woensdag 2 januari 2013

De Onderwijzers Vielen Om


"Titels zijn geen bewijs wanneer de autoriteit niet geverifieerd kan worden."
                                                                                                              — Sam Rain
"Waarom kom je niet naar de viering van het lichtjesfeest?", vroeg de Pandit. "Omdat u geen persad maakt. Uw zegen is niet oprecht, maar uit verplichting. U laat geen offers toe uit het hart, maar uit een schijnheilige gedachte." De Pandit keek gefronst — en liep weg en vertelde de andere schriftgeleerden niets.
"Waarom erken je niet de grootheid van Allah", vroeg de Imam. "Wat ik met mijn lippen moet erkennen ter bevestiging van mensen is van de Shaytan. Waarom handelt u niet naar Zijn Grootheid en doet zijn wil zoals geschreven staat?" De Imam werd boos en verbood mij de toegang tot de gebedsruimte.
"Je bent niet geboren uit het volk van Israël, noch ken je haar wetten opgelegd door Mozes. Waarom spreek je over de Torah?", preekte de Rabbi. "Wie maakt u gelijk aan El Elohim, wie geeft u de maat om mij te meten? U spreekt over wetten die u zelf overtreed." De Rabbi knarste zijn tanden en negeerde mij als zijnde ongedierte.
"Val op uw knieën voor het kruis, want alleen genade zal u redden. U bent geboren in zonde en het hellevuur wacht u anders voor de eeuwigheid!", zei de charismatische voorganger. "Genees de zieken, drijf demonen uit en vertel uw getuigenis. Maar ik buig niet voor iets gesneden uit hout, gemaakt door mensenhanden." De voorganger werd boos en riep in Zijn Naam om mij te behoeden voor de hel.
De Humanist vertelde over de mens en zei op bekritiserende toon: "Denk aan de maatschappij en zie alleen het goede, maar laat alle absoluutheden varen. Zo zeiden de grootste onder de mensen!". "Waarom gaat u niet voor en ontwikkel ons? Waar zijn uw middelen, waar is uw schare?" De Humanist zweeg en keek verbitterd.
"Niet boos worden, blijf adem halen", zei de monnik. "Er is geen goed, geen kwaad — dat is de weg van de Boeddha.", vertelde hij. "Waarom doe ik fout als ik goed en kwaad erken al zouden ze niet bestaan? Waarom is er geen pracht in dualiteit?" De monnik werd kwaad en citeerde mantra's.
Een zwerver deelde zijn geld. Een junk verschafte onderdak. Een dief gaf zijn meest dierbare bezit. Een moordenaar vertelde over de pracht van leven. Een oplichter die geloofde in rechtvaardigheid. Een racist praatte over broederschap. Een anarchist begon over structuur.
En een ieder van deze minste had meer wijsheid dan de schriftgeleerden die dachten de wijsheid in pacht te hebben.

©SamRain
Religie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten