zondag 10 februari 2013

Oh, oh, Faust


"Ouwe meuk laat je vaak verwonderen. "
                                                             — Sam Rain
Het is een moeilijk werkje — Faust, van Goethe, is een dichtwerk dat leest als een toneelstuk. Het verhaal gaat over een man, genaamd naar de titel, die zich inlaat met de Duivel, op zoek naar het grote geluk tijdens het leven. Wie zich al bevooroordeeld vanwege het thema, loopt een werk mis dat niet alleen tijdloos, filosofisch en humoristisch is — maar een manifestatie van de schrijfkunst.
Het eerste werk dat ik voor ogen kreeg was in het Duits — niet echt handig wanneer je de taal zelf al onvoldoende beheerst. Kort geleden kreeg ik een Nederlandse vertaling in handen en verwonder mijzelf sindsdien over dit werk. Ik ben geen fan van vertalingen; ik ben gevoelig voor details, zeg maar. Maar dit maal heb ik geen spijt — Faust is geen Harry Potter, noch een actiethriller van Brown. Het is een prikkeling voor de geest.
Vooral wie een beetje theologisch kennis heeft, spiritueel aangelegd is en houdt van intrige, dan is Faust een aanrader — mits je het geduld hebt. Het voelt als een moderne variant van het bijbelse boek Job, met betere dialogen en special effects die een Hollywoodfilm niet zouden misstaan. De Duivel word zelfs niet 'echt' kwaadaardig — zoals je vanuit een kerkelijk dogma zou verwachten — afgeschilderd, maar heeft charme door de betoverende persoonlijkheid. Het lijkt zelfs dat deze rationeler is dan de hoofdpersoon.
Ook verwonderlijk is hoe het opperwezen wordt vertolkt; de verwijzingen naar Christus zijn talrijk en de essentie van God wordt nog het meest duidelijk gemaakt door de Duivel zelf—dat het wezen zo verheven is, dat deze de Duivel zelf nog menselijk behandeld. In haar tijdsgeest is het werk van Faust ver vooruit en bevat details waar de Bijbel niets over loslaat, mits je ze kunt herkennen natuurlijk.
Het verwonderlijke van Faust is dat het juist de mens is, die immoreel en egoïstisch handelt en de problemen creëert. Wat voor de leek lijkt op het zoveelste 'God redt'-verhaal, is een diepere beleving van waar de mens naar hunkert. Het thema legt als het ware een doek van magie over de motieven van Faust zelf, die steeds onredelijker en valser wordt om te eindigen in de oogst die hij zelf heeft gezaaid, maar het is juist het occulte wat de spotlight steelt. Niet vanwege de karakters, maar hoe breed de kennis is over occultisme en hoe deze imposant gebruikt worden door geringe details.
Filosofisch gezien staat Faust voor de mens die zich trots verheven voelt tot gelijke van hetgeen wat boven hem staat. Die ondanks kennis en intelligentie zich voor kortstondig geluk, impulsief inlaat voor de verkoop van zijn ziel. Het is Faust die zelf alleen maar profileert als hogere, verhevene, zeg maar superieure — kijkt de lezer naar het verval van zijn menselijke kant. De rol van de Duivel, de magiërs, de geesten, de grapjassen en alle andere karakters die we irrationeel zouden beschouwen, is kristalhelder. Maar het zijn de dwaze, impulsieve beslissingen van Faust — de mens — die het werk een kunst maakt op zichzelf. Het zijn juist de kleine details die het grote verhaal vertellen.
En dat maakt het prachtig.
©SamRain
Faust

Geen opmerkingen:

Een reactie posten