maandag 24 december 2012

De Drie Rijken van Voorspoed


"Wie de kracht van een verhaal niet beseft, is een dwaas."
                                                                                      — Sam Rain
Er waren eens drie koningen — Alma, Banzo en Choras. Ze hadden alle drie een koninkrijk en hadden ieder evenveel rijkdom. De Oppermacht besloot hun een geschenk te geven, waar zij uit mochten kiezen. Zodoende gingen de drie koningen naar de berg van de Oppermacht.
De Oppermacht vroeg aan Alma wat deze begeerde. "Macht!", riep hij uit — en hij kreeg de Macht. Tevreden keerde hij terug naar zijn koninkrijk en maakte bouwwerken groter dan alle anderen en zijn soldaten waren ontelbaar. Iedereen voelde zich veilig en onverslaanbaar.
Toen vroeg de Oppermacht aan Banzo wat deze begeerde. "Wijsheid!", riep hij uit — en hij kreeg de Wijsheid. Tevreden keerde hij terug naar zijn koninkrijk en richtte een bibliotheek op, de grootste van allen. Alle wetenschappers trokken naar zijn land en de economie bloeide op. Iedereen voelde zich slim en verheven boven de anderen.
Als laatste kwam Choras bij de Oppermacht om een geschenk te ontvangen. Hij durfde de oppermacht niet aan te spreken; daarom fluisterde hij zachtjes. "Moed", zei hij bijna onverstaanbaar. De Oppermacht gaf hem Moed en Choras keerde terug naar zijn koninkrijk. Maar iedereen was teleurgesteld — wat hadden zij aan Moed? Waarom had de Koning niet gevraagd om Rijkdom, of minstens om Wijsheid of Macht?
De jaren verstreken — de koninkrijken van Alma en Banzo waren de Oppermacht vergeten. Ze hadden ongelofelijk veel Macht en Wijsheid verzameld en onderdrukte het koninkrijk van Choras. Het koninkrijk was vervallen en verwoest —  er was niets meer overgebleven dan een legende. De onderdanen prezen hun legendarische koningen, behalve in Choras. Daar knarsten de tanden van de ouden en fronsten de wenkbrauwen van de jongelui. 'Onze koning was een dwaas, een lafaard — en vroeg Moed voor zichzelf niet voor het koninkrijk', roddelden ze onderling.
De Oppermacht voelde zich niet geëerd en op een dag sprak Deze een vloek uit; stormen en winden teisterden de koninkrijken, ramp na ramp overviel hen. Geen van hen had nog iets wat leek op hetgeen dat ze hadden voor de vloek van de Oppermacht. De onderdanen uit de koninkrijken jammerden en weenden, behalve hen uit Choras.
Hoewel alles verloren leek, bracht de Moed hen tot beweging. Ze begonnen met de wederopbouw en ploegden opnieuw hun akkers. Ondanks alle rovers, gingen vele uit om handel te drijven en vriendschappen te sluiten. Ze vonden het gevallen arsenaal van de soldaten uit Alma en de stoffige boeken uit de collectie van Banzo.
En zo breidde het koninkrijk van Choras uit — groter dan die van Alma en Banzo tezamen. En geen onderdaan sprak nog verkeerd over de keuze die de legendarische koning van Choras had gemaakt; want immers wat heeft men aan Macht of de Wijsheid als de Moed verloren is gegaan?
©SamRain
Voorspoed

Geen opmerkingen:

Een reactie posten