"Wie
de kracht van een verhaal niet beseft, is een dwaas."
— Sam Rain
— Sam Rain
Er waren eens drie koningen — Alma, Banzo en
Choras. Ze hadden alle drie een koninkrijk en hadden ieder evenveel rijkdom. De
Oppermacht besloot hun een geschenk te geven, waar zij uit mochten kiezen.
Zodoende gingen de drie koningen naar de berg van de Oppermacht.
De Oppermacht vroeg aan Alma wat deze
begeerde. "Macht!", riep hij uit — en hij kreeg de Macht. Tevreden
keerde hij terug naar zijn koninkrijk en maakte bouwwerken groter dan alle
anderen en zijn soldaten waren ontelbaar. Iedereen voelde zich veilig en onverslaanbaar.
Toen vroeg de Oppermacht aan Banzo wat deze
begeerde. "Wijsheid!", riep hij uit — en hij kreeg de Wijsheid.
Tevreden keerde hij terug naar zijn koninkrijk en richtte een bibliotheek op,
de grootste van allen. Alle wetenschappers trokken naar zijn land en de
economie bloeide op. Iedereen voelde zich slim en verheven boven de anderen.
Als laatste kwam Choras bij de Oppermacht om
een geschenk te ontvangen. Hij durfde de oppermacht niet aan te spreken; daarom
fluisterde hij zachtjes. "Moed", zei hij bijna onverstaanbaar. De
Oppermacht gaf hem Moed en Choras keerde terug naar zijn koninkrijk. Maar
iedereen was teleurgesteld — wat hadden zij aan Moed? Waarom had de Koning niet
gevraagd om Rijkdom, of minstens om Wijsheid of Macht?
De jaren verstreken — de koninkrijken van Alma
en Banzo waren de Oppermacht vergeten. Ze hadden ongelofelijk veel Macht en
Wijsheid verzameld en onderdrukte het koninkrijk van Choras. Het koninkrijk was
vervallen en verwoest — er was
niets meer overgebleven dan een legende. De onderdanen prezen hun legendarische
koningen, behalve in Choras. Daar knarsten de tanden van de ouden en fronsten
de wenkbrauwen van de jongelui. 'Onze
koning was een dwaas, een lafaard — en vroeg Moed voor zichzelf niet voor het
koninkrijk', roddelden ze onderling.
De Oppermacht voelde zich niet geëerd en op
een dag sprak Deze een vloek uit; stormen en winden teisterden de koninkrijken,
ramp na ramp overviel hen. Geen van hen had nog iets wat leek op hetgeen dat ze
hadden voor de vloek van de Oppermacht. De onderdanen uit de koninkrijken
jammerden en weenden, behalve hen uit Choras.
Hoewel alles verloren leek, bracht de Moed hen
tot beweging. Ze begonnen met de wederopbouw en ploegden opnieuw hun akkers.
Ondanks alle rovers, gingen vele uit om handel te drijven en vriendschappen te
sluiten. Ze vonden het gevallen arsenaal van de soldaten uit Alma en de
stoffige boeken uit de collectie van Banzo.
En zo breidde het koninkrijk van Choras uit —
groter dan die van Alma en Banzo tezamen. En geen onderdaan sprak nog verkeerd
over de keuze die de legendarische koning van Choras had gemaakt; want immers
wat heeft men aan Macht of de Wijsheid als de Moed verloren is gegaan?
©SamRain
Voorspoed
Voorspoed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten