informatie is waar het immers om draait. Een controller zoals deze bedoeld is in MVC dient als de besturing van informatie, maar vooral om de 'routing' — wie heeft het nodig, wat is er nodig en hoe dient het te worden geleverd?
Een 'controller' is daarom eigenlijk het beste te omschrijven als een centrale punt - het is de 'interface' en werkt als een soort 'lijm' tussen de models en views; de controller werkt met de menselijke koppelingen (views) en de gegevensbronnen (models). Wie een controller ontwerpt zal dus moeten beginnen met een inventarisatie van de volgende punten:
• Voor welke informatie distributie dient de controller?
• Welke informatie zullen de views nodig hebben?
• Welke informatie is beschikbaar vanuit de modellen?
• Hoe dient de informatie te worden gecirculeerd?
Stel, we nemen een simpel ontwerp voor een controller die ontworpen moet worden voor het invoeren van artikelen. We noemen daarom dit ontwerp de 'Artikelen Controller'. De 'Artikelen Controller' moet artikelen kunnen opvragen, toevoegen, aanpassen, verwijderen. Omdat de Artikelen Controller werkt voor een website, is het handig om de artikelen in uniforme gegevens te verspreiden (zoals XML). We hebben eigenlijk de basis van het controllerontwerp nu al gelegd. Wanneer we de controller het verzoek doen voor een artikel ‘opvragen', dient de controller dit verzoek te honoreren door deze in XML formaat terug te geven. Wanneer we de controller vragen om het artikel te verwijderen, dan moet het artikel verwijderd worden waar deze ook opgeslagen zou mogen zijn.

Maar hoe weet een controller dan welk artikel verwijderd moet worden? Hier gaat het ontwerp vervolgens verder — wat is het ontwerp van een artikel? Heeft een artikel een eigen nummer? Heeft een artikel een unieke naam? Met parameters kunnen het ontwerp uitbreiden. Laten we op dit moment uitgaan dat ieder artikel een uniek nummer heeft. Dan wordt het ontwerp uitgebreid met de parameter 'id' (staat voor: identificatie). Er is geen limiet aan de hoeveelheid parameters die nodig zijn. Zo zal een zoekfunctie binnen een view artikelen willen opvragen op naam of inhoud.
Natuurlijk is dit verreweg een voorbeeld van dat gelijk staat binnen de industrie. Echter is het de bedoeling van een ontwerp dat het vooral duidelijk is wat er verwacht wordt van de handelingen die de controller moet uitvoeren.
©SamRain
Controller

donderdag 22 november 2012

MVC Workshop: Een model ontwerpen


"Wie een MVC model ontwerpt, denkt aan informatiestromen."
                                                                                      — Sam Rain
Wie een software oplossing wilt ontwerpen, zal vaak de voorkeur hebben aan de MVC strategie: Model-View-Controller ontwerpen zijn populair omdat ze structuur geven aan een applicatie. De 'M’ uit MVC staat voor model — het deel van een oplossing dat verantwoordelijk is als de abstracte laag tussen de databanken van informatie en de applicatie. In dit artikel leggen we de loep over het ontwerpen van een 'model'.
Applicaties hebben meerdere controllers, views en dus ook models. Informatie is losgekoppeld in industriële toepassingen — ze is beschikbaar via de 'database'. Echter is de ene database de andere niet en is databasespecialisme een expertise die zeer afhankelijk is van de omgeving waarin informatie wordt opgeslagen. Een model hoeft niet perse een reflectie te zijn van de tabellen in de database — ze wordt ontworpen voor de informatie die de applicatie nodig heeft.
Wanneer een controller het verzoek doet aan een model om een artikel op te vragen, voert het model de nodige werk uit dat speciaal gericht is aan de database. Daarom is een model ook een abstractie — het transformeert gegevens van en naar de database, zodat de controller niet hoeft te worden aangepast wanneer er 'onder de motorkap' veranderingen plaatsvinden in de database.
Een 'model' is daarom eigenlijk het beste te omschrijven als een mal — het is de 'gegevensstructuur' die werkt als een container voor controllers; een model werkt met de technische onderdelen van een applicatie. Wie een model ontwerpt zal dus moeten beginnen met een inventarisatie van de volgende punten:
• Welke informatie is aanwezig in de database?
• Welke informatie heeft de applicatie nodig?
• Zijn er speciale bewerkingen nodig voor de informatie gebruikt kan worden?
• Hoe dient de informatie te worden aangeleverd?
 Stel, we nemen een simpel ontwerp voor een model die ontworpen moet worden voor artikelen. We noemen daarom dit ontwerp het 'Artikel Model'. Het 'Artikel Model' moet artikelen kunnen opvragen, toevoegen, aanpassen, verwijderen. Omdat het Artikel Model werkt met een database, is het handig om te weten hoe de artikelen in de database worden opgeslagen. Databases werken met CRUD bewerkingen — dit zijn de Create, Read, Update en Delete opdrachten waarmee databases tabellen beheren. Echter zijn deze vanzelfsprekend voor modellen. In het ontwerp is het belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken van de types informatie. Een model ontwerpen in de diepte vereist dus de nodige ervaring met databases en datatypes.
Natuurlijk is dit een voorbeeld wat niet gelijk staat aan de industrie. Echter is het de bedoeling van een ontwerp dat het vooral duidelijk is wat er qua informatie beschikbaar is dat een model moet 'aanleveren'.
©SamRain
Model Ontwerpen

woensdag 21 november 2012

Bla, bla, bla / Ik Weet Het Beter


"Soms zeggen mensen dingen, omdat ze graag iets willen zeggen. "
                                                                                                 — Sam Rain
Commentaar. Kritiek. Pointers. Feedback. Vleierij. Discussie. Dialoog. Ik ben er soms dol op, maar vaak niet. Misschien dat daarom schrijven mij ook zo ligt — het monoloog is een soort eenrichtingsverkeer over een lange laan zonder tegenliggers. Want af en toe willen mensen met je in discussie gaan puur om naar hun eigen stemgeluid te luisteren. Wat voornamelijk irritant is voor de onvrijwillige marionet in het perverse poppenspel.
Oneens zijn met een mening dat is één. Iedereen heeft een eigen mening — en vanwege zijn of haar eigen perspectieven altijd 'gelijk'. Je kunt een dappere poging doen om iemand te overtuigen, maar als je al je eigen mening hebt gedeeld, zou deze al voldoende moeten zijn — of gewoonweg niet. Maar je hebt altijd een typisch persoon die Kareltje Betweter moet zijn. Jouw mening kán gewoonweg niet de juiste zijn, want alleen zijn of haar mening is de ultieme waarheid. Een soort discussie wordt het dan meestal met een fundamentalistische radicaal zonder een wereldgodsdienst, dat Sesamstraat naar een niveau hoger tilt. Boos word ik er niet van, maar oogrollen is een reflex die ik dan niet kan onderdrukken.
Dan zijn er mensen die graag kritiek uiten dat geen opbouwende waarde heeft, alsof ze ooit jurylid waren bij Idols (een show waarbij talentloze knakkers graag even onderontwikkelde mensen afkraken tot huilens toe). Kritiek om eigen onzekerheid te verbergen, zoals jaloezie. Pijnlijke mensen zeg maar. Het type mensen dat vanwege gebrek aan eigen geluk of talent besloten hebben om van hun gemekker een excellente vaardigheid te maken. Dan zou een uit de lucht vallende piano een geschenk uit de hemel zijn op dat moment.
Kontenlikkers. Kontenlikkers zijn mensen die vleien in de hoop een compliment terug te verwachten. Geen bravo op een prestatie, maar een bravo zodat je sociaal wenselijk verleidt wordt om 'jij ook goed gedaan' te zeggen. Zoiets als 'gelukkig nieuwjaar' zeggen tegen die collega waarvan je hoopt dat zijn of haar jaarcontract niet verlengd wordt. Complimenten zijn altijd leuk, alleen het is een anticlimax wanneer ze niet oprecht zijn. Alsof je de beste sex van je leven hebt gehad om volgende dag een telefoontje te krijgen dat het verstandig is om eens de GGD te gaan bezoeken voor een `sneltest'.
Waar ik écht een bloedhekel aan heb, zijn mensen die papegaaien. Het is niet hun eigen mening, maar een mislukte kopie van een 'frame' (politieke manier van iets zeggen om bij iemand een idee in z'n kop te planten) die op één of andere manier in mijn universum terecht komt. Zoals mensen die klagen over 'buitenlanders' en wonen in een straat die het beste vernoemd kan worden naar een melkbedrijf. Zoals mensen die praten over bezuinigen op binnenlandse veiligheid, maar bij de eerste allerbeste baardman in het vliegtuig één-één-twee bellen. Zoals mensen die kritiek leveren op schrijvers omdat anderen dat ook zeggen.
Als je niets te zeggen hebt, zeg dan gewoon niets. Als je wat te vertellen hebt, vertel dan wat. En wanneer je niets te vertellen hebt, behalve gemauw en bladiebla — omdat je tijd te veel hebt, ga eens wat doen. Een boek lezen of zo. Een artikel schrijven. Je oma bezoeken. Niet omdat ik het zo irritant vind. Omdat ik zoveel medelijden met je heb.
©SamRain
Beter Weten

dinsdag 20 november 2012

Illegaliteit Strafbaar Maken


"Mooie praatjes vullen alsnog geen gaatjes."
                                                                         — Sam Rain
De VVD heeft een leuk idee: illegaliteit strafbaar maken. Ben je illegaal in Nederland, dan ben je 'strafbaar'. Het idee is om te concentreren op criminele en ongewenste illegalen. Maar wat voegt het eigenlijk toe? Maakt het Nederland 'veiliger' of beter? Ik ben van mening dat het een oplossing is voor een probleem dat prima opgelost kan worden met bestaande middelen.
We leven in tijden van crisis. De economie is op zijn gat. Illegalen zijn vooral vluchtelingen uit arme landen en opportunisten die op zoek zijn naar een beter leven. Ze zijn illegaal omdat er een groot bureaucratisch orgaan is dat de IND heet. Dat orgaan heeft procedures die zo lang duren dat de mensen die de regeltjes volgen al naturaliseren voordat er een beslissing valt. Want omdat een proces via alle hoeken en gaten het hoofdkantoor doorgaan, betekent niet dat het leven stilstaat. Dan krijg je van die rare situaties. Zoals die van Mauro.
Wil je werken? Dan is het handig dat je in ieder geval een werkvisum hebt. Want dan kun je meteen belasting betalen. Zou als goud in de oren moeten klinken voor de schatkistbewakers. Heb je een huis? Dan moet je gas, water en licht betalen. Goed voor de commerciële energie industrie. Klinkt wat mij betreft positief voor de 'economie'. Dan heeft Nederlands leren een nut — want je zult wel moeten begrijpen wat al die papieren inhouden. Lijkt me iets goeds voor de integratie.
Wat betreft criminaliteit zijn er genoeg wetten die strafbare feiten vervolgbaar maken: illegaal of niet, als je de wet overtreedt in Nederland krijg je het met de politie aan de stok. Want een Engelsman of een Fransoos wordt net zo goed in de lik gegooid als ieder ander. Krijg je meteen een kenmerk van ongewenste vreemdeling, dus ben je niet welkom en kun je dag zeggen tegen een 'echte' toekomst in Nederland.
Maak je illegaliteit in Nederland strafbaar, dan zullen illegalen onder het tapijt verdwijnen. Ze riskeren liever niet de afwijzing, bang voor politie en justitie die de jacht openen op mensen vanwege een nieuw regeltje. Illegaliteit bestrijd je maar op één manier — een simpele procedure waar de status van de verblijvende wordt veranderd. Voldoet een kandidaat aan een profiel en volgt deze succesvol een traject van inburgering, dan veranderd deze status. Geef iemand twee herkansingen (zoals men dat ook doet voor VMBO examens) en stel een minimale eis van een baan of bied er één aan bij het werkbedrijf. Niet goed genoeg? Sorry, niet de lasten, dan ook niet de lusten. Schrijnend geval? Stel een commissie voor enkel deze gevallen op
Een regeltje lost niets op. Kijk maar naar het aantal Engelse geregelde trouwpartijen. Kijk maar naar `kinderpardonnetjes' en 'studievisums'. Illegaliteit is blijkbaar een probleem dat op dit moment niet op te lossen is met 400 miljoen euro aan bureaustoelen. Misschien moet er minder gekeken worden naar de hoeveelheid geld dat bestemd is voor een ministerie en minder gericht op het snijden van het budget dan op de manier hoe gewerkt worden. Hervormen heet dat. Ontwikkelen heet dat. Optimaliseren dus.
Illegaliteit strafbaar maken lost niets op, tenzij populariteit het echte probleem is.
©SamRain
Illegaliteit

maandag 19 november 2012

De Stille Hoop


"In het duisterste moment van je leven, schijnt er ergens wel een lichtje."
                                                                                                              — Sam Rain
Ik hoop. Ik bid. Ik denk. Ik overdenk. Ik peins. Ik wacht. En het maakt je soms gek. Je overweegt. Je overweegt weer. Je fantaseert. Je droomt. Je hoopt. Want ergens, diep van binnen, kan het zijn. Hetgeen wat je bezighoudt is dat je eigenlijk geen verwachtingen mag hebben. Geloven wil je zo graag, dat het Universum je goedgezind is.
Maar wat als het tegen zal vallen? Wat als je hoop verdwijnt als sneeuw voor de zomerzon? Wat als je dromen uiteen spatten als een glas dat valt op een marmeren vloer, in duizend stukken van fragmenten — onherstelbaar. Je wilt zo graag, dat het zo mag zijn. Dat je geluk hebt voor eens, een keertje maar. Dat het niet voor jou zo voorbestemd mag zijn, maar dat je het mag omkeren. Dat het leed je bespaard zal worden. Dat je rechtvaardigheid krijgt.
Hoe ga je er dan mee om? Hoe incasseer je de klap van je leven? Zo vaak heb je adem in moeten houden, zo vaak ben je tegen een betonnen muur gelopen. Wanneer worstel je uit het labyrint van het leven? Wanneer zie je na de donkerste nacht het licht van de dagenraad? Wanneer mag je stoppen met strijden, wanneer houdt het gevecht eens op? Je erkent je fouten, je accepteert je mens zijn. Je relativeert. Je zoekt de kracht — diep van binnen.
Hoe vaak ben je niet door het oog van de naald gekropen? Hoe vaak heb je niet in de ogen van de Dood gekeken? Hoe vaak dacht je verloren te zijn tussen de schimmen van de nachtschaduw? Hoe vaak verklaarde men je al dood? En je denkt aan de momenten dat je bijna het leven liet — soms vrijwillig, maar vaak niet. Dat je dacht, ik kan niet meer, ik wil niet meer. Maar dat je na de zwaarste klap sprak tegen jezelf. Dat je zei sta op, sta op en vecht.
En dan komen de gedachten van de Mara, de verleider, de slang of hoe je het noemen wilt. De twijfel, de angst, het zweet, de kloppingen van het hart. Je voelt het langzaam van je wegglijden en ergens durf je niet. Bevroren als een fossiel blijf je in het gesteente van je nachtmerrie die een bijna ware gestalte weet aan te nemen. Je dromen zijn als die van duizend spinnen met kaken vol venijn, op je afkomend terwijl je verstikt wordt in de ontelbare slangen die zich rond je ledematen wringen en wurgen. Je beeft, je rilt, je pupillen verwijden — is dit het einde? Is dit mijn einde?
En dan ontspruit als een lotus in een woestijn, een fontein van licht in je binnenste — een stromende kracht van witte elektriciteit donderend door je geest. Je verlamde handen worden vuisten van staal, je wenkbrauwen knijpen fronsend je oogleden dicht. Je borstkas lijkt te exploderen, je spieren spannen zich aan en lijken opgeladen te worden als een accu aan een hoogspanningskabel. Je mond opent zich en het geluid van een schreeuw buldert al het beklemmende weg als een nova. Je gaat dit overleven, je zal dit overleven — hoe dan ook.
Je ontwaakt. Je begrijpt. Je weet. Je beseft. Je bent. Niets in dit leven zal je klein krijgen. Niets in dit leven zal je overwinnen. Niets zal je verstikken, noch zal iets je voor eeuwig gebonden houden. Je hebt iemand om voor te leven, je kent het doffe licht in de verte, de echo van de stem. Je zult zoeken tot je laatste adem, en slenterend desnoods de wereld overgaan. Want je weet dat het enige wat je hebt voldoende is. De moed om niet op te geven.
Now get up, Rocky. Get up and show them what you got.
©SamRain
Stille Hoop

zondag 18 november 2012

Afweermechanismen Belicht Vanuit Psychoanalyse


“Ik heb geen muren; wel een mijnenveld, Scud-raketten, mitrailleurs om mijn bunker van beton.”
                                                                                                                                            — Sam Rain
De Bijbel noemt ze geestelijke bolwerken. Freud noemt ze fobieën. Maar de normale mensen noemen ze muren. Het zijn de afweermechanismen van ons ego. Afweermechanismen zijn normaal — ze horen bij onze geestelijke ontwikkeling. Waar ons lichaam zich verweert door de vorming van eelt en aanpast aan onze omgeving, kent onze geest ook een adaptieve werking. Afweermechanismen beschermen ons. Soms iets te goed.
Er zijn verschillende soorten afweermechanismen; die het meest extreem zijn vallen onder neuroses en fobieën. Ze zijn dwangmatig en hebben een dusdanige impact op iemands leven, dat ze gewoonweg een onderdeel zijn geworden van de identiteit. Maar daartussen ligt het grijze gebied. Andere afweermechanismen zoals verdringing, reactievorming, vleierij, isolering, ontkenning, projectie, identificatie, sublimeren en regressie komen in mildere vormen voor — en vaak zo mild, dat men ze niet eens wilt behandelen. Men heeft ze vaak opgedaan gedurende hun jeugd, waardoor deze een onderdeel lijken te zijn van hun karakter.
Acceptatie van afweermechanismen hoeft niet meteen ziekelijk te zijn. Wie niet wordt blootgesteld aan traumatiserende invloeden, zal zich niet radicaal verdedigen. Hoe groter de psychische klappen, hoe groter het litteken op de geest aanwezig is. En het is dezelfde geest die de negatieve afspraak maakt en dezelfde of ergere schade wilt voorkomen. Want een ezel stoot zich niet aan dezelfde steen.
Mensen zijn controlefreaks. Ze willen zoveel mogelijk beheersen, zo veel mogelijk kunnen berekenen. Angst is het motief. Angst is een waarschuwingsignaal. Angst betekent alert zijn. Maar wat vaak vergeten wordt is dat angst een gevoel is. Een gevoel dat we associëren met 'gevaar' of 'naar', in plaats van alertheid. Angst kan echter onderdrukt worden en zelfs gebruikt worden. Vechtsporters maken bijvoorbeeld van hun schrikreactie een reflex — soldaten worden getraind om juist te handelen in gevallen van angst, zodat ze grip blijven houden op de situatie.
Neurologisch gezien worden er in de hersenen duizenden nieuwe verbindingen gemaakt bij situaties waar alertheid gevraagd wordt — wat er precies wordt opgeslagen en welke onderbewuste informatie kan leiden tot angststoornissen is niet bekend. Dit proces kan niet voorkomen worden, omdat het een onderdeel is van ons functioneren. De resultaten zijn niet te garanderen, maar er zijn wel indicaties. Posttraumatische Stress is bijvoorbeeld zo'n resultaat. Weken — soms zelfs maanden — later, komen de afweermechanismen in werking vanuit hun sluimering. De 'alertheid' vraagt veel van het lichaam alsmede de geest — een mechanisme dat het ego dwingt om altijd op scherp te staan, om te voorkomen dat ze schade krijgt.
Ongedaan maken is een bijna onmogelijke taak. Neuroses 'verwijderen' zou betekenen dat men chirurgisch op nanoscopisch niveau zou moeten opereren, zoekend naar de naald in een universum vol hooi. Er valt nog veel winst te behalen in de behandeling van deze geestelijke gesteldheden. Ze komen namelijk veelvoudig voor en de therapieën zijn vaak mistig en gaan gepaard met symptoombehandeling. En dat terwijl de oorzaken 'associaties' zijn — een denkpatroon.

vrijdag 16 november 2012

Ik Ken Een Hypochonder


"Leugentjes om bestwil bestaan niet; ze bestaan uit eigenbelang."
                                                                                                  — Sam Rain
Iemand die zich een ziekte inbeeld — beter gezegd dat gezondheid gelijk staat aan 'niets' voelen, is een hypochonder. Het is niet bepaald een psychopathologisch 'ding'. Mensen met hypochondrie trekken namelijk graag aandacht. Ieder klein witwasje kan mogelijk een dodelijke ziekte zijn en het liefst vertellen ze dat dan ook op een wijze waardoor je vaak misleid kan worden. Want met sommige dingen spot je niet.
Wanneer je naaste familieleden door een ernstige ziekte overleden zijn, ben je extra gevoelig. Zo heb ik persoonlijk veel moeite met het kijken naar films over kanker — met name die met een slechte afloop of het ziekteproces beschrijven. Ook hartstilstanden zijn niet bepaald een geliefd onderwerp. Misery needs company — en dergelijk leed wekt sympathie. Het is leed dat niet is te beschrijven. Niet alleen voor hen die het moeten doorstaan, maar vooral voor de achterblijvers. Machteloos toekijken hoe mensen om wie je geeft wegkwijnen.
Ik ken een hypochonder. Ze heeft altijd overal last van. Altijd is ze 'ziek'. Heeft altijd een afspraak gehad of er een op de agenda bij de poli of huisarts. Altijd is het onzeker. Dan is er even niets, maar het moet altijd vroeg of laat weer ter sprake komen. Zo was ze een paar jaar geleden — volgens haarzelf— ongeneeslijk ziek. Het zou een tragedie worden. Hetzelfde wat ik al een keer eerder had gezien. Maar iets in mij zei het. Het is een leugen.
Wie in diverse lagen van de hel heeft gewoond, kent de bewoners. Je herkent ze aan het dialect, de klederdracht, de kleine tics en rituelen. Een van die lagen zijn de mensen die te horen krijgen dat ze doodgaan. Ze beseffen het, maar ook weer niet. Liever praten ze er niet over. Liever moet iemand anders de boodschap brengen. Om veel later in te storten. Vaak zijn ze na het gesprek met de arts gewoonweg in shock. Ze beginnen als een bezetene 'alles' te regelen. Dan is dat alvast gebeurd. Maar al doen ze deze dingen niet, je ziet het in hun ogen. Je herkent de blik van iemand die weet dat hij of zij zal sterven.
Een hypochonder denkt niet na over wat zij doen met mensen die zij het nieuws vertellen. Het is vast en zeker een hulpkreet. Maar niet een die gerechtvaardigd kan worden. Want een paar weken erna is de nieuwigheid eraf. De rol van het slachtoffer heeft niet voldoende gewerkt. Dus wordt het doodgezwegen. En na een paar jaar, bedenk je dat iemand eigenlijk zo maar zonder reden zich heeft gedragen als een emotionele vampier. Ergens ben je boos, maar je hebt eigenlijk meer medelijden. Niet op een manier van medeleven, maar hoe zielig iemands bestaan moet zijn om op deze manier zich gelukkig probeert te voelen.
Nu herken ik een patroon. De mensen die zich als een hypochonder gedragen, zijn niet alleen onzeker over zichzelf, maar hebben een beschadigd zelfbeeld. Ze zitten vol trauma's die niet het daglicht hebben gezien. Ze zoeken bevestiging door zichzelf aan de ene kant op te hemelen en aan de andere kant zich permanent te nestelen in een slachtofferrol. Omdat ze te veel hebben moeten 'vechten' tegen de afwijzing, zoeken ze het makkelijke pad.
Ik ken een hypochonder. En het vervelende is, dat ik haar ken als mijn zus.
©SamRain
Hypochondrie

donderdag 15 november 2012

Au, Je hond bijt mijn kind dood


"Sommige baasjes zouden vervolgd moeten worden."
                                                                                      – Sam Rain
Pitbull Terriër. Zelfs als je geen hondenliefhebber bent, ken je deze naam vast. Haar imago doet zelfs de liefste pup schade. Vechthonden. Agressieve honden. Gevaarlijke honden. Dusdanig dat ze buitenshuis verplicht aangelijnd moeten zijn en zelfs gemuilkorfd. Want als dat niet gebeurd dan sneuveld er iets of iemand. Zo maar, impulsief. En dan staat het in de media en je weet het verhaal al. Want het is altijd hetzelfde.
Hondenbaasjes zijn meestal van nature al irritant. Als hun geliefd huisdiertje zijn of haar behoefte doet op de stoep, voelen ze zich zelden verantwoordelijk om de kak van het dier op te ruimen. Tja, je kind laat je hopelijk ook niet overal op de openbare weg kakken zonder luier. Vreemde vergelijking? Nee, want hondenbaasjes refereren hun huisdieren vaak als hun kinderen of familielid.
Dan heb je de hondenbaasjes die - net als sommige ouders – het gedrag van huisdiertjes rechtvaardigen. 'Oh, hij doet niks hoor'. Jawel, hij doet wel wat. Hij springt met z'n poten waar hij net door het natte gras heeft gerend op mijn nieuwe broek af. En hij ruikt aan mijn ballen. Nee, dat vind ik al een misdaad op zichzelf. Maar daar moet ik begrip voor hebben. Het is een hond, en dat is maar een dier. En dat snap ik.
Wat hondenbaasjes vaak niet snappen is dat je verantwoordelijk bent voor diegene die je onder je hoede neemt. Net zoals je moet betalen als je peuter de porselein collectie omduwt en de boetes die je tiener maakt op de door jou gekochte scooter. Dus je bent ook verantwoordelijk voor je hond. Jij bent de baas, dus jij moet je hond dingen leren. En als deze fouten maakt, dan draai je er voor op. Want dat is wat verantwoordelijkheid is. Verantwoording nemen.
Het probleem met bepaalde hondenbaasjes is dat ze een hond nemen die ze denken 'onder controle' te hebben. Die begrijpen niet dat die pietluttige regeltjes zijn om anderen te beschermen, niet om hen te pesten. Omdat er zaken voorgekomen zijn van een schrijnend niveau. Wie zich houdt aan de regels, neemt de preventieve maatregelen. Zoals je niet met een slok op gaat rijden. Zoals je niet klakkeloos met 200 door de bebouwde kom rijdt. Want het gaat helemaal niet om jou. Het gaat om anderen.
Ik hoor het hondenbaasje al zielig doen. 'Dat deed ze anders nooit, ik begrijp het niet'. Sorry, geen medelijden. Je had je huisdier moeten aanlijnen – minstens. En zelfs daar heb je verzaakt. En nu is er weer een kind dood. Omdat je verzuimd hebt. Omdat je niet aan de regels hebt gehouden. En nu moet ook de hond dood. Omdat je geen verantwoordelijkheid hebt genomen. Omdat je dacht het wel beter te weten.
Goed gedaan, hondenbaasje. Je hebt twee doden op je geweten en je kunt er niet voor vervolgd worden, zoals men een kindermoordenaar zou moeten berechten. Nee, je krijgt 60 uur werkstraf of een boete van 250 euro. En die ouders, daar heb je vast geen woorden voor. Want tja, daar gaat het niet over. Het zal weer een discussie worden over aanlijnen. Ik zeg een nieuwe campagne. Wie niet een potentieel gevaarlijk huisdier verantwoordelijk houdt is een potentiële kindermoordenaar.
©SamRain
Honden

woensdag 14 november 2012

Hoe Herken Je Een Vechter


"Het verschil tussen moed en dwaasheid is een kilo arrogantie."
                                                                                                  — Sam Rain
Geweld hoeft niet altijd een daad van agressie te zijn; soms is geweld nodig voor mensen om zich te verdedigen. Iemand die kan vechten, hoeft niet perse een 'vechter' te zijn. Wat maakt iemand een vechter — en belangrijker, hoe herken je een vechter?
Vaak zijn mensen van mening dat je niet kunt weten of iemand je een pak rammel zal geven of niet. Touche — op de kleuterschool is en blijft het een kwestie van ervaren. Wanneer je tussen de volwassen mensen verkeerd (zoals op Sensation White), is het misschien handig om te weten wie je voor je hebt. Om met name te voorkomen dat je tandartspremie omhoogschiet.
Gespierde kleerkasten zijn niet altijd perse vechters — vaak zijn de grootste bankdrukkers laf. Ze proberen fysiek mensen te imponeren, wat voornamelijk werkt bij mensen die fysieke confrontatie het liefst uit de weg gaan. Vandaar dat dit soort figuren ook de toegang ontsieren bij menig discotheek. Kleerkasten zijn eigenlijk onzekere mannen die hun zekerheid halen uit de massa van hun lichaam. Deze fysieke bevestiging heeft samen met een agressieve houding een machtsmiddel; de kans is groot dat een kleerkast het bij imponeren houdt. Dit betekent echter niet dat kleerkasten geen vechters zijn.
Iemand die kan knokken is één, maar een agressieveling is een verhaal apart. Een kort lontje hoort bij onderontwikkelde mensen - waarvan het lontje eerder gezien kan worden als een strijkerskop. De agressieveling haalt meteen uit, terwijl iemand die kan vechten de voorkeur heeft aan het vermijden er van. De laatste loopt niet weg, maar weet dat het menens kan worden. De agressieveling is namelijk onzeker — de 'kick' van het vechten geeft macht aan de vechter. 'Ik doe jou pijn, voordat je de kans hebt om het bij mij te doen' is het motto wat er bij past. Een agressieveling herken je aan de lichaamstaal; het zijn vaak mensen die om het minst geringste een negatieve indruk maakt. Een pistool op scherp als het ware.
Vaak wilt men filosoferen over de blik — de blik van een 'echte killer'. Koelbloedig en berekenend. De blik is echter de non-verbale communicatie waarmee geprobeerd wordt om te imponeren — de reactie van de 'tegenstander' wordt geobserveerd. Agressieve mensen zijn daarin tegen juist impulsief en irrationeel. Ze vechten om te kunnen vechten, waar emoties gekanaliseerd worden en de innerlijke woede als het ware geprojecteerd worden op 'het slachtoffer'. Agressie wordt opgewekt door signalen uit de omgeving, waardoor de agressieveling gevoelsmatig denkt te moeten reageren - `triggers'.
Vechters uitten zich fysiek — vaak schieten ze te kort om verbaal een uitweg te vinden. Vooral mannen hebben, dankzij het testosteron, een verhoogde aanleg voor agressie. Ook tonen wetenschappelijke onderzoeken aan dat het `strijdersgen' verantwoordelijk is voor een hogere concentratie van adrenaline, wat voor een agressievere houding staat in vergelijking met normale mensen. Vechters reageren feller en zijn vaak onderontwikkeld — iets wat je ze beter niet kunt vertellen bij een confrontatie.
Wie snel fysiek zal worden bij dergelijke signalen heeft zichtbaar 'ingedaalde' knokkels — wie frequent vecht met zijn vuisten en dus sneller zal slaan uit een 'reflex' zal ongetwijfeld dit kenmerk hebben. Het is daarom handiger om eerst naar iemands handen te kijken dan naar iemands postuur — het laatste werkt imponerend op psychologisch gebied, terwijl een fysiek kenmerk een realistische indicatie kan geven.
©SamRain
Vechter

dinsdag 13 november 2012

Amerikaanse Preppers Zijn Gek


"Niemand kan zich voorbereiden op iets waar men zich niet op heeft voorbereid"
                                                                                                             — Sam Rain
Survival of the fittest. Het recht van de sterkste. Beetje de slogans die van toepassing zijn in een wetteloze wereld. Amerikaanse `preppers' worden ze genoemd; mensen die zich voorbereiden op het ergste van het ergste. De val van de dollar, overstromingen, kernoorlogen en totale chaos. In de verwachting dat de overheid zal falen, bereiden ze zich voor. Voedselvoorraden, wapens, zelfverdediging, coalities en dergelijke. Om te overleven wanneer het allemaal zal gebeuren. Is het verstandig? Leef je om te overleven?
Alle `preppers' blijken een voedselvoorraad te hebben om in ieder geval een jaar vooruit te kunnen. Dat lijkt op zich een goed plan — maar wat als je huis en haard moet verlaten? Als de kernoorlog uitbreekt, wie garandeert je dat je kunt blijven waar je bent? Tevens zul je een dergelijke voorraad goed geheim moeten houden — met name als de omgeving niet dezelfde voorbereidende maatregelen neemt. Hongerige mensen doen namelijk rare dingen. Want hoewel winkels als eerst geplunderd zullen worden, zal het niet lang duren totdat men zich zal wenden tot hen die een dergelijke voorraad hebben.
Jezelf bewapenen is niet onverstandig — tenzij de omgeving niet graag ziet dat er mensen zijn die in deze macht verkeren. Wapentuig is nog steeds relevant — naties identificeren grootsheid met wapenarsenaal. Heb je genoeg wapentuig om jezelf te verdedigen tegen een mensenmassa? En geef je dan geen signaal af dat je iets te beschermen hebt? Kunnen schieten is een vaardigheid, maar kun je het ook onder druk? En op wie schiet je als de buitenaardse wezentjes een kogelvrije huid hebben?
Hebben deze `preppers' ook de voorzieningen voor een combinatie van rampen, zoals een Tsunami plus orkanen plus kemramp plus totale ontregeling? Wat is de reactietijd en indien gunstig, waar naar toe? Is het mogelijk om te reageren op een kemkopraket die sneller gaat dan 1000 kilometer per uur? Tegen de tijd dat de informatie bekend is, zal het al gebeurd zijn — dus afhankelijk zijn van de media zal nog eens vies tegen vallen.
Wat nou als de ompoling de natuurwetten veranderd of er een wereldwijde overstroming plaatsvindt? Heeft er iemand dan een Ark — of nota bene een garantie dat ze het gaan overleven? Hoe bereidt men zich voor als er een Djengis Khan zich voordoet tijdens de totale uitval van de wereld zoals we die kennen? Vroeg of laat raak je door de kogels heen. Vroeg of laat is het voedsel op. Vroeg of laat verliezen materiële dingen hun waarde.
Eigenlijk valt er dus weinig te doen, behalve een paar noodmaatregelen. Zoals een paar flessen water. Dingen waarmee je vuur kan maken. Een zaklamp of zo. Een soort van kampeerset. Want als het allemaal mis gaat, dan is het een kwestie van geluk hebben. Geluk dat je het overleeft hebt. Geluk dat je het zal overleven. En dergelijk geluk zal niet afhangen van een jaartje conservenblikjes met daarin maïs.
Bijzonder is wel dat er weinig `preppers' de nodige maatregelen nemen op het gebied van kennis. Boeken die gaan over medische handelingen, maar ook uitvindingen en opgedane wetenschap die we ter gemak nemen vandaag de dag. Zoals penicilline bijvoorbeeld. Maar liever word er — typisch menselijk — gekozen voor wapens en eten.
©SamRain
Preppers

maandag 12 november 2012

Verontrustende Beelden Uit Amerika


"Het is niet alleen de ramp die tragisch is, maar vooral de nasleep."
                                                                                                  — Sam Rain
Het gaat niet zo goed met de United States of America. Na de economische ellende, de politieke en militaire missers, Katrina en continu dreiging van Al Quaida is er Sandy. Een orkaan uit de hel die vooral in de Grote Appel heeft huisgehouden. Op het nieuws zie je beelden van schade en leegte. Af en toe iemand die voor de camera zijn of haar woord nog kan bevatten in termen als 'onbegrijpelijk'.
Stel, je wordt wakker in de nacht en je hoort de wind. Harder dan daarvoor. Het wordt erger en je besluit naar het journaal te kijken. Het nieuws vermeldt de storm die op komst is. Heb je vaker gehoord de laatste tijd, dus het zal zoals gewoonlijk weer meevallen. De talloze reclames komen op televisie. Overlevingspakketten in de aanbieding. 'Kul", denk je. Dat gebeurd overal, maar niet hier.
De dagen erna begint de media hype. De storm heeft nu een naam. Een identiteit. Haar snelheid en richting zijn bekend en worden op een apocalyptische manier verteld — ‘ze komt nabij en ren voor uw leven', vertaal je de boodschap van 45 minuten naar een oneliner. Als er een storm komt, dan zal het vooral vervelend zijn voor het verkeer. Hier en daar water. In dit land worden huizen en appartementen gemaakt en ontworpen door de beste in de wereld. Die hebben vast rekening gehouden met de natuur.
Er wordt een raar bericht uitgezonden — de burgemeester raadt iedereen aan om de stad te verlaten. Zal wel zo'n politiek ding zijn, preventief dat soort waarschuwingen geven. Anders beginnen, warmeer zo'n storm wel komt, een legioen processen tegen de stad. Tja, hoe serieus neem je het nou? Verkeer staat vast. Wegen vol. De een gaat naar familie in een ander deel van het land, de ander neemt zijn vakantiedagen op. Vliegtickets uitverkocht. Misschien zelf ook maar gebruik maken van een weekje weg.
Je blijft rustig, want je gelooft niet in paniek. Je koopt de nodige boodschappen. Niet omdat je denkt dat het 'Einde der Tijden' is, maar vanwege het feit dat de meeste winkeliers simpelweg gesloten zullen zijn of uit deze horror situatie de prijzen gaan opschroeven. Tja, iedereen wilt verdienen met de laagste rentestand ooit. Een week, hooguit twee is voldoende. Oh, en genoeg sigaretten. Laarzen misschien ook handig. Tissues — tegen de verkoudheid.
Weer een raar bericht. Te laat voor een evacuatie? De weerskaarten op televisie lijken bijna uit een Hollywood rampenfilm gepakt. Je kijkt op je horloge — nee, het is geen 1 april. Geen alarmlijn bellen tenzij in uiterste nood? En terwijl je verdwaasd naar de televisie kijkt, hoor je dichtbij het gedonder van de wolken en gehuil van de wind. Je hebt echter geen doodsangst, maar bang ben je wel. Je gaat maar slapen, er komt toch niets interessants op televisie behalve de updates over het weer.
Je komt net uit de badkamer. Het licht valt uit. Je hoort explosies. Het is donker en je kunt je niet navigeren. Meer explosies. Het kolken van water. Gegil — eerst ver weg en dan dichtbij. Je zweet. Je rilt. Je begrijpt het niet. Je snapt het niet. Wat is er gaande? Waarom ben ik hier gebleven? En je nacht begint. De nacht die de langste wordt van je leven.
©SamRain
Orkaan Sandy