maandag 29 oktober 2012

Jaloezie, Jaloezie en Jaloezie


“Jaloerse mensen zijn te zielig voor woorden.”
                                                            - Sam Rain
Waarom gun je mij niets?
wat aan mij is zo verkeerd
Waarom gun je mij niets?
wat heb ik jou misdaan
Haat je mij omdat ik
dingen heb die jij verlangd
Haat je mij omdat ik
aanzien heb die jij verdiend
Wil je soms mijn charme
waardoor mensen mij mogen
Wil je soms mijn intellect
waardoor je slim lijkt
Vergelijk je jouw vrouw
met die van mij
Kijk je naar voor, dan naar rechts
en word je niet blij
Wil je soms mijn baan
meer geld voor minder doen
Wil je soms mijn inkomen
het geld dat ik krijg
Haat je mij omdat ik
een thuis heb
Haat je mij omdat ik
met iemand een huis heb
Had je liever soms ook
foto’s en brieven
Had je liever soms ook
telefoontjes en kaartjes
Wil je soms datgene
of had je liever dit
Zoek je soms hetgene
dan hetgeen je zocht?
Waarom gun je mij niets
waar deed ik jou onrecht?
Waarom gun je mij niets
waar gaf ik de aanleiding
Ben ik een slecht mens
volgens jou denken
Verdien ik dit dan
volgens jouw geweten
Ik zal jou eens vertellen
beste man, jaloers figuur
Ik ben een goed mens
en ik verdien dat niet
En dat is geen grootspraak
al klinkt het arrogant
Ik geef om mensen
en daarom heb ik alles.
©SamRain
Jaloezie

zondag 28 oktober 2012

Oeps - Van kunst naar kitsch


"Ontmoedigen is een strategie wanneer het gaat om veiligheid."
                                                                                                 — Sam Rain
Die arme directeur toch van de Kunsthal in Rotterdam. Schilderijen kwijt - van een geschatte waarde tussen de 50 en 100 miljoen euro. Met de nodige beveiliging en preventie moet ze toch zich gaan excuseren. Immers, je bent eindverantwoordelijk. Maar hoort de zwarte piet nou echt bij de bewindvoerder?
In de beveiliging draait het vooral om preventie en reactietijd — voorkomen is beter dan genezen en wanneer de belletjes afgaan, moet er gereageerd worden. Preventie gebeurd vaak via camerabewaking en detectieapparatuur die integraal werkt met het daaraan gebonden `Response'-team, die uiteraard reageert wanneer er redenen toe zijn.
Volgens vele veiligheidsdeskundigen is de Kunsthal op het gebied van preventie en reactie een ware nachtmerrie — maar dat valt te betwisten. Hoeverre kun je een gebouw beveiligen en tot hoe ver moet je gaan? Met name omdat de Kunsthal bestemd is voor een groot publiek en de objecten die tentoongesteld worden van grote waarde zijn is veiligheid een kwestie van moeten. Maar een museum inrichten als een bank uit een Amerikaanse Hollywood film spreekt ook tot de verbeelding.
Inbraak kan men hooguit ontmoedigen, tenzij men alle ingangen blokkeert. Zelfs met een ernstige regulatie van verkeer door deze doorgangen ontstaat er een risico. De Kunsthal heeft daarom van nature al een verhoogd risico omdat de toegankelijkheid is bedoeld voor massaal publiek. Het interieur dient dit publiek — het is een cruciaal onderdeel van de beleving.
Daarom zou geen enkele degelijke ontwerper of architect zich fixeren op de diversiteit van wandelgangen die kunstrovers kunnen gebruiken.
Volgens de deskundigen zou de Kunsthal een doolhofachtig interieur moeten hebben en was de reactietijd simpelweg te kon. Een beetje `hindsight' zoals de Amerikanen het zouden noemen. Hadden er dan gewapende beveiligers moeten staan? Of had het gebouw zich hermetisch moeten afsluiten bij het minste geringste zuchtje wind? Vraag deze deskundigen anders eens om advies hoe men het voor juweliers zou moeten regelen. Ik durf te wedden dat er dan evenveel gezwets zou komen — want ook een juwelier wordt alleen rendabel als deze mensen kan aantrekken.
Er had niet veel meer gedaan kunnen worden. Misschien hadden de doeken voorzien kunnen worden van een stalen lijst met `deathbolts' — schroeven die zich bij een verkeerde beweging zich vast bakenen in de betonnen muur. Of misschien RFID-chips, zodat de hulpdiensten de schilderijen kon volgen vanaf het Internet. Eventueel een verfbom — wat het doek meteen waardeloos zou maken. Een scherpschutter op het dak misschien. Maar zelfs deze middelen maken het nog steeds niet onmogelijk. Anders zou geen bank in Nederland zich meer druk hoeven te maken. Geen juwelier zou een slapeloze nacht hebben na een aflevering Opsporing Verzocht. Zelfs Hollywood die musea voorziet van lasers, hittecamera's en een arsenaal van beveiligingsbeambten die superalert zijn erkent dit. Behalve beveiligingsdeskundigen uit Nederland. Die hebben hun antwoord al klaar.
Men onderschat de creativiteit van een dief. Of niemand durft toe te geven dat alle veiligheidsmaatregelen niet gewerkt hebben - het luchtkasteel wat ze hadden beloofd wordt immers niet waargemaakt. Ik wed op het laatste.
©SamRain
Kunst

zaterdag 27 oktober 2012

Willem is terug in de maatschappij


 "Wat er gezegd wordt is niet altijd wat we graag willen horen."
                                                                                                  — Sam Rain
Willem Holleeder, het meest beruchte boefje van Nederland. Voormalig Heineken-ontvoerder en een vriendenkring die je liever niet tegenkomt. Zat een aardige straf uit en wordt voor een leuk bedrag geplukt van 18,5 miljoen euro. Volgens speculanten het brein achter diverse liquidaties en afpersingen. Favoriet onderwerp van Peter en John. En totdat deze enge man op College Tour verscheen, was `de Neus' bijna het monster uit elk sprookje.
De wereld leek bijna te ontploffen toen men het nieuws vernam dat deze levensgevaarlijke crimineel een column zou krijgen in de Nieuwe Revu. Abonnees vonden dat ze massaal moesten opzeggen als een soort protest, andere bladen vonden het een perverse streek en azijnzuur Nederland kon het natuurlijk niet rijmen met het polderimago. Had hij iets anders moeten doen? Zoals de Quote 500 openslaan en op zoek naar een nieuwe Alfred? Zijn oude vrienden opzoeken en verder gaan met stoute zaakjes? We zouden niet verbaasd zijn. Maar we waren het wel.
Willem kreeg werk. Een betaalde baan. Zo eentje waarover je kunt opscheppen in het café. Als Willem Holleeder een baantje had als slager, dat had gekund. Of als glazenwasser. Putjesschepper. Maar een leuk baantje? Dat voelt als een beloning voor slecht gedrag natuurlijk. Maar het feit blijft dat Willem een merk is geworden. Het merk voor stout. Het merk voor crime. En reclame verkoopt — en dat ziet de Nieuwe Revu ook.
De ophef is eigenlijk vreemd — volgens Holleeder zelf, heeft hij een scala van aanbod gehad. Hij had dus meerdere opties die in zijn schoot zijn geworpen. Interviews, reclames en vast nog meer mogelijkheden. Binnen- en buitenland. Als de nukken van Barbie de kranten haalt, dan heeft Willem nog altijd meer streepjes voor. Maar het vreemde aan de ophef is dat men zo snel mogelijk deze man monddood wil maken — voor iets als een column of een TV interview. Terwijl 50 cent overal welkom is en voor Snoop Dogg de rode loper wordt uitgerold.
College Tour is een smaakvol programma — bedoelt voor studenten en voor het publiek dat niet deel uitmaakt van de doelgroep voor 'Oh Oh Europa'. De redactie nodigt, net als iedereen trouwens, Willem Holleeder uit voor een interview. En hij zegt ja. Omdat hij op vragen antwoord wilt geven en met name op de beweegredenen uit de eerste hand waarom hij zijn daden heeft begaan. Je zou denken dat de strafpleiters van morgen zouden smullen van persoonlijke omstandigheden en drijfveren. Maar in plaats daarvan hoopte men op bekentenissen of een spijtbetuiging. Geen interview maar een persconferentie van het niveau dat thuishoort op Family 7.
Op dat gebied is zeiken echt iets Hollands. Stel je voor dat iemand een podium neemt. En dan? De hele politiek doet het. Iedere BN'er doet het. Het nieuws draait erop. En dan vooral niet inhoudelijk, maar als een aantal opiniemakers iets niet bevalt dan is het niets. Maar het allerergste is dat politieke figuren, vermeende journalisten en tv-diva's hetgeen propaganderen wat ze met hand en tand zouden moeten verdedigen: iedere vorm van censuur tegen journalistieke vrijheid. Dat smaakt te betwisten valt is één, maar preventief en inhoudelijk een programma in de kiem te smoren is onacceptabel.
Het enige verschil tussen Willem Holleeder en andere ex-gedetineerden is zijn bekendheid. Dat betekent niet dat hij daarom geen recht heeft op een nieuwe kans — zijn straf heeft hij aan de maatschappij afbetaald. Achter elke dader zit ook nog steeds een mens.
©SamRain
Holleeder

vrijdag 26 oktober 2012

Fleur verzint een hersenspoelkamp


"De beste motivatie om te veranderen is wanneer men het zelf wilt."
                                                                                                 - Dr. Phil
Fleur Agema. Politica. Van de PVV, en voormalig LPF. Dat zegt al een hoop over de denkbeelden van een mens. Rechts. Liberaal. Stiekem de rechterwijsvinger van Geert. Daar is niets mis mee - totdat je haar scriptie leest. De meest verschrikkelijke 366 pagina's over wat zij ziet als de oplossing van het gevangeniswezen. Een heropvoedingskamp.
Volgens sommigen is het Fleur gelukt om te ontwerpen waar het Openbaar Ministerie gefaald heeft. Een maatschappij binnen een maatschappij, waarin gevangenen gebroken worden om vervolgens opnieuw opgevoed te worden tot een productief lid van de maatschappij. Hersenspoelen dus. Onder het motto - wat niet aan gevangenen besteed wordt, kan dan mooi naar de ouderenzorg. Daar word je populair van. Vooral in economische crisis.
De fantasie ligt in de oplossing. Een gebouw dat de menselijke psyche gaat verlichten van een duister kwaad wezen naar een herboren engeltje. Het propaganda apparaat word met liefde gedragen door de staatssecretaris van Veiligheid en de gladde vormgeving maakt het een lust voor het oog. Maar het blijft fantasie. Garandeert een verslavingskliniek een ex-verslaafde? Garandeert een ziekenhuis gezondheid? Een gebouw levert alleen de middelen, maar de motivatie om gezond te worden ligt in ieder mens zelf. Veranderen moet een keuze zijn - een verplichting is slechts een luchtspiegeling.
Voor een liberale geest is het ontwerp gericht op collectiviteit. Niets individu, maar een marktcomform Übermensch is de doelstelling. Nee, Fleur is geen Nazi. Maar dit soort mooie verhalen geven wel de jaren '40 rillingen over mijn rug. Mensen breken omdat de resultaten je niet bevallen, in plaats van te werken aan de beweegredenen. Lekker hard straffen. Werkt dat volgens Fleur ook met kinderen? Eerst breken door ze op te sluiten in een donkere kamer met een kiertje licht en als ze aan de hand daarvan zich beter gedragen, naar meer privileges?
Oh nee, want iedere gevangene is volgens Fleur a) volwassen b) een harde crimineel. En bij volwassen, geharde criminelen hoeft dat allemaal niet zo soft. Daar hoeft men niet tolerant voor te zijn. Die zijn zo van nature geboren en het is aan de maatschappij om ze te heropvoeden. Hoe zou Fleur dit toepassen op kindsoldaten? Ook eerst breken om ze minder gewelddadig te maken?
Vast heel handig opgekropte woede gebruiken als middel. Werkt altijd fantastisch. Zoals in winkelcentra, bioscopen en scholen waar iemand ineens al zijn schroefjes kwijtraakt vanwege de haat tegen de maatschappij en vervolgens iedereen lukraak overhoop schiet. Slim plan, Fleur. Vast veel onderzoek gedaan naar psychopathologie en sociale problematiek tijdens een studie om architect te worden.
Vrijheidsberoving is een grotere straf dan men kan of wilt voorstellen. Humaan iemand opsluiten voelt voor veel mensen te positief. De straf moet een 'straf' zijn en zo door hen gevoeld worden. En er zijn vast veel mensen die daar mee eens zijn - maar vraag jezelf eens af (of probeer het eens), hoe het zou zijn als iemand je twee jaar opsluit in een ruimte van 4 bij 6, bepaald met wie jij mag praten van de buitenwereld en je 1 uur per dag naar een ruimte binnen de muren plaatst zodat je de frisse buitenlucht kan ervaren?
©SamRain
Heropvoeden

woensdag 17 oktober 2012

Blik op de straat


“Wie overleeft, overleeft.”
                                    - Sam Rain
De straat krioelt van de mensen; als een horde mieren lijken ze te bewegen. Chaotisch op het eerste gezicht, maar een ieder met het doel te verzamelen. De één gaat naar de Super, een ander naar de belwinkel. Er lopen ongeveer vier blanke mensen tussen de honderden. In een stad in Nederland.
De Surinaamse vrouw schreeuwt naar de overkant – haar zus moet opschieten. De drie gehoofddoekte vrouwen roddelen een eind weg in het Turks, terwijl de Somaliër stiekem een krantje ‘wisselt’ voor het geldkantoor. Een kale hindoestaanse man loopt bijna suïcidaal voor de tram, druk kakelend over de mobiele telefoon – om te stoppen voor de opgevoerde scooter met twee Antillianen ‘op missie’.
De mannen uit Ghana dragen hun groene en rode colbertjes boven een zwarte pantalon met hun bruine kwastjesschoenen. Ze discussiëren en begroeten de islamitische man, die waarschijnlijk afghaans is; hij wandelt er iedere dag en stopt voor de speelgoedwinkeletalage. Er staan vliegers achter.
Twee Turkse meisjes babbelen een eind weg – worden nagekeken door een paar Armenen. Ze reageren niet op ze, waarop de jongens beginnen te schelden. ‘Hoer’, ‘slet’ en ‘ezel’ – alleen het laatste in Arabisch. Ze negeren het hindoestaanse meisje die voor de duizendste keer naar de winkel moet – er is ‘katha’ vandaag.
Een civic rijdt met harde muziek de straat in en zet de golf aan tot een race naar het laatste plekje. De golf wint – maar de civic zet zichzelf neer op de stoep – tot grote irritatie van de Surinaamse vrouw op haar scootmobiel. De Chinese man en vrouw geven geen gezichtsuitdrukking, maar hun dorre blik spreekt boekdelen.
Een junk wandelt het straatje in en de Marokkaanse jongen van 12 zet z’n fiets neer. Even later kijk hij blij naar de twee tientjes in zijn hand en de junk lijkt te zijn verdwenen. Totdat de geur van een aangestoken plof zijn locatie prijsgeeft. Niemand die ervoor stopt.
De Nederlandse man is nors – hij vindt het maar niets de nieuwe supermarkt. Niet omdat het van Turkse mensen zijn, maar omdat het weer wennen wordt. Hij irriteert zich wel aan een Nederlandse jongen – die uiteraard hem weer vraagt om een euro. Doet-ie niet.
De tram stopt en de pubers stormen eruit. Ze komen van school; tenminste, een gebouw dat de naam draagt. Zij maken er de dienst uit. Ze kijken naar hun telefoontjes en scheppen op over hun ‘heldendaden’. Twee meisjes gaan ineens ‘los’ – niks haren trekken, maar knokken.
De politiewagen rijdt de straat in en stopt voor het café. Maar dan verander de straat ineens. Mensen nemen afstand en de Turkse en Marokkaanse groepen duiken op als roedels hyena’s. Ze schelden de ‘popos’ uit, en even later gooien ze stenen. De agenten kiezen eieren voor hun geld en onder een luid gejoel verlaten ze de straat. Eén van de mannen schuift bijna onopgemerkt zijn pistool weer in z’n broek. Hij haat blauw.
Tja, een herinnering van 15 jaar geleden.
©SamRain
Straat

dinsdag 16 oktober 2012

Ik kan je niet loslaten, niet zomaar


“Iedereen heeft een verhaal.”
                                    - Sam Rain
Hoewel ik de ‘nodige’ klappen kreeg in m’n jeugd, was m’n broer die het echt moest afzien. Hij was de eerste, maar zeker niet de meest gewenste – mijn ouders waren niet getrouwd toen hij zijn entree deed, en werd door mijn grootouders daarom gezien als een ‘bastaard’. Hij was een bewijs van zonde. Nogal een ‘big thing’ – vooral als je vader ‘pandit in opleiding is’.
Hij kon dan ook niets goeds doen in mijn vaders ogen – alles en dan ook alles was verkeerd. Mijn vader deed gruwelijke dingen met hem. Zogenaamd straf. Omdat hij een mening had. Of omdat hij ‘negervriendjes’ had. Vanwege de Engelse liedjes. Maar vooral omdat hij het mikpunt was van mijn vaders falen.
Zo werd hij vaak opgesloten in de schuur en afgeronseld. Ik kon hem nog horen huilen, terwijl mijn zus m’n oren bedekte in de slaapkamer. Dan wandelde m’n vader zijn kamer binnen, uit het niets – en scheurde zijn posters van de muur, trok zijn cassettebandjes aan gort om hem vervolgens in de tuin te laten staan voor het raam. Zodat hij kon kijken hoe de rest van ons ging eten.
Onderweg naar Leeuwarden, stopte m’n vader de auto omdat mijn broer hem ‘corrigeerde’ over het nieuws. Hij liet hem naast de auto rennen. Respect leren of zoiets. Om zeker te zijn dat hij het geleerd had, plakte hij thuis isolatietape op z’n mond om het er vervolgens af te trekken. En zo zou ik nog uren erover kunnen schrijven.
Ik zag hem vaak staren naar de messen in de lades. Ik herkende de blik toen nog niet, maar is wist ergens waar deze voor stond. Dat punt. Het punt. Wanneer je denkt dat je niet meer kunt hebben, dat je haat bijna overheerst. Dat je denkt, hetgeen denkt wat je niet van een kind zou verwachten. “Ik maak je dood, vuile klootzak!”
Maar hij deed het niet. En ik weet waarom. Omdat we verschillen. Hij was geestelijk verlamd. Waar ik vecht, daar vlucht hij. En ik snap het. Want vergeleken met mij is hij zachtaardig. Al lijkt dat niet zo. Al denkt men dat niet. Ik weet wat er beschadigd is. En het is veel schade.
Tussen ons klikt het vaak niet. Want alles waar hij bang voor was, deed ik. Ik kon niet alleen m’n vaders woede incasseren, ik deed geen stap zo maar opzij. Al kreeg ik gruwelijke straf. Ik was het lievelingetje van m’n grootouders, het wonderkind. Maar ik was ook degene die allerlei soorten vriendjes mocht, die en public rookte en als eerste in mijn familie tattoos had. Carrière maakte. Serieus genomen werd. Die niet z’n leven verspilde. Jaloezie dus.
Na de dood van mijn ouders, werd mijn broer een alcoholist. Van gezellige kroegjongen werd hij steeds meer een ‘thuisdrinker’. Hij kon het niet meer. Dat punt. Het punt. Wanneer je denkt dat je de oorzaak bent van alle ellende in de wereld. Wanneer je spijt hebt en niets meer goed kan maken. Zo verloor mijn broer langzaam maar zeker de realiteit uit het oog.
Ik kan hem nu verdragen. Want ik was altijd boos op hem. Dat hij niets deed. Dat hij zich zo liet verlagen. En heel vaak praten de mensen om mij heen over mijn broer, over zijn rare dingen. Dat ik hem los moet laten. En daarom vertel ik nu een beetje over zijn verhaal; zodat men weet waarom ik hem niet zo makkelijk kan laten gaan. Want op dat gebied, heb ik soms een veel te groot hart. Omdat hij het nodig heeft, dat iemand van hem houdt. Onvoorwaardelijk.
©SamRain
Loslaten

maandag 15 oktober 2012

Oude Fabels, Oude Wijn


“Dieren zijn geweldige symbolen.”
                                                - Sam Rain
De aap beet zijn tanden stuk
toen zijn ballen vastzaten
tussen de takken van de Banyan
De stier was de leeuw schuldig
maar de laatste voelde ware schuld
nadat hij zijn vriend had verorberd
Welke uil liet zich kisten
nadat ze het kraaiennest hadden uitgemoord?
Welke uil liet zich kisten
nadat ze hun doel hadden bereikt?
De kameel was eerbiedig, toch dom
en veranderde in een maaltijd
dankzij de luipaard en de hyena
Welke vlo beet de koning
ondanks de vele waarschuwingen?
Welke vlo sprong wijselijk weg
en de mijt verstomd liet staan?
Waarom was de schildpad bedroefd
met de beste vrienden in de wereld
en genoeg vis in de rivier?
De sterke leeuw liet zich bedwingen
door de listen van de hyena’s
en zijn geloof van zijn ogen
Hoe wijs was de reiger
in tijden van hongersnood?
Wat deed de slang
met het bewaarde goud?
De buffel was dom
maar overleefde de aanval
hij was standvastig
De aap rende weg
in angst voor de slang
die overigens blind was
De mokkende ezel
liep door en door
totdat hij doodviel
De pauw voelde zich beklemd,
wanneer hij de vele ogen zag
in een plas water
Wie denkt de adelaar
wel dat hij is?
Waarom is de olifant
zo arrogant?
Vertel ons fabelen,
zodat we begrijpen
hoe de werkelijkheid is.
©SamRain
Fabels

zondag 14 oktober 2012

Mijn donkere kant


“Ieder mens heeft zijn goede en kwade kant.”
                                                            - Sam Rain
Niemand die me ziet,
ik ben beschermd;
ik ben veilig;
Niemand die wat durft,
ik ben dapper;
ik heb macht;
Niemand die wat doet,
ik ben sterk;
ik ben kracht;
Wie oh wie nadert,
valt in zijn kuil;
wordt door hem verscheurd;
Wie oh wie dichtbij komt,
verslindt hij levend;
bijt hij kapot;
Ze noemen hem eng,
willen hem muilkorven;
willen hem aanlijnen;
Ze zijn bang voor hem,
willen hem ontlopen;
willen zich verstoppen
Iedereen is bang voor hem
Iedereen heeft angst door hem
Niemand die het weet,
ik ben onzichtbaar;
ik ben onpeilbaar;
Niemand die wat hoort,
ik ben verscholen;
ik heb camouflage;
Niemand die wat ruikt,
ik ben het vuur;
ik ben de draak;
Wie oh wie nadert,
vind hier zijn eind;
wordt door hem verteert;
Wie oh wie spreekt,
zegt zijn laatste woord;
zegt vaarwel voor eeuwig;
Ze noemen hem duivels,
willen hem uitwerpen;
willen hem verjagen;
Ze noemen hem gevaarlijk,
willen hem doden;
willen hem vernietigen;
Ik ben niet bang voor hem
Ik heb geen angst voor hem.

©SamRain
Dark side

zaterdag 13 oktober 2012

Fundamentalisme, Overtuiging en Radicalen


“Wees radicaal in niet radicaal zijn.”
                                                - Sam Rain
Sommige dingen zijn onbetwistbaar. Dat dingen naar beneden vallen bijvoorbeeld. Sommige dingen zijn relatief – smaak bijvoorbeeld. Veel dingen zijn betwistbaar. Zoals meningen en overtuigingen. Alleen bij het laatste is er altijd een probleem – persoonlijke ervaring bepalen de ‘waarheid’.
God is zoiets. Voor de één is het woord God onbetwistbaar; het is een ‘iemand’, waardoor voor een ander het verplicht wordt om te verschillen van mening die God een ‘iets’ vindt. Beide echter hebben gelijk in hun wereldbeeld. Het probleem is alleen dat ze geen van beiden dit beoordelen op feiten – al zweren ze van wel.
Lifestyle is zoiets. Voor een deel is de wereld van status in geld, de andere delen denken in hoeveelheid koeien en sommigen in verzamelde pinda’s. De normen bepalen de pikorde. Maar is de naam waarheid? De norm is de norm en dus cultuurgebonden. Toch wilt men de ‘eigen’ norm hoger waarderen dan de andere.
Religie is zoiets. Politiek is zoiets. Vriendschap is zoiets. Beschaving is zoiets. Wetenschap is zoiets.
Religie, omdat het een kwestie van geloof is.
Politiek, omdat het gaat om wat de maatschappij wil.
Vriendschap, omdat het een persoonlijke waardering is.
Wetenschap, omdat het altijd ontdekken is.
Beschaving, omdat het ethiek is.
Alles op een paar dingen na, is betwistbaar.
Radicalen zijn de mensen die, fundamentalistisch, overtuigd zijn dat hun kennis onbetwistbaar is. Daarom is de wereld ‘fout’ en is er maar 1 weg – die van hen. Echte radicalen vinden andere radicalen niet radicaal genoeg.
Maar het meest irritante van radicalen vind ik nog altijd hun excuses, smoesjes en uitwegen.
Christen radicalen – ‘mag ik gaarne uw auto, al uw geld en bezittingen? Ik lees hier een ‘passage’ over dat u hoort te geven wat van u gevraagd wordt, van de Heer hemzelf.’ Standaard antwoord: ‘God heeft ons ook verstand gegeven bla bla.’ Tja, en zoverre de ‘echte’ discipel van de Heer.
Islam fundamentalisten – ‘Aangezien Allah alles heeft gemaakt, inclusief uw vijanden waarom dreigt men met de dood? Want vermoord u dan niet Allah’s schepselen?’ Standaard antwoord: ‘Allah wilt dat we ze overwinnen bla bla.’ Tja, zoverre de verering van Die Alles Heeft Gemaakt.
Eco hooligans – ‘Is zo’n motorboot niet erg milieuonvriendelijk? En waarom dragen jullie kleding? Dat is toch niet natuurlijk?’ Standaard antwoord: ‘De schade die wij aanbrengen is veel geringer dan die grote schepen.’ Tuurlijk. Motorolie groeit aan bomen.
Wie radicaal is, is een idioot. Want wie wil dat men zijn of haar ideeën respecteert, zal anderen moeten respecteren. En vooral beseffen dat wat ze denken eenmaal betwistbaar is. Anders waren er geen radicalen.

vrijdag 12 oktober 2012

Een Slachtoffer van Zinloos Geweld


“Geweld, in welke vorm dan ook, mag nooit acceptabel zijn.”
                                                                                    - Sam Rain
Geweld. Iedere dag wordt het gebruikt. Ook in Nederland. Het is alsof we van mensen veranderen in Neanderthalers. Geweld in het verkeer. Geweld tegen ambulance medewerkers. Geweld door hooligans. Geweld door politie. Zet je TV aan, en je ziet, jawel – geweld.
Mensen hebben geen klauwen. Mensen hebben geen grote hoektanden. Mensen hebben geen giftige angel. Maar de mens is het dodelijkste organisme op aarde. En al te graag verwijten we het de natuur. Of God. Of politiek. Maar de waarheid is omdat we het toelaten.
Het begint met normen en waarden. Voor jezelf kunnen opkomen en jezelf kunnen verdedigen zijn nobele waarden. Een ander als bruut kapot slaan of doden niet. Achteraf wilt iedereen in een stille tocht meelopen. Maar dat is achteraf. Wat gebeurd er vooraf? Wat gebeurd er tijdens?
Een kind die wordt doodgereden. Een jongen die doodgeslagen wordt. Een meisje die wordt doodgestoken. Een homo die in elkaar wordt geramd. De bejaarde die wordt beroofd en voor dood achtergelaten. De buschauffeur die niet meer naar werk durft. Het meisje dat thuis blijft uit angst. En er zijn meer. Zoveel meer. En we laten het toe.
‘Lieve politiek, doe es wat’ vragen we. ‘Help, politie’ vellen we, die met z’n viertjes in de auto blijven. Pas tot de uitnodiging komt voor een wake of een stille tocht, dan komen we in actie. Maar daarvoor is het stil.
Als kind werd ik mishandeld. Iedereen zag het. Mensen wisten het; leraren, buren, ooms, tantes. Niemand deed wat. Achteraf vindt men het ‘rot’ voor me. Tja, daar heb ik niets aan. Er zijn genoeg kinderen die hier nog doorheen gaan. Iedere dag.
Als puber werk ik gediscrimineerd, opgewacht door skinheads en ‘nationalisten’. Iedereen zag het, maar niemand deed wat. Ik ontwikkelde haat tegen alles wat ‘blank’ was en werd gewelddadig. Nu sloeg ik. Nu wachtte ik op ze. Ook toen deed niemand wat.
Als adolescent had ik meerdere keren gevochten en kreeg er zelfs een ‘kick’ van. Alleen nu wist ik hoe een vuurwapen werkte en erger – hoe ik eraan kon komen. Iedereen wist het. Niemand deed wat. En je zou het niet verwachten; ik werd er zelfs populairder mee. Stoer enzo.
Vanwege een hoop ‘turning points’ in mijn leven ben ik geweldloos geworden. Een afkeer tegen geweld. Maar ik zie nog wel de realiteit. En ze is bitter. Ik zie probleemjongeren. Ik zie de jeugdbendes. Ik zie het moreel kompas naar het westen wijzen. Ik zie de berichten in de krant. En het maakt me boos.
Ik wil er wat aan doen. Al is het een begin. Al is het een druppel op een gloeiende plaat. Niet meer een stille tocht – die worden al gedaan. Ik wil de mensen confronteren en ze veranderen. Ik wil dat men beseft dat geweld nooit acceptabel is. Maar vooral dat mensen, in een Westers land, daar niet eens aan mogen denken. Laat staan toelaten. Het stopt. No more.
©SamRain
Zinloos Geweld

donderdag 11 oktober 2012

De Innerlijke Vrede


“Zoek niet buiten naar de oplossing, als het probleem binnen zit.”
                                                                                                - Sam Rain
Innerlijke vrede wordt vaak verward met tevreden zijn. De ‘shanti’ is neutraal, een lege volheid, een staat van zijn. Door de drukte in het leven, zijn we zelden bewust van de oorlogen van de geest; net als bij de reclames voor hulporganisatie zappen we weg bij confrontatie, of rechtvaardigen we het met één of ander argument, zodat we er afstand van kunnen doen. Geestelijke oorlogen zijn echter sluimerend.
Vraag je weleens af waarom het leven zo zwaar is? Of dat het beter kan zijn als dit of dat? Waarom mensen soms nare wezens zijn? Dit zijn Scud-raketten van je innerlijke oorlogen. Je bent niet alleen. Iedereen heeft ze. Je leeft, je ervaart, dus leer je. Alleen is niet alle ‘lesstof’ even praktisch – of erger: schadelijk. Innerlijke vrede gaat niet om ‘verlichting’, noch om inzicht. Het is de rust tussen de geestelijke oorlogen – het moment van nul.
Het klinkt heel zweverig of onpraktisch, maar het is eigenlijk heel logisch. Geestelijke ‘onrust’ creëert stress. Stress, op de lange termijn, levert rare bijwerkingen op. Door geestelijke processen op nul te zetten kan je lichaam herstellen. Je doet niet door niets te doen, alleen bewust. Net als alle vaardigheden kost het de eerste tijd moeite om het eigen te maken.
Innerlijke vrede is stilte – en hoewel dat raar klinkt, is de ‘rustmodus’ natuurlijk. Mensen krijgen vandaag de dag veel meer informatie te verwerken dan ooit tevoren. We blijven langer actief, we doen meer en vaker. Daarom is stil zijn iets ‘raars’ geworden. Maar juist in stilte ontwikkel je meer.
Slapen is ook en vorm van stilte – echter gaat het hele systeem ‘offline’. De innerlijke vrede is als het slapen van een dolfijn; wakker slapend. Maar het draait ook om energie. Energie die de kans krijgt om te verzamelen, energie die efficiënter gebruikt kan worden. Innerlijke vrede is bewust worden van je mentale energie.
De pracht van innerlijke vrede is in de eenvoud ervan: niets. Je kan het ieder moment oproepen of er je dag in doorbrengen. Mits je blijft oefenen. Wie innerlijke vrede heeft is minder snel geneigd om in de stress te schieten, kan omgaan met moeilijke mensen in moeilijke situaties.
Innerlijke vrede werkt op de langere termijn wanneer de oorlogen binnen jezelf ophouden. Waarom is er die oorlog? Waar komt die onzekerheid vandaan? Waarom wordt je geagiteerd door die ene persoon? Vaak is het antwoord pijn of angst. En je geestelijke wapens zijn raketten van ethische waarden, rechtvaardiging of zelfkastijding. Wanneer je een situatie herkent, druk je op ‘bommen los’.
Daarom werkt innerlijke vrede neutraal – het stopt de oorlog, maar niet de ‘strijders’. Echter kun je met innerlijke vrede op zoek naar de oorzaak; waarom had je innerlijke vrede nodig op dat moment? Zo breng je de politiek van je geest in kaart, pas je de wetten aan en het oorlogsbeleid.
Mediteer en zoek de innerlijke vrede. Je kunt niets verliezen – en overwin je eerste geestelijke strijd van proberen!
©SamRain
Innerlijke vrede

woensdag 10 oktober 2012

Doorsnee agenda voor niet-doorsnee mensen


“Organiseren is een kwestie van plannen.”
                                                            - Sam Rain
Agenda’s waren zelden echt nuttig voor me – ik ben meer een persoon die rebels is tegen structuur. Maar zoals tijden veranderen, verander ik ook. Agenda’s zijn nuttig. Vooral omdat ze niet meer draaien om verjaardagen en ‘afspraken’ – maar voor mijn ‘to-do’. Afvinken zeg maar.
‘Practice what you preach’ is een bekend gezegde. Efficiëntie, maar vooral taakgeoriënteerd denken. Doen, doen en doen. Dat is wat men bedoelt met ‘focus’ – de knop van discipline indrukken. Prioriteiten stellen. En het kan, met een agenda.
Structuur is belangrijk, maar ik blijf een flexibel mens – ik vertik het om ‘every waking hour’ vol te proppen; zes uur harde focustijd, vier uur leefonderhoud (eten, bewegen, tralala) twee uur van-A-naar-B-tijd en drie uurtjes relax, chill en thuistijd. Nu alleen eraan houden.
Als workaholic leverde ik aardig wat uurtjes in – van A naar B werd multitasken: conference call, die 10 belangrijke mailtjes, dat ene rapport even skimmen tot een kort consult on-the-fly. Tien uur non-stop werken zonder pauze, een nacht zonder slaap of in de avond en weekenden achter het toetsenbord. Werken geeft me een voldoening. Echt waar.
Relaxen deed ik, echt waar, vaak door te ‘gamen’. Nee, ik ben niet zo’n 30+ loser die van mensen afknallen houdt met Call of Duty – maar meer een mellow held die even de boze monsters verslaat, zoals met Legend of Zelda. Dan had ik familiefeestjes (lees: zuipfestijnen) óf keek ik series samen met m’n vriendin. Sporten? Nein. Nada.
Het afgelopen jaar ben ik veel meer gaan leren over mezelf. De rust vinden – en gevonden – door meditatie. Meer gaan lezen, nou ja, eigenlijk weer gaan lezen. Een paar grote en veel kleine veranderingen. Zoals afkicken van koffie. Echt waar, ik drink al enige tijd thee.
Terug naar structuur. De agenda is nuttig. Nuttig voor mij. Een plan per dag. Maar ik wil meer. Ik wil doelen stellen. Ik wil ze voor korte en lange termijn kunnen plannen. Een paar noodzakelijke ‘monthly events’, zoals de mensen bellen die belangrijk zijn. Heel wat minder verjaardagen. Vaste weekendjes weg. Alleen nu nog toe passen.
Tweeënvijftig weken. Driehonderdvijfenzestig dagen. Minimaal een paar weken vakantie. En dan ook echt op vakantie. Niksen. Resetten. Drie dingen die ik ieder jaar wil volbrengen. Mijn verjaardag eens vieren, maar niet als feestje. Minder ‘sociale’ verplichtingen. Meer thuis.
Vijf werkdagen. En niet meer. Om 6 uur aan tafel. Voor 12 uur in dromenland. Gewoon Zen onderweg naar werk. En Zen terug. Geen mailtjes om half 10. Geen mailtjes om half zeven in de ochtend. Ik weet dat het kan.
Er is echter een probleem. Ik ben ambitieus. Ik ben gedreven. En die twee gaan moeilijk samen met het goede leven. Een dilemma. Hoe vind een mens de juiste balans? Er is maar 1 optie – gewoon proberen. Gewoon doen.
Het lijkt de makkelijke weg, mits je natuurlijk altijd, een leven lang, afgezet hebt om doorsnee te zijn. Maar met een agenda is er hoop. Een agenda maakt georganiseerd.
©SamRain
Agenda

dinsdag 9 oktober 2012

De Verlangens van Mijn Ziel


“Alles wat je nodig hebt is niets.”
                                                - Sam Rain
Astronaut. Piloot. Kapitein. Typische jongensdromen. Avontuur, dat was mijn roeping – op zoek naar nieuwe dingen, toen al. Uiteraard was ik er nooit van bewust; als je nog zo jong bent, dan luister je gewoon naar je ziel. Dat is de ware, pure vorm van jeugd.
Niet lang daarna ontdekte ik door anderen mijn vele talenten: tekenen, rekenen, puzzelen, snel lezen, mijn bizarre geheugen, sport en bovenal mijn wilskracht. Alles wat een avonturier zou sieren. Maar als een rozenzaadje tussen brandnetels, werd mijn puurheid verstikt. Ik moest praktische zaken leren, zodat ik geld zou verdienen. Ik moest geld als ideaal hebben, geld als ambitie – en vooral omdat ik het ene talent heb dat anderen begeren. Wat ik wil, dat krijg ik.
Tot vijf seconden geleden was ik in de waan dat mijn familie de Hindoe goden vereerden. Waarschijnlijk zullen zij de rest van hun leven in deze ontkenning blijven. Zij geloven in geld. Geld is hun God. Alleen weet ik de waarheid. Geld is geen God. Geld is maar een middel. Geld is maar een onderdeel van een systeem. Geld is de som van waardepunten qua bezit. En niet mijn God.
Graag willen mensen vertellen dat geld nodig is. Dat klopt, als je iets nodig hebt van andere mensen – of anderen van jou. Het enige wat moet is ademen; en hetgeen dat zorgt voor het ademen. Eva had vast geen AH in de buurt, hoewel ze vast op het idee kwam. Echter zonder klanten was er geen nood voor geld. Geld was dus ook niet haar God.
Ik heb inmiddels genoeg avonturen gezien. Net zoals alle andere avonturiers zou ik mooie verhalen kunnen vertellen, die anderen zouden inspireren. Ze kunnen door anderen geromantiseerd worden. Maar ik weet beter. Ik weet dat de reis naar de Maan een kwestie is van jaren afzien in fysieke training. Dat een verkeerde beweging voor een piloot het einde kan betekenen. Hoe ongenadig de zee is voor men opgelucht wordt van ‘Land in zicht’, maar pas blij wordt wanneer men de branding voorbij is.
Mijn ziel hunkert niet meer naar avontuur. Ze hunkert wel naar grootsheid. Ze hunkert naar dienstbaarheid. Ze wilt in nederigheid behoren tot de Orde van Verlichting. Nee, niet een geheim groepje mensen met bizarre ideeën. Ik heb het over mensen die dienst doen voor de mensheid. Mijn ziel is al perfect door mijn menselijke imperfectie – voor zichzelf hoeft mijn ziel niet te zorgen.
Kracht. Moed. Wijsheid. Kracht is niet de grote van je biceps, maar de hoop en de wil om door te gaan, al zit alles tegen. Moed is niet zonder angst je het gevaar in te storten, maar juist in volle angst hetgeen doen wat juist is. En wijsheid is geen titel of wereldkennis – maar het inzicht in jezelf tot diep in het binnenste.
Al deze drie bezit ik. En door alle avonturen weet ik dat. Dat ze door stormen, aardbevingen en tornado’s gelouterd zijn als ware talenten. Zij zijn de Trimunti. Zij zijn de kracht van Drie. En mijn ziel hunkert er naar om deze openbaar te maken. Mijn ziel verlangt niet naar verlossing; zij is al, die was al en hij moet enkel nog doen wat ze als vonk moet doen: anderen verlichten.
©SamRain
Ziel

zondag 7 oktober 2012

Ditjes en Datjes


“Wie te veel denkt krijgt niets gedaan.”
                                                - Sam Rain
Ik wil dit, ik wil dat,
Ik heb graag dit en dat;
Had ik dit, had ik dat,
Ik had graag dit en dat;
Gebeurde maar dit of dat,
Kreeg ik maar dit of dat;
Dit is gebeurd, dat is gebeurd,
Toen dat gebeurde, kreeg ik dit;
Ik zoek dat, maar vond dit,
Ik wilde liever dat dan dit;
Had ik maar dit gekregen,
dan was dat niet gebeurd;
Als dit of dat geweest was,
dan kreeg ik liever dit dan dat;
Als dat niet gebeurd was,
dan had ik dit gekregen;
Maar dat is maar dat,
en dit is wat dit is;
Dit is niet beter dan dat,
omdat dit eenmaal dit is;
Wie dat begrepen heeft,
heeft vrede met dit;
Want wie beseft dat dit,
bereikt kan worden met dat;
Waarom denken aan dat,
als dit ter zake komt;
Wie denkt aan dit,
wanneer dat het onderwerp is;
Dit is het, dat is het,
dat is belangrijk en dit ook;
Wie begrijpt dat dit het is,
begrijpt ook dat dit dat is;
Daarom is dit niet relevant,
en daarom is dat hetzelfde;
Waarom is dat belangrijk,
als dit het niet is?
Wie dat heeft gezien,
heeft vast dit gehoord;
Wie dit wilde voelen,
heeft ooit dat geproefd;
Hoeveel is dit en hoeveel
is eigenlijk dat?
Wanneer is dit en hoe laat
is eigenlijk dat?
Dit of dat, dat en dit,
zijn alleen maar geneuzel;
Want praten over dit en dat,
is praten over ditjes en datjes.
©SamRain
Ditjes en Datjes

zaterdag 6 oktober 2012

Jullie probleem is niet mijn probleem


“Wie geeft, die krijgt. Wie veel krijgt, geeft.”
                                                            - Sam Rain
De goede reiziger
ging op pad naar West;
hoe verblijd was hij,
huis en haard verlatend.
De last van zijn schouders
vielen van hem af;
als een berg waren ze,
rustend als loden steen.
Geen spijt had de reiziger
van de tranen en gehuil;
want jaren twijfelen deed hij wel,
maar opeens opende zijn ogen.
De last van links riep
‘samen horen we te zijn’
terwijl de last van rechts
slechts zuchtte en jammerde.
Maar de goede reiziger
was al jaren vermoeid;
Hij liep met de last door,
had soms even pauze.
Toen hij even zat
kwam een spreeuw;
die neerdaalde en keek,
tjilpte, fladderde en sprak
‘Reiziger, waarom draag jij die last?
weet jij niet dat ze zwaar is?’
de reiziger negeerde de spreeuw
en liep verder;
Niet lang daarna,
toen hij even zat
kwam er een kat;
snorrend, starend, die sprak
‘Reiziger, waarom draag jij die last?
weet jij niet dat ze zwaar is?’
de reiziger keek geïrriteerd
en liep verder.
Zo deden ook een leeuw,
een tijger, een olifant en
zelfs een slang hetzelfde;
maar de reiziger liep verder.
De reiziger stopte bij een vijver
en zag een man in het water;
Zijn lippen bewogen, en zei:
‘waarom draag jij die last?’
De reiziger ging op pad,
verblijd naar het West;
want hij begreep het eindelijk,
en deed de last achterlatend.
©SamRain
Reiziger

donderdag 4 oktober 2012

Innerlijke kinderen - Het gezicht van Teddy


“Ik kan niet veranderen wie ik ben. Wel wat ik doe.”
                                                                        - Sam Rain
Het leven is wonderlijk. De eerste jaren gaan over ontdekking, de tien jaar erop zitten vol avontuur en na een sabbatical en wat up’s en downs komt de tijd van realisatie. Na je 30e leer je pas écht veel. Met name over jezelf.
Ik ben geleidelijk veranderd. Rustiger. Kalmer. Beheerst. Van explosief naar meer ‘Zen’ in mijn denken. Van egocentrisch naar sociaal. Van afhankelijk naar neutraal. Van onafhankelijk naar samenwerkend. Nog wel ambitieus. Nog wel passioneel. En nog steeds een mens – met de nodige fouten.
Het is ontwaken uit een illusie, net zoals je uit een roes komt. Alles wordt helder, langzaam bij beetje. De vogeltjes beginnen met fluiten. De dag breekt aan. Je bent wakker en je wast je gezicht. En na je kop thee ben je klaar voor de dag. Alleen ditmaal ben je als het ware in ‘balans’.
Ik heb een lijstje gemaakt van de dingen die ik níet moet doen. Soms lukt dat. Soms niet. Kost veel oefening. Want wat ik niet moet doen, doe ik al tweederde van mijn leven. Roken, agressief zijn, impulsief reageren, etcetera. Maar de lijst is er. En ik word er beter in. Beter in het niet doen. Er zijn ook dingen die ik wel moet doen. Zaken erkennen. Accepteren, in plaats van incasseren. Luisteren. Naar goed advies bijvoorbeeld. Optimistisch zijn. Zelfs als het even tegen zit. De waarheid zeggen. Al is die nog zo lelijk.
Ik ben te lang bezig geweest om te veranderen wie ik ben. Er is niets mis met wie ik ben. Ik ben Sam. En daar is niets mis mee. Wat ik doe, daar moet verandering in komen. Want wat ik doe, doet mijzelf en anderen iets. Soms positief, soms negatief. Dat negatieve komt vanuit pijn. Pijn van diep binnen. En die pijn geef ik een naam. Teddy. Teddy is een boos, verwaarloosd jongetje. Die jarenlang opgesloten zat en niet erkend werd. Die daarom boos was op alles en iedereen, de wereld, de hemel en verder. En soms kwam Teddy eruit en verwoeste alles. Om zich te verstoppen achter leugens. Want Teddy mocht er niet uit. Hoewel telkens de sloten en kettingen sterker werden, werd Teddy dat ook. Want Teddy was niet dom – in tegendeel zelfs. Totdat Teddy de boel kapotmaakte en ik heel boos werd op Teddy.
Teddy opsluiten hielp niet. Daarom ben ik met Teddy een gesprek aangegaan. De vampiertanden en enge ogen keken nu snikkend en sip. Teddy wilde enkel geliefd zijn. En Teddy wilde helemaal niet zo rebels zijn. Hij was het gewoon beu om zich altijd te verstoppen – en als ieder kind zocht hij gewoon aandacht. Hij zocht liefde, niet wetend wat het was. Want waar Teddy liefde nodig had, was er alleen leegte. Teddy zocht de schouderklopjes en zocht de omhelzing – maar als Teddy iets goeds deed, iets wonderlijks en zich snel verstopte, kwamen vandalen en maakte het stuk. En dat maakte Teddy verdrietig – en uiteindelijk boos. Op een moment werd Teddy zo boos, dat de deur brak. Hij voelde zich ineens machtig, in plaats van machteloos. Achteraf had hij altijd spijt, maar het was als een drug. De kick van macht.
Ik heb nog veel te bespreken met mijn innerlijk kind. Maar weet je, het komt volgens mij allemaal wel goed.
©SamRain
Teddy

woensdag 3 oktober 2012

Lekker naziften: Politiek 2012 - Waarom deze uitslag


“Soms hoop je dat je geen gelijk hebt.”
                                                - Sam Rain
De verkiezingen in een notendop: pak slaag GroenLinks, CDA en PVV, pluim D’66 en SP, beker en schaal voor VVD en PvdA. Waar ik me echt aan irriteerde was typische politiek – de waarheid ombuigen voor het voorkomen van gezichtsverlies.
Gek genoeg kwam de PVV notabene met het meest ‘eerlijke’ antwoord – Wilders gaf toe dat de kiezer heeft ‘afgerekend’, waar andere partijen liever de ‘zwarte piet’ doorschoven naar de PvdA en VVD. Wederom weer een uitspraak van Sap die GroenLinks niet sierde aan het eind – de zogenaamde ‘blijdschap’ over het verlies van de PVV. Sportief. Not.
Tijdens de debatten ging het vooral om Diederik en Mark; de één was volgens de ander een leugenaar en vice versa, en zo was de ander de tiran van een gezond financieel stelsel. Diederik wilde Mark van de troon stoten, zoals ieder puberaapje die altijd droomde om een alpha te worden. De VVD en PvdA maakten een mini-Amerika op de polder; liberalen tegen zogenaamde socialisten met de nodige PAC strategie incluis moddergooien. Mark was ‘in de kast’ volgens sommigen en Diederik moest z’n kids gebruiken als rekwisieten voor op de buis. En nu weer vriendjes natuurlijk. Toegegeven: de andere partijen werden ge-MickeyMoused.
De ballenbak was minder spannend. Als gemeen jongetje dacht het CDA dat je anno 2012 nog op ‘inhoud’ kan winnen. Goed afkijkwerk en zelfs een beetje hoop door Mona. Maar zo egoïstisch als Sybrand is, moest hij de poster sieren. Had dan afgekeken bij H&M of Hunkemöller – dan had Mona het CDA nog een opkikker moeten geven. Het CDA wilde het niet toegeven – ze werden afgerekend door de samenwerking met de PVV. Dat past niet in het straatje. En de CDA’er die ieder praatprogramma sierde was veel te wereldvreemd – een suffige professor-wannabe die te oud is met te jonge ideeën.
De SP heeft niet ‘verloren’ – maar schuift de piet naar de ‘strategische’ stemmers. Helaas – Emile is schuldig. De Tv-teddybeer past gewoonweg niet in een vuurgevecht. Het is hetgeen wat verschilt tussen hem en Jantje – de durf om te overheersen. Deze kwaliteit had hij kunnen compenseren met ‘running mates’, of in ieder geval meer gezichten op het scherm. Niemand kijkt voetbal voor een gelijkspel – mensen wedden op de winnaar.
GroenLinks had beter stil kunnen zijn. Met Tofik, het partijbestuur en ‘de stekkerdoos’ viral lag de partij op de Intensive Care. De smoes van ‘te weinig tijd’ gaat op voor de Mickey Mouse partijen – niet voor GroenLinks. Jolande is een tof wijf. Ze heeft alleen de knulligheden van Roemer qua leiderschap en staat aan het stuur van een schip vol muiters.
D’66 spreekt van een overwinning, maar doet zoals altijd weer niet mee. Jammer, het is de enige partij die niet van die rare ideeën heeft. De VVD is de échte overwinnaar. Mark was sportief. Mark maakt de partij groter dan tevoren. En achter dat brilletje en die lach weet hij het gewoon. Hij is de alpha. De ‘top dog’. Number one. Wat zei hij ook al weer in het Catshuis tegen Gerrie? Wie is baas over Diederikje? Geef toe – de VVD heeft gepresteerd.
©SamRain
Politiek