zondag 1 juli 2012

JavaScript voor mensen, hobbits en elven - Deel 3


“Programmeren is magie voor luie tovenaars.”
                                                                        - Sam Rain
Dingen ‘doen’ en ‘herinneren’ – dat is wat de computer doet om al dat moois op het scherm te toveren. Hoe je met JavaScript zaken herinnert is een fluitje van een cent; met het toverwoord ‘var’ voeg je een nieuw ‘hoofdstuk’ toe en met de ‘=’ schrijf je er iets in. Even wat herinneren, dat is zo gepiept – dingen doen is ietsje moeilijker, maar zelfs voor kleine Hobbits is het geen moeilijke taak.
JavaScript kent een aantal eigenaardigheden; het toverwoord ‘function’ is heel iets anders dan ‘Function’. Omdat ‘Function’ een magie teweeg kan brengen, waar de meesten van achterover slaan, houden we het voor nu alleen bij function. Kijk naar de volgende code:
function doeIets ( )
{
/*deze functie doet helemaal niets!*/
}
Het toverwoord ‘function’ doet eerst een beetje hetzelfde als ‘var’, alleen is hetgeen wat onthouden wordt een werkopdracht voor de computer. De naam van de werkopdracht is doeIets – een toepasselijke, want niets doen is toch iets doen! Omdat JavaScript niet zo denkt als mensen, schrijven we doeIets aan elkaar; spaties maken JavaScript in de war. De hoofdletter ‘I’ is een schrijfstijl genaamd ‘camelcase’ (kamelenletters); zonder spaties worden lange namen (de ‘titels’ van de hoofdstukken) erg onleesbaar – eenSimpeleFunctie óf eensimpelefunctie laat het goed zien. De leeshaakjes achter de ‘titel’ zijn voor JavaScript een bekerhouder voor extra gegevens – zoals dat later duidelijk zal worden. De accolades { en } markeren de ‘code’ –het echte toverwerk- als een samenhangend deel. De accolade ‘{‘ begint het deel en de ‘}’ sluit het aan.
Omdat toveren een pittige aangelegenheid kan zijn en iedere leerling (vooral Hobbits) aantekeningen nodig heeft, zijn er de /* en */, die net als accolades werken: /* opent het blok van ‘commentaar’ en */ sluit deze. JavaScript zal het volledig negeren, maar de nieuwsgierige mens zal vaak genoeg weer in de toverspreuk kijken. De ‘function’ is slechts een manier van de spreuk opslaan; net als toverspreuken, moeten ze worden opgelezen voor de magie – en dat kan door de opgegeven naam.
Tussen de haakjes ( ) van ‘function’ kunnen ‘variabelen’ (de titels van hoofdstukken) gezet worden, zodat de waarde (de inhoud van een hoofdstuk) gebruikt kan worden binnen de ‘function’. Kijk eerst naar het voorbeeld uit Deel 2 en nu eens naar deze:
Function optellen (cijferA, cijferB)
{
/* binnen de haakjes hoef je ‘var’ niet perse te gebruiken*/
var uitkomst = cijferA + cijferB ;
}
Omdat ‘uitkomst’ de laatste variabele is, wordt deze teruggegeven (het mag ook met het toverwoord ‘return’). Om JavaScript deze ‘function’ te laten werken, hoeven we buiten de functie in ons ‘script’ deze aan te roepen bij zijn naam – het is dan ook handig om de uitkomst op te slaan:
Var cijferC = optellen (2 , 2)   /*cijfer C is nu 4 in waarde */

Meer lezen over Programmeren? Klik hier voor de inhoudsopgave voor alle artikelen!

©SamRain
JavaScript-3

Geen opmerkingen:

Een reactie posten