zondag 21 april 2013

Cyberaanvallen - waar de overheid en politie machteloos staan


“Afhankelijkheid maakt een doelwit aantrekkelijker.”
                                                                                    - Sam Rain
De laatste weken staat het overal wel op het nieuws: de cyberaanval. Pukkelsoldaatjes die digitale aanslagen plegen; de banken en de NS zijn de eersten totdat er een licht zal worden geworpen op de dadergroep. Helaas Nederland, het is geen eenmansactie.
Een kleine 12 jaar terug stond Nederland ook eens onder een reeks van aanvallen: regering.nl, kabinet.nl haalden het nieuws en de cyberterreur begon toen er door GeenStijl één van de ‘hackers’ werd geëxposeerd. Ook werd GeenStijl tijdelijk een slachtoffer en moest noodgedwongen de nodige maatregelen nemen. Eric, alias Falesco, werd ineens uitgenodigd voor een Tv-interview. Pas maanden erna volgde de politie; de hackersgroep 0x1FE werd maar deels vervolgd, maar het effect was pragmatisch – ze hield op met bestaan. Het feit is echter dat de journalistiek van GS zorgde voor de doorbraak – niet het Justitie apparaat.
Zelfs met een speciale ‘High Tech Crime’ team zal ze niet zo snel tot resultaten komen; niet dat ik twijfel aan de kennis en vaardigheden van sommigen, maar de weerloosheid van de Nederlandse digitale infrastructuur tegen buitenlandse dreiging. De ‘zombies’ (overgenomen computers die deel uit maken van het DDoS-netwerk) zijn namelijk vaak afkomstig uit het buitenland, waardoor Justitie tegen de papiermolen aanloopt en verdrinkt. Hoewel het ‘management’ in Nederland actief is, zijn de middelen vaak gestationeerd buiten de grenzen. Waar de overheid duizenden euro’s verbrand aan onderzoek, kost het de hackersgroep het slechts een paar tientjes om de ‘communicatietoren’ te verplaatsen en luttele seconden om alle cyberraketten opnieuw te configureren. En in tussentijd gaat de zoektocht naar nieuwe zombies door.
Een cybermacht van 50.000 ‘zombies’ is haalbaar in enkele weken, mits er een goede ‘exploit’ (een computerprogramma waar een hacker een systeemfout mee kan uitbuiten) beschikbaar is. Echter gezien de magnitude van de aanvallen, mag men de cybermacht in zijn geheel berekenen als het viervoudige; voldoende om een digitaal knooppunt te saboteren voor uren, dagen en indien nodig – weken of maanden.
Justitie zoekt, maar vind hooguit een paar aanwijzingen. Het profiel van de groep zou ik als volgt inschatten – een aantal van vijf a zes kernleden. Allen relatief antisociaal, variërend in de leeftijd van 15-20 jaar. Buitenbeentjes, vaak gemiddelde leerlingen op school; hoewel de meest op Bèta vaardigheden met name informatica hoog zullen scoren. Eenlingen, die niet de hele dag ‘gamen’ maar vooral een ‘chatkanaal’ openhouden, dat zich verre kan vergelijken met ‘moderne’ social media. De ‘worm’ (het netwerkvirus dat zorgt voor de werving van nieuwe zombies) kan gekocht of gemaakt zijn, maar zal eerder ‘ontdekt’ zijn door één van de hackers (nou ja, jargontechnisch scriptkiddies) en al gebruikt zijn voor ‘commerciële’ doeleinden. De ‘leider’ is vaak niet de leider, maar heeft door de andere leden toegang tot de middelen en is waarschijnlijk minder in ‘talent’ gezegend en wilt zich door het cyberterrorisme bewijzen ook imponerend te wezen.
Want zo ging het bij 0x1FE precies hetzelfde; ik heb haar naam namelijk bedacht.
©SamRain
Cyberaanvallen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten