maandag 23 juli 2012

Geloven en wat we er niet over begrijpen


Innerlijke vrede

“Onze unieke intelligentie maakt ons verantwoordelijk voor hetgeen wat we doen.”
                                                                                                                        - Sam Rain
Wanneer je spreekt met iemand die geen godsdienst kiest binnen zijn of haar levensbeschouwing, komt vroeg of laat het pleidooi dat ‘geloof’ de oorzaak is van oorlogen. ‘Nee,’ antwoord ik dan ‘het is wel zo dat het de meest gebruikte smoes is.’
Waarom geloven mensen? Of je nu Krishna verkiest boven Jezus, aan Allah om genade smeekt of gelooft in een roze eenhoorn – iedereen gelooft iéts (al is het niets). We geloven, volgens de wetenschappers in witte jassen, omdat we zo onverklaarbare dingen kunnen bevatten. We geloven, volgens humanistische filosofen, omdat we kosmologisch verbonden zijn om onze dierlijke natuur te overstijgen. We geloven, volgens religieuze leiders, om het ‘einde’ niet te zien als finishlijn en dat al ons lijden een doel dient. Wij geloven, volgens mij, om ons leven nu vorm te geven.
Religie geeft ons een moreel anker – de één kent geboden of leefregels, de ander een levensfilosofie of motto. Karmisch denken is erin verweven; wie goed doet, goed ontmoet – al komt het later. Mystici en esoterie geeft ons macht – wie de juiste spreuken kent, kan zijn of haar leven beïnvloeden. Deel zijn van een aparte en vooral ‘verheven’ klasse werkt bijzonder aantrekkelijk. Want bij de Donald Duck Club hoort een pas met extra kortingen. Zodoende kent ieder bewust mens een vorm van religie of esoterie; de één is Kumbaya-christen, de ander top manager en ook de veganist gelooft.
We willen graag geloven dat we onszelf overstijgen door hogere doelen na te streven. De nare realiteit is dat ondanks prachtige preken, mooie beloftes en egostrelende waardes wij geloven uit eigen belang. We zoeken onze plaats in het heelal, we zoeken de waarheid, we zoeken erkenning, we zoeken een betere wereld. Wij zoeken met z’n allen naar geluk.
Geluk en blijdschap horen bij elkaar, maar blijven twee verschillende dingen. Geluk is onze vrede, waar blijdschap een overmaat is van vrede. In ons leven zijn we verslaafd aan blijdschap geworden – in het Westen tenminste. Een groot huis, een mooie wagen, een leuke aan, een knappe partner, een goed CV, een groot sociaal netwerk. Het moet méér. Het moet béter.
De realiteit is ook dat we geloven dat blijdschap gelijk is aan geluk; wanneer we niet blij zijn, dan voelen we ons ongelukkig. Wie gelooft in een hogere macht vraagt om blijdschap – ‘Oh Heer, dit en dat’ of ‘Als Allah het wil, dit en dat’. Wie gelooft in de natuur en eigen kunnen, investeert met middelen en discipline ‘want als ik dit doen, dan dat’.
Wanneer we geloven is ook geen mysterie – de eerste beste tegenslag of een onverwachte wending in het levensplot. Het grote systeem werkt dan even niet in ons voordeel, zodat we als geestelijke monteurs de gaten willen dichten. Maar zoeken we op dat moment naar vrede of naar blijdschap?
Echt ‘gelovig’ zijn bestaat niet. Geloven is gebaseerd op het vertrouwen op principes en waarden die je niet kunt toetsen zoals een natuurwet. Een ‘ongelovige’ bestaat ook niet – hooguit een afwijk van de maatschappelijke norm. Wie namelijk oprecht een hoger doel nastreeft, streeft niet. Want het enige hogere doel dat boven eigen belang staat is de innerlijke vrede – een gelukkig bestaan door blij zijn te bestaan.
©SamRain
Geloven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten