maandag 16 juli 2012

Oh, oh pandit!

De irritatie van Hindoestaanse jongeren

“Een leraar die niet onderwijst, mag zich geen leraar noemen.”
                                                                                                - Sam Rain
Hindoe-priesters in Nederland zijn vaak een aanfluiting. Wie zich als Hindoestaan afvraagt waarom katha en pooya’s uitsterven, is waarschijnlijk gezegend met een degelijke Pandit en orthodoxe ouders. De meeste Pandits die ik spreek of observeer zijn vaak van het lage niveau die afbreuk doen aan de mooie, rijke historie die het Hindoeisme biedt.
Eén typische Pandit, irriteer ik me mateloos aan – op één of andere manier kiest deze precies de verkeerde woorden waar ik aanstoot aan neem; het is ook geen wonder dat mijn neefjes en nichtjes behoren tot de ‘ik-doe-maar-mee’-Hindoestanen en na de dienst even naar de Mc-D gaan (niet bepaald het idee...).
Een modernere variant gebruikt dure woorden in onlogische combinaties, om uiteindelijk meer verwarring te scheppen dan de intentionele uitleg. Esthetisch uitleggen terwijl het gaat om ethisch, metafysica aanstippen waar het filosofie betreft, wetenschap van de wereld degraderen om vervolgens voorbeelden te geven met diezelfde wetenschap. Stel een vraag en krijg alle antwoorden, behalve diegene die er toe doen.
Dan heb je de Pandits die zichzelf geen Pandit of Guru willen noemen; een soort van Veda-politieke correctheid. Dezelfde soort Pandit is continu tegenstrijdig met zichzelf; alles komt via esoterie en moet je als ‘niet ingewijde’ gewoon aannemen. Dat laatste is nogal moeilijk als je aanspraak doet op de rationaliteit van je toehoorders, maar motivatie en argumenten ‘wegwerkt’ in mystieke filosofie en kosmische krachten die alles van te voren bepaalt, maar waar je dan wél weer invloed op hebt. Huh? Inderdaad!
Pandits met ‘PR’ zijn enigszins wat pragmatischer, maar hebben nooit ‘tijd’. Ze worden gehaald en gebracht, doen wat ze komen om te doen (een ‘snelle’ pooya/katha/yag) – en flits, weg zijn ze. Een ‘verkeerde’ vraag wordt snel belachelijk gemaakt en het typische ‘antwoord’ is dat de vrager naar de ‘bibliotheek’ moet gaan. Het is alsof je wiskundeleraar je uitlacht wanneer je vraagt naar de stelling van Pythagoras en je verwijst naar handenarbeid. Iedereen vind ze ‘geweldige’ Pandits – tenminste ‘iedereen’ die alleen de Bhagavad Gita en Ramayan kennen en nooit van de Upanishads, Vedangas, Sastras en de Puranas gehoord hebben, laat staan inhoudelijke kennis hebben van de Vedas en Upavedas.
Himalaya Pandits die van de Westerse maatschappij niets moeten hebben – behalve van de mobiele telefoon, de auto, vliegtuig en keiharde ‘euries’ – zijn verreweg het meest slaapverwekkend. ‘Practice what you preach’, in plaats van eeuwigdurende gezanik over het Schiphol-beleid dat gaat over koffervruchten. Het is nuttiger om te kijken naar een nieuwsuitzending op het Turkse TRT kanaal, dan het binnensmonds gebrabbel van een deodorantvrezende gordijndrager die kennis overdraagt in een vorm waar alle informatie verloren gaat.
Zijn er dan geen goede Pandits? Natuurlijk wel! Alleen zijn deze zo lokaal gebonden en heerst er zoveel verdeeldheid (Arya Samaj, Sanatana Dharma, etc.) dat er qua geluid veel interferentie plaatsvindt. Wat dat betreft kunnen de Pandits veel leren van de Christenen qua missies en evangelisatie, de Moslims in buurthuizen en moskees, de Boeddhisten en hun meditatiecentra en de Tao volgelingen op zaterdagochtend in het park.
Een Pandit is een leraar in levensfilosofie – niet enkel een tuinman om de geestelijke heg jaarlijks te snoeien!
©SamRain
Pandit

Geen opmerkingen:

Een reactie posten