donderdag 4 oktober 2012

Innerlijke kinderen - Het gezicht van Teddy


“Ik kan niet veranderen wie ik ben. Wel wat ik doe.”
                                                                        - Sam Rain
Het leven is wonderlijk. De eerste jaren gaan over ontdekking, de tien jaar erop zitten vol avontuur en na een sabbatical en wat up’s en downs komt de tijd van realisatie. Na je 30e leer je pas écht veel. Met name over jezelf.
Ik ben geleidelijk veranderd. Rustiger. Kalmer. Beheerst. Van explosief naar meer ‘Zen’ in mijn denken. Van egocentrisch naar sociaal. Van afhankelijk naar neutraal. Van onafhankelijk naar samenwerkend. Nog wel ambitieus. Nog wel passioneel. En nog steeds een mens – met de nodige fouten.
Het is ontwaken uit een illusie, net zoals je uit een roes komt. Alles wordt helder, langzaam bij beetje. De vogeltjes beginnen met fluiten. De dag breekt aan. Je bent wakker en je wast je gezicht. En na je kop thee ben je klaar voor de dag. Alleen ditmaal ben je als het ware in ‘balans’.
Ik heb een lijstje gemaakt van de dingen die ik níet moet doen. Soms lukt dat. Soms niet. Kost veel oefening. Want wat ik niet moet doen, doe ik al tweederde van mijn leven. Roken, agressief zijn, impulsief reageren, etcetera. Maar de lijst is er. En ik word er beter in. Beter in het niet doen. Er zijn ook dingen die ik wel moet doen. Zaken erkennen. Accepteren, in plaats van incasseren. Luisteren. Naar goed advies bijvoorbeeld. Optimistisch zijn. Zelfs als het even tegen zit. De waarheid zeggen. Al is die nog zo lelijk.
Ik ben te lang bezig geweest om te veranderen wie ik ben. Er is niets mis met wie ik ben. Ik ben Sam. En daar is niets mis mee. Wat ik doe, daar moet verandering in komen. Want wat ik doe, doet mijzelf en anderen iets. Soms positief, soms negatief. Dat negatieve komt vanuit pijn. Pijn van diep binnen. En die pijn geef ik een naam. Teddy. Teddy is een boos, verwaarloosd jongetje. Die jarenlang opgesloten zat en niet erkend werd. Die daarom boos was op alles en iedereen, de wereld, de hemel en verder. En soms kwam Teddy eruit en verwoeste alles. Om zich te verstoppen achter leugens. Want Teddy mocht er niet uit. Hoewel telkens de sloten en kettingen sterker werden, werd Teddy dat ook. Want Teddy was niet dom – in tegendeel zelfs. Totdat Teddy de boel kapotmaakte en ik heel boos werd op Teddy.
Teddy opsluiten hielp niet. Daarom ben ik met Teddy een gesprek aangegaan. De vampiertanden en enge ogen keken nu snikkend en sip. Teddy wilde enkel geliefd zijn. En Teddy wilde helemaal niet zo rebels zijn. Hij was het gewoon beu om zich altijd te verstoppen – en als ieder kind zocht hij gewoon aandacht. Hij zocht liefde, niet wetend wat het was. Want waar Teddy liefde nodig had, was er alleen leegte. Teddy zocht de schouderklopjes en zocht de omhelzing – maar als Teddy iets goeds deed, iets wonderlijks en zich snel verstopte, kwamen vandalen en maakte het stuk. En dat maakte Teddy verdrietig – en uiteindelijk boos. Op een moment werd Teddy zo boos, dat de deur brak. Hij voelde zich ineens machtig, in plaats van machteloos. Achteraf had hij altijd spijt, maar het was als een drug. De kick van macht.
Ik heb nog veel te bespreken met mijn innerlijk kind. Maar weet je, het komt volgens mij allemaal wel goed.
©SamRain
Teddy

Geen opmerkingen:

Een reactie posten