De irritatie van Hindoestaanse jongeren
“Een
leraar die niet onderwijst, mag zich geen leraar noemen.”
- Sam Rain
- Sam Rain
Hindoe-priesters in Nederland zijn vaak een
aanfluiting. Wie zich als Hindoestaan afvraagt waarom katha en pooya’s uitsterven,
is waarschijnlijk gezegend met een degelijke Pandit en orthodoxe ouders. De
meeste Pandits die ik spreek of observeer zijn vaak van het lage niveau die
afbreuk doen aan de mooie, rijke historie die het Hindoeisme biedt.
Eén typische Pandit, irriteer ik me mateloos
aan – op één of andere manier kiest deze precies de verkeerde woorden waar ik
aanstoot aan neem; het is ook geen wonder dat mijn neefjes en nichtjes behoren
tot de ‘ik-doe-maar-mee’-Hindoestanen en na de dienst even naar de Mc-D gaan
(niet bepaald het idee...).
Een modernere variant gebruikt dure woorden in
onlogische combinaties, om uiteindelijk meer verwarring te scheppen dan de
intentionele uitleg. Esthetisch uitleggen terwijl het gaat om ethisch,
metafysica aanstippen waar het filosofie betreft, wetenschap van de wereld
degraderen om vervolgens voorbeelden te geven met diezelfde wetenschap. Stel
een vraag en krijg alle antwoorden, behalve diegene die er toe doen.
Dan heb je de Pandits die zichzelf geen Pandit
of Guru willen noemen; een soort van Veda-politieke correctheid. Dezelfde soort
Pandit is continu tegenstrijdig met zichzelf; alles komt via esoterie en moet
je als ‘niet ingewijde’ gewoon aannemen. Dat laatste is nogal moeilijk als je
aanspraak doet op de rationaliteit van je toehoorders, maar motivatie en
argumenten ‘wegwerkt’ in mystieke filosofie en kosmische krachten die alles van
te voren bepaalt, maar waar je dan wél weer invloed op hebt. Huh? Inderdaad!
Pandits met ‘PR’ zijn enigszins wat
pragmatischer, maar hebben nooit ‘tijd’. Ze worden gehaald en gebracht, doen
wat ze komen om te doen (een ‘snelle’ pooya/katha/yag) – en flits, weg zijn ze.
Een ‘verkeerde’ vraag wordt snel belachelijk gemaakt en het typische ‘antwoord’
is dat de vrager naar de ‘bibliotheek’ moet gaan. Het is alsof je wiskundeleraar
je uitlacht wanneer je vraagt naar de stelling van Pythagoras en je verwijst
naar handenarbeid. Iedereen vind ze ‘geweldige’ Pandits – tenminste ‘iedereen’
die alleen de Bhagavad Gita en Ramayan kennen en nooit van de Upanishads,
Vedangas, Sastras en de Puranas gehoord hebben, laat staan inhoudelijke kennis
hebben van de Vedas en Upavedas.
Himalaya Pandits die van de Westerse
maatschappij niets moeten hebben – behalve van de mobiele telefoon, de auto,
vliegtuig en keiharde ‘euries’ – zijn verreweg het meest slaapverwekkend.
‘Practice what you preach’, in plaats van eeuwigdurende gezanik over het
Schiphol-beleid dat gaat over koffervruchten. Het is nuttiger om te kijken naar
een nieuwsuitzending op het Turkse TRT kanaal, dan het binnensmonds gebrabbel
van een deodorantvrezende gordijndrager die kennis overdraagt in een vorm waar
alle informatie verloren gaat.
Zijn er dan geen goede Pandits? Natuurlijk
wel! Alleen zijn deze zo lokaal gebonden en heerst er zoveel verdeeldheid (Arya
Samaj, Sanatana Dharma, etc.) dat er qua geluid veel interferentie plaatsvindt.
Wat dat betreft kunnen de Pandits veel leren van de Christenen qua missies en
evangelisatie, de Moslims in buurthuizen en moskees, de Boeddhisten en hun
meditatiecentra en de Tao volgelingen op zaterdagochtend in het park.
Een Pandit is een leraar in levensfilosofie –
niet enkel een tuinman om de geestelijke heg jaarlijks te snoeien!
©SamRain
Pandit
Pandit
Geen opmerkingen:
Een reactie posten