“Wie het
verleden niet interesseert, is een slechte visionair.”
- Sam Rain
- Sam Rain
In het begin was er spaghetti-code;
programmeurs irriteerden zich mateloos aan het werk van hun voorganger, tot
grotere irritatie van het bedrijf dat keer op keer het opnieuw uitvinden van
het wiel moest financieren. En toen kwam er Java – een programmeeromgeving dat
onafhankelijk kon werken op een diversiteit van systemen en makkelijker kon
uitbreiden. Deze omgeving werd zo populair dat er voor de industrie een eigen
versie werd uitgebracht – de Enterprise Edition.
Ergens in Sunnyvale, Santa Clara werkten een
paar bedrijven aan een ‘nieuw’ soort systeem, dat met de hulp van Java, ook een
nieuwe strategie en discipline de wereld in brachten: integratie van
applicaties – Enterprise Application Integration. De ene partij van bedrijven
koppelde applicaties aan elkaar met geavanceerde distributie van gegevens,
terwijl de andere partij zich begaven op een nog prille hoop van standaarden in
de jonge webtechnologie. Deze laatste partijen zijn verantwoordelijk geweest
voor de komst van webservices.
Waar EAI zich specialiseerde binnen de muren
van de ‘firewall’, opende webservices het terrein voor partners in de markt –
zonder dat bedrijven zich ‘blootstelden’ konden zij informatie uitwisselen over
en weer. Het duurde niet lang totdat deze twee disciplines moesten samenkomen
tot een enkele oplossing. Integratie bleef belangrijk, maar werd steeds een
minder onoverkomelijke taak. Deze fusie vroeg wel om de nodige veranderingen –
als het ware moest de technologie door een evolutie heen. De applicatie server
werd opnieuw geboren – dit maal als een architectuur: SOA.
De Service Orientated Architecture was
gebaseerd op integratie via koppelingspunten mét webservice-functionaliteit.
Waar eerst nog data structuren de hoofdrol speelden, werd ontwerp belangrijker
– met de standaard webservices kon men de activiteiten niet alleen integreren,
maar ook inzichtelijk maken. Snel kwamen Business Rules, Business Visibility,
Business Logic erbij als paradepaardjes – men kon rapportages maken, metingen
verrichten en nieuwe functionaliteit toevoegen. Echter ging het met de data wat
minder soepel – het beheer lag voornamelijk onder de motorkap.
De Enterprices Service Bus maakte daar
verandering in; interne formaten werden geschrapt en zelfs volledig losgekoppeld.
Naast integratie werd het platform ineens veelzijdiger dan ooit –
formulierontwerp maakte de laatste stap naar menselijke integratie mogelijk.
Via instanties en losse processen kon de BPM-strategie van vele ontwerpers tot
snelle bloei komen. Processen konden ineens omgezet worden tot werkelijke
applicaties, die zonder veel ommekeer konden communiceren naar andere
processen. De ‘orchestratie’ maakte het mogelijk om alles binnen een Business
Proces Management System te plaatsen, wat voor ontwerpers een ware droom die
uitkwam bleek. Niet langer hoefde de technische ploeg hoofdschuddend te
reageren op mogelijkheden (en onmogelijkheden).
Het enige wat nog rest op het gebied van
innovatie is de vervanging van Java. Hoewel programmeeromgevingen een hoge
leeftijd halen, kent de Java omgeving zijn beperkingen op het gebied van
snelheid en efficiëntie – de laatste doornen in het oog van de ontwerper. Want
een industriële toepassing die trager reageert dan een website uit 1996, is
natuurlijk nooit een resultaat die gewenst is.
Meer
lezen over Informatie Technologie? Klik hier voor de inhoudsopgave van alle
artikelen!
©SamRain
Historie ICT
Historie ICT
Geen opmerkingen:
Een reactie posten