“Woordenboeken maken is saai werk”
- S. Johnson
- S. Johnson
Zoals elk ander vakgebied heeft consultancy een vakjargon; het is er alleen een van de ultieme verbasterde jargons, vanwege de brug die consultancy inslaat. Engelse woorden zijn één op één overgenomen en veelal te vinden in de wereld van managers en leidinggevenden. Vakjargon is eenmaal onvermijdelijk in vakgebieden; vandaar een korte lijst van veelvoorkomende woorden.
Menselijk kapitaal: de kennis / vaardigheden van mensen
Aansturen: leiden, adviseren of commanderen
Account: zakelijke relatie
Kostenallocatie: kosten toerekenen aan de afdeling waar deze thuishoren
Accountability: meetbare criteria met consequenties over een tijdsperiode of project
Added value: ‘toegevoegde’ waarde
Architectuur: ontwerp of structuur
Beauty Parade: serie van presentaties voor een enkele, grote opdracht
Biling: ‘declarabele’ uren of facturering
Blue Chip Company: ‘kwaliteits’bedrijf, welke als beursgenoteerde deel uitmaakt van een index.
Aansturen: leiden, adviseren of commanderen
Account: zakelijke relatie
Kostenallocatie: kosten toerekenen aan de afdeling waar deze thuishoren
Accountability: meetbare criteria met consequenties over een tijdsperiode of project
Added value: ‘toegevoegde’ waarde
Architectuur: ontwerp of structuur
Beauty Parade: serie van presentaties voor een enkele, grote opdracht
Biling: ‘declarabele’ uren of facturering
Blue Chip Company: ‘kwaliteits’bedrijf, welke als beursgenoteerde deel uitmaakt van een index.
Body-shop: bedrijven met alleen maar consultants en detacheren
Emerging: spectaculair groeien
Bubble: groei gebaseerd op ‘niet-economische’ gronden
Burn Rate: verkwisting van middelen over een periode van tijd
Chinese Muren: bedrijven met strikt gescheiden afdelingen qua informatie-uitwisseling
Emerging: spectaculair groeien
Bubble: groei gebaseerd op ‘niet-economische’ gronden
Burn Rate: verkwisting van middelen over een periode van tijd
Chinese Muren: bedrijven met strikt gescheiden afdelingen qua informatie-uitwisseling
Client Development: het zoeken en winnen van nieuwe klanten voor de langere termijn
Client Retention: klanten binden met behulp van een spreidingsstrategie
Commitment: toewijding, sterke aandacht geven/vereisen
Compliance: naleven van regels of het monitoren van ‘kritische’ activiteiten
Conceptueel: abstract idee zonder ondersteunend onderzoek
Conflict of Interest: belangenverstrengeling
Consensus: het bestuur zal unaniem moeten beslissen
Controller: een analist die eventuele effecten onderzoekt op genomen beslissingen
Core Business: kernactiviteiten van een bedrijf
Competence: vaardigheid in een bepaald vakgebied
Governance: zeggenschap over een bepaald vak- of industriegebied
Dedicated: toewijding en betrokkenheid, meestal exclusief voor een dienstverlening
Derivaat: afgeleid product (‘spin-off’)
Direct Selling: directe verkoop aan consumenten (ook wel B2C genoemd)
B2C: Business-to-Customer (markt van detailhandel)
B2B: Business-to-Business (markt van groothandel)
Drive: ambitie
Driver Seat: beslissende partij, machthebber in eindbeslissing
Employability: de inzetbaarheid van personeel
Empowerment: ondergeschikten verantwoordelijkheid geven als oplossing om te delegeren
Client Retention: klanten binden met behulp van een spreidingsstrategie
Commitment: toewijding, sterke aandacht geven/vereisen
Compliance: naleven van regels of het monitoren van ‘kritische’ activiteiten
Conceptueel: abstract idee zonder ondersteunend onderzoek
Conflict of Interest: belangenverstrengeling
Consensus: het bestuur zal unaniem moeten beslissen
Controller: een analist die eventuele effecten onderzoekt op genomen beslissingen
Core Business: kernactiviteiten van een bedrijf
Competence: vaardigheid in een bepaald vakgebied
Governance: zeggenschap over een bepaald vak- of industriegebied
Dedicated: toewijding en betrokkenheid, meestal exclusief voor een dienstverlening
Derivaat: afgeleid product (‘spin-off’)
Direct Selling: directe verkoop aan consumenten (ook wel B2C genoemd)
B2C: Business-to-Customer (markt van detailhandel)
B2B: Business-to-Business (markt van groothandel)
Drive: ambitie
Driver Seat: beslissende partij, machthebber in eindbeslissing
Employability: de inzetbaarheid van personeel
Empowerment: ondergeschikten verantwoordelijkheid geven als oplossing om te delegeren
Exit-ratings: de uitkomst van een marktonderzoek n.a.v. een aanschaf van een product of dienst
Expat: (expatriate) werknemer die uitgezonden is naar het buitenland
Exposure: de reputatie en zichtbaarheid naar de buitenwereld
Fase: een tijdsperiode binnen een opleveringstraject
Focus: concentratie op een enkele activiteit
Follow-up: vervolg geven, herinneren
Call: conference call, telefonisch groepsgesprek om te vergaderen
FEP: (Four Eye Principle) voorstellen die minimaal door 2 personen worden bekeken
FYI: (For Your Information) aanhef voor e-mail ter informatie en als mededeling
Front Office: afdeling die in direct contact staat met de klanten
Back Office: afdeling die niet in direct contact staat met de klanten
Gatekeeper: persoon tussen ‘Drivers Seat’ en verkoper / consulent
Genereren: zelf kansen voortbrengen, bronnen vinden voor kansen
Globalisering: internationaal karakter
Herpositioneren: een bedrijf dat ‘opnieuw’ begint
Just-In-Time: vanwege efficiëntie de voorraad kunnen beperken
Katalysator: aansturen zonder echte deelname (‘spin doctor’)
Kennis Management: optimale benutting van kennis en intellectueel eigendom binnen de organisatie
Expat: (expatriate) werknemer die uitgezonden is naar het buitenland
Exposure: de reputatie en zichtbaarheid naar de buitenwereld
Fase: een tijdsperiode binnen een opleveringstraject
Focus: concentratie op een enkele activiteit
Follow-up: vervolg geven, herinneren
Call: conference call, telefonisch groepsgesprek om te vergaderen
FEP: (Four Eye Principle) voorstellen die minimaal door 2 personen worden bekeken
FYI: (For Your Information) aanhef voor e-mail ter informatie en als mededeling
Front Office: afdeling die in direct contact staat met de klanten
Back Office: afdeling die niet in direct contact staat met de klanten
Gatekeeper: persoon tussen ‘Drivers Seat’ en verkoper / consulent
Genereren: zelf kansen voortbrengen, bronnen vinden voor kansen
Globalisering: internationaal karakter
Herpositioneren: een bedrijf dat ‘opnieuw’ begint
Just-In-Time: vanwege efficiëntie de voorraad kunnen beperken
Katalysator: aansturen zonder echte deelname (‘spin doctor’)
Kennis Management: optimale benutting van kennis en intellectueel eigendom binnen de organisatie
Cutting Edge: voorloper van een nieuwe versie product of dienst
Lean: bijvoegelijk naamwoord voor methodes met minimale inspanning (lean management / lean production)
Levenscyclus: de vicieuze cirkel van producten of diensten: lancering, groei, stabilisatie, uitfasering
Look N’ Feel: de algemene indruk van een oplossing of presentatie
Mission Statement: een one-liner die het hoofddoel van een onderneming omschrijft
Niche: kleiner marktaandeel – segment met specialisme
No-Name: onbekend product / dienst / onderneming in de markt
NDA: (Non-Disclosure Agreement) overeenkomst van geheimhouding voor een bepaalde periode van tijd
Lean: bijvoegelijk naamwoord voor methodes met minimale inspanning (lean management / lean production)
Levenscyclus: de vicieuze cirkel van producten of diensten: lancering, groei, stabilisatie, uitfasering
Look N’ Feel: de algemene indruk van een oplossing of presentatie
Mission Statement: een one-liner die het hoofddoel van een onderneming omschrijft
Niche: kleiner marktaandeel – segment met specialisme
No-Name: onbekend product / dienst / onderneming in de markt
NDA: (Non-Disclosure Agreement) overeenkomst van geheimhouding voor een bepaalde periode van tijd
On-demand: op individuele aanvraag leveren
One-Stop-Shop: alle relevante diensten aanbieden naast de expertise
Opportunity: de kans of gelegenheid
Outlets: winkels of franchises
Outsourcing: uitbesteden aan een ander bedrijf
Off-Shore: buitenlandse dienst zoals IT, financiën of binnendienst in India afnemen
Pay-Off: voordeel
Peer Review: beoordeling door collega’s
Pitch: verkooppraatje
POC: (Proof of Concept) demonstratie / presentatie waarom een oplossing zou werken
One-Stop-Shop: alle relevante diensten aanbieden naast de expertise
Opportunity: de kans of gelegenheid
Outlets: winkels of franchises
Outsourcing: uitbesteden aan een ander bedrijf
Off-Shore: buitenlandse dienst zoals IT, financiën of binnendienst in India afnemen
Pay-Off: voordeel
Peer Review: beoordeling door collega’s
Pitch: verkooppraatje
POC: (Proof of Concept) demonstratie / presentatie waarom een oplossing zou werken
Procurement: aanbesteding van grote projecten als ‘open race’, voor zeer grote organisaties als de overheid
Real-Time: ‘live’, op het moment van vaststelling
Risk Management: beheersing van risico’s dat een bedrijf of project kan lopen
Self-Governance: zelfstandig bestuur
Shift: verandering van denkwijze
SWOT: (strength, weaknesses, opportunities, threats) analyse van een project
Target: doel, streefgetal, klant
Tool: methode of model als argument
Track-Record: staat van dienst
Trouble shooting: oplossen van problemen
Upgrade: vernieuwen
Volatile: beweeglijkheid
Agility: flexibiliteit
Real-Time: ‘live’, op het moment van vaststelling
Risk Management: beheersing van risico’s dat een bedrijf of project kan lopen
Self-Governance: zelfstandig bestuur
Shift: verandering van denkwijze
SWOT: (strength, weaknesses, opportunities, threats) analyse van een project
Target: doel, streefgetal, klant
Tool: methode of model als argument
Track-Record: staat van dienst
Trouble shooting: oplossen van problemen
Upgrade: vernieuwen
Volatile: beweeglijkheid
Agility: flexibiliteit
Meer lezen over Consultancy? Klik hier voor de inhoudsopgave van alle artikelen!
©SamRain
Vakjargon
Vakjargon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten